I -
Me-. 1 i
KI --
I
i'
'j
28
Een oude deuropening
In nummer 45 werd in de zware scheidingsmuur tussen de voor-
en achtervleugel een bouwspoor ontdekt van een dichtgemetselde
doorgang. De smalle deuropening van 75 centimeter breed wordt
aan de bovenzijde opgevangen met een halfsteens segmentboog
met een extra laag metselstenen erboven. (aft. 13). Dergelijke
ontlastingsbogen kunnen in de periode 1575-1650 worden
gedateerd. De doorgang is slechts 130 cm hoog en duidelijk later
in de muur ingehakt. Hierbij hoort mogelijk het metselwerk dat
vanaf twee meter boven de vloer is te zien en snel is opgemetseld
met rommelig koppenwerk als ophoging van een oudere muur
tijdens de herbouw van het huis in dezelfde periode.
De beperkte hoogte van de deuropening is te verklaren omdat
het oorspronkelijke vloerniveau in het hoofdhuis aan de
straat ongeveer 60 centimeter lager lag. Vermoedelijk in de
achttiende eeuw is de achtervleugel met de onderliggende kelder
gerealiseerd, waarbij de vanaf toen nutteloze deuropening is
dichtgemetseld en het huis werd verhoogd.
Nadien zal de vloer van het voorhuis op gelijke hoogte zijn
gebracht en vanaf de straat met twee traptreden toegankelijk
gemaakt.
De deuropening is gemaakt in een oudere muur, die is gemetseld
in Vlaams verband (per laag kop-strek-kop-strek enz., per laag
steeds een halve steen verspringend). Dit zorgvuldig gemetselde
muurwerk heeft een tienlagenmaat van 83 centimeter en
afzonderlijke bakstenen meten een forse 28x12-13x8 centimeter.
Deze kenmerken dateren het metselwerk in de periode tussen
1300 en 1350, hetgeen jonger is dan de algemeen aangenomen
datering in de late dertiende eeuw van dit deel van de stadsmuur.
De twijfel werd bevestigd door de uitkomsten van het
archeologisch onderzoek in de kelders van het huis. Hieruit bleek
De tuinzijde van de muur in nummer
45 met links de dichtgemetselde
doorgang.
Activiteiten in de zeventiende eeuw
Bij het slopen van de moderne winkelpuien in de voorgevel ten
gunste van een reconstructie van het oude beeld met empire-
schuiframen, werd duidelijk dat de voorgevel is gemetseld van
grote, hergebruikte bakstenen met een hoogte van 7,5 centimeter.
Dit is een in Zutphen tussen ca. 1350 en 1550 algemeen gebruikte
maat, die met name werd aangetroffen in de borstwering op
de begane grond in het muurwerk links van het linker venster.
De gevel zal in de zeventiende eeuw met deze stenen zijn
opgetrokken want de verdiepingsvloer en zoldervloer worden
gedragen door een eiken, enkelvoudige balklaag haaks op de
voorgevel. De zolderbalklaag is bovendien voorzien van (deels
beschadigde) consoles. (aft. 14) Deze onderdelen zijn meestal
voorzien van een profilering of snijwerk: een goed hulpmiddel
voor een datering, in dit geval in de eerste helft van de 17e eeuw.
De zoldervloer bezit voor een deel nog de bij de balken horende
oude eiken vloerdelen. Deze gaan inmiddels schuil achter een
nieuwe vloer op zolder en een plafond aan de onderzijde, maar
zijn wel gehandhaafd.
De zolderbalklaag is in een later stadium voorzien van
ongeschaafde tussenplaten/-baddingen ten behoeve van de
montage van stucplafonds eronder. Een dergelijke oplossing
wordt vanaf de 18e eeuw toegepast3. Het balkenplafond is tot
die tijd, maar mogelijk tot in de 19e eeuw in het zicht geweest.
De oude balken zijn namelijk voorzien van enkele oude (niet
onderzochte) verflagen, waarvan de jongste uit de negentiende
eeuw zullen dateren, maar ook ouder kunnen zijn.
Verbouwing in de achttiende eeuw
Tijdens de werkzaamheden in 2012 werden voor het begrip van
de bouwgeschiedenis van de achterste vleugel op de begane grond
van Bornhovestraat 43 twee cruciale waarnemingen gedaan.
Allereerst werden bij het verwijderen van voorzetwanden en de
muur van een gang uit ca. 1900 resten aangetroffen van oudere
deuropeningen en kozijnen die behoorden bij een zogenaamde
enfilade: aan elkaar gekoppelde kamers, die direct met deuren
verbonden waren. De enfilade raakt in de 18e eeuw in zwang
en als specifiek kenmerk is een gang langs de kamers afwezig.
Interessant is daarom dat de in dit deel van het huis aanwezige
dat de muur daar met 90 centimeter wel de dikte heeft die past bij
een stadsmuur, maar dat de ondiepe fundering met die functie
moeilijk viel te rijmen. De oorsprong van de muur blijft een
mysterie.
Aan de onderzijde van
de zeventiende-eeuwse
eiken zolderbalklaag van
Bornhovestraat 43 zijn in de
vleugel aan de straatzijde
houten consoles aanwezig.
Dit is een bevestiging
van eerdere aanwijzingen
voor de aanwezigheid
van gepleisterde en
geverfde gevels in de
middeleeuwen. De
gotische spaarboog op
de begane grond van
nummer 43 behoort
zonder twijfel bij dit
later gesloopte huis. aan
de zijde van nummer
43 en is gemetseld van
grote bakstenen van 28
centimeter lengte, 13
centimeter breed en 8
tot 8,5 centimeter hoog.
Tien baksteenlagen meten
89 tot 90 centimeter. De
zelfde tienlagenmaat van
deze muur kon op de zolder ook worden geconstateerd. De boog
is naderhand rommelig dichtgemetseld. De afmetingen van de
baksteen, tesamen met de stilistische kenmerken van de blindnis
op zolder van Bornhovestraat 41 maken een datering van de gevel
en het spaarveld op de begane grond in de eerste helft van de
veertiende eeuw aannemelijk.
r g j
Afb.13
Afb.14
1