Het schoothondje van de koning en het bewijs
voor een vorstelijke palts in Zutphen
De promotie van stadsarcheoloog
Michel Groothedde betekent een mijlpaal
voor Zutphen. Het onderzoek maakt van
Zutphen een stad van internationaal
belang.
Het proefschrift is een prachtig dik
gebonden boek in de vertrouwde kleur
blauw van de Zutphense Archeologische
publicaties, (ZAPs). Voorop prijkt het logo
met de kerkelijke en wereldlijke torens
van Zutphen. Groothedde bewijst ermee
dat Zutphen een van de oudste steden
van Nederland is waar in de eerste helft
van de elfde eeuw een palts(paleis) stond
van vorstelijke allure. Wie ooit dacht
in een onbetekenend provinciestadje
te wonen, moet zijn mening grondig
bijstellen. We krijgen volgens de
Zutphense stadarcheoloog op school te
weinig gedoceerd over de geschiedenis
van onze streek. Bij het vak vaderlandse
geschiedenis is vooral aandacht voor de
Hollandse geschiedenis, waarschijnlijk
omdat het latere Gelderland tot 1648
onder het Rooms Duitse Rijk viel.
Op 15 februari presenteert de
kersverse doctor Groothedde zijn
promotieonderzoek aan een bomvolle
Burgerzaal. De dag tevoren verkrijgt
hij zijn doctorstitel in Leiden in een
iets selecter gezelschap. Er zijn vast
maar weinig promovendi, die zo veel
serieuze belangstelling krijgen voor
een specialistisch wetenschappelijk
onderzoek. Dat heeft alles te maken met
het feit dat Groothedde ook een geboren
geschiedenisleraar is. Moeiteloos kan
hij twee uur achtereen les geven over de
geschiedenis van Zutphen. Niemand taalt
naar een pauze, iedereen blijft geboeid. In
de afgelopen jaren heeft hij menig inwoner
van Zutphen bij zijn onderzoek betrokken.
Opvallend in zijn boek zijn de foto's van
de opgravingen tussen '93 en '99 rond het
Gravenhof, waar destijds veel Zutphenaren
met hun neus bovenop stonden.
Het vraagteken in de titel van zijn
proefschrift, 'Een vorstelijke palts te
Zutphen?' maakt Grootheddes boek
spannend. Dat er een palts uit de elfde
eeuw stond op het 's Gravenhof, is bij de
meeste Zutphenaren wel bekend. Maar wie
gaf de opdracht om die palts te bouwen?
Was het de koning (keizer), waren het de
bisschoppen of de rivaliserend adellijke
geslachten? Bij bisschoppen denk je
misschien al gauw aan een kerkelijk
gebouw. Maar het is belangrijk om te
weten dat de bisschoppen van Utrecht in
die tijd ook een van de koning afgeleid
wereldlijk bestuur vormden. Ook is het
handig om te weten dat de titel keizer in
die tijd een eretitel was, verleend door de
paus. Je was dus op de eerste plaats koning
op grond van vererving. De koning had
geen vaste residentie maar reisde in zijn
enorme rijk van palts naar palts om zich
aan het volk te tonen, belasting te innen en
controle uit te oefenen.
Het antwoord op de centrale vraag
is niet eenvoudig. Bij gebrek aan