Tekst: Harriët Verbeek Foto’s: Johan Bosveld Hetzelfde oog voor detail buiten blijkt ook binnen als Kors een rondleiding geeft. Op de begane grond opent hij de deur naar het ‘kleinste’ kamertje van het huis en we zien een ouderwetje ‘poepdoos’ met daarboven een ouderwetse gietijzeren stortbak. “Die heeft er oorspronkelijk ook gezeten, maar nu zit er een gewoon toilet onder”, verklapt Kors. “Ik vond dit ook passen bij de sfeer van het huis.” Vanwege die sfeer ging hij op zoek naar passend beslag voor alle deuren. Kors vond uiteindelijk in een Amsterdamse winkel (Weijntjes) het Jugendstil-beslag dat hij zocht. De koperkleurige klinken, handvatten en sierschilden geven nu alle deuren een prachtige afwerking. Maar alle tijd en geld die in het huis zijn gestopt, vindt ook Marion de moeite waard. Als om dat te onderstrepen, wijst ze naar een raam dat een prachtig uitzicht biedt op de kerktoren. “Het is een enorm voorrecht om hier te wonen. Alles is met zoveel liefde en aandacht gemaakt”, vindt zij. En hij: “Daar mogen we even gebruik van maken, tot de volgende bewoner.” Het hek en de windvaan werden vervolgens gedeeltelijk beschilderd met bladgoud. Ook dat ambachtelijke werk gebeurde in Oostenrijk waarna het hek in zijn geheel op een oplader naar Zutphen werd vervoerd. “Goud past bij de Jugendstil-periode”, zegt Kors, “en de kleur komt ook mooi terug in de kerktoren.” Het goud combineert inderdaad fraai met dat van de statige Walburgis, die als een symbool van de stadse pracht boven de omliggende huizen uitrijst. Kosten noch moeite zijn gespaard om de authentieke details te behouden en het huis in stijl te restaureren. De eerste verdieping is het domein van Kors’ oudste dochter, die een grote zit- slaapruimte heeft. Eén klein kamertje, dat vroeger dienst deed als keuken, wordt nu gebruikt door vader Kors. Er staat een potkachel in een mooie betegelde schouw, een comfortabele, modern-strakke stoel en een tafeltje waarop boeken liggen over de Jugendstil-periode. “Daar zit ik dan met een sigaar en een glas whisky in de boeken te bladeren om ideeën op te doen.” Op de tweede verdieping wacht nog een verrassing, kondigt Kors aan. “De monumentencommissie werd er helemaal wild van.” De deuren van de badkamer en twee andere kamers zijn voorzien van een houtimitatieschildering en doen wat betreft de frisse houtkleur nog het meest denken aan een wintersportpension. “Maar de deuren waren heel vaal en ik heb ze laten behandelen door een vakvrouw. Het heeft lang geduurd en is één van de duurste restauraties van dit huis geworden”, vertelt echtgenote Marion Kors. Michaël Kors

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2013 | | pagina 40