Een ministad in een middeleeuwse torenkamer
Ita-lcSS Ij
qf J
Via een kanonsgat toegang tot de toren
•W
-Ss-
Het pand aan het Hagepoortplein naast de stadsmuur bood in 1982 een weinig
romantisch beeld. De schoonvader van Henk Blaak kocht het voor zijn schoonzoon en
dochter, die helaas kort daarna overleed. Hij was met zijn aankoop de gemeente net
vóór. Die wilde het kopen om het te slopen en er een weg aan te leggen richting centrum.
Van de muurpoorten was dan weinig overgebleven.
Blaak zag als bouwkundige de charme van
de plek en de historische setting en keek
door de armoedige troep heen. “Toevallig
kreeg ik van mijn familie deze foto uit
1982. Die foto heeft me geholpen om
goedkeuring voor mijn plan voor de toren
te krijgen. Hij bewijst dat de toren niet
volledig origineel uit de dertiende eeuw
stamt, en een opening geen waardevolle
bouwsporen teniet doet.” Dit jaar kreeg
Blaak toestemming om vanaf de eerste
verdieping een brug te maken en een gat
in de muur, dat toegang tot de torenkamer
verschaft. “In ‘82 was het huis in slechte
staat. Het had geen badkamer, de vloer
was verrot en overal zat asbest. Blaak ging
aan de slag en maakte er een aangenaam
huis van, dat nu geldt als beschermd
stadsgezicht. Er kwam een nieuw toilet,
keuken en dakkapel en het asbest werd
opgeruimd. In de resten van de oude
stadmuur scharrelden kippen rond en
de toren fungeerde als kippenhok. Het
Wijnhuisfonds restaureerde in 1984 en
1985 de stadsmuur en de toren naast zijn
huis en er kwam een huurovereenkomst
tot stand voor de ruimte aan de onderkant
van de muur, die buren gezamenlijk
gebruiken als schuur.
De muurtorens
Hoe erbarmelijk de muur en toren er
voor de restauratie ook uitzag, toch was
er nog veel oorspronkelijks te vinden
uit de dertiende eeuw. Alles wat met
de begane grond te maken heeft tot
en met de vloer van de verdieping is
nog origineel. Alles daarboven werd
in opdracht van het Wijnhuisfonds
gereconstrueerd naar het model van de
eerder gerestaureerde toren aan de Oude
Wand 47. Vier muurtorens stonden
er oorspronkelijk in de stadsmuur,
waarvan er nog drie zijn overgebleven.
Vanaf de toren van Blaak kijk je uit
op de toren van Wietse en Ed Stavast.
In deze torenkamer worden allerlei
cursussen gegeven door kunstenares
Wietse Stavast. Nog iets verderop staat
de toren aan de Bornhovestraat 33. Die
toren is geheel verbouwd tot woonhuis.
Er zou in de zestiende eeuw een dolhuis
(psychiatrische inrichting) in gezeten
hebben. Om deze toren is aan de
stadszijde een woonhuis heen gebouwd.
De vierde toren moet gestaan hebben
op de plek van Bornhovestraat 19. De
muur en torens werden in de dertiende
eeuw gebouwd als stenen vestingwerken
vooral bedoeld om de vijand tegen te
houden. Die vijand moest eerst over de
gracht zien te komen, maar als dat lukte
werd hij bestookt met pijlen vanuit de
uitspringende muurtorens. De torens
fungeerden ook als wachttorens waar de
stadswacht een goed overzicht had op de
stad. Pijlen en bogen werden in de toren
opgeslagen.
-- ■-■Cjl
-J
- 3® 4