JAARVERSLAG ARCHEOLOGIE Rozengracht 22 (Zutphen-Centrum) Riolen Warnsveld 4 Voor het eerst werd nu ook oudere resten aangetroffen, daterend uit de 12e eeuw. Extra aandacht ging ook uit naar het paleoreliëf ter plekke. Gebleken is dat ter plekke een hoge oeverwal van de Berkel aanwezig is, en dat deze locatie zelf de hoogste is van het hele Polsbroekgebied. Niet verwonderlijk dus dat juist hier de oudste bewoningresten tot nu toe zijn aangetroffen. Op de locatie Rozengracht 22 staat uitbreiding van de huidige fysiotherapie praktijk gepland. Om een inschatting te kunnen maken van de te verwachten onderzoeksintensiteit is een bureau en booronderzoek uitgevoerd. De onderzoekslocatie, gelegen in de tuin van het perceel, ligt net binnen de 13e eeuwse stadsmuur. De tuin komt uit op de Barlheze, tevens de naam van de wijk, een naam met middeleeuwse herkomst waarvan de betekenis enigszins schimmig is. Uit eerdere archeologische onderzoeken is bekend dat de stadwijk al in de 12e eeuw tot ontwikkeling kwam. De stadsmuur loopt vlak voor het huis langs, op de hoek van de Barlheze en de Rozengracht is bij eerdere werkzaamheden een waltoren waargenomen. De huidige bebouwing is tamelijk jong. Aan het einde van de Tweede wereldoorlog is het de omgeving van het onderzoeksgebied herhaaldelijk gebombardeerd waarbij ook het huis dat eerder op deze locatie stond verwoest werd. Dit jaar werden ook de riolen vervangen in een aantal straten in Warnsveld: de Rhienderinklaan, de Kozakkenlaan, de Veldesebosweg, de Abersonlaan en de Peppelenweg. De begeleiding van de rioolsleuven heeft een schat aan informatie opgeleverd over dit deel van Warnsveld. Ten eerste is er inzicht verkregen in het paleoreliëf: waar lagen de koppen en waar de laagten. Ten tweede werden vele greppels doorkruist. Deze bepaalden de lokale topografie, en vele ervan zijn terug te vinden op historische kaarten. De riooltracés doorsneden ook een aantal historische erven: Scheurkamp, de Brake en 't Rhienderink. Vondstmateriaal op deze erven geeft in combinatie met archiefgegevens ook informatie over deze erven. We weten nu redelijk zeker dat de Scheurkamp, waar 17e-eeuws vondstmateriaal werd gevonden, waarschijnlijk in 1653 ontstaan moet zijn als een afsplitsing van de Brake, dat tot dat jaar een leengoed was. De oudste historische vermelding van de Scheurkamp is 1779. 't Brake, gesloopt in 1929, blijkt een 14e-eeuws zadelgoed te zijn: een hoeve waar men paarden fokte voor de hertog van Gelre. De oudste vermelding dateert uit 1378. Het oudste materiaal dat hier werd aangetroffen dateert inderdaad uit de 14e eeuw. Het booronderzoek zelf leverde op dat de bovenste anderhalve meter verstoord is. Dat klopt met het bestek uit 1949 waarbij gesproken werd over het bouwrijp maken van het terrein tot deze diepte. De oudste van de drie erven is het Rhienderink. In 2004 werd op de kruising Rhienderinklaan Abersonlaan al een waterput gevonden bij een rioolbegeleiding. Deze werd toen dendrochronologisch gedateerd op 1059. Vanwege deze vroege datering werd rond deze waterput een archeologisch vlak aangelegd, voorafgaand aan het uitgraven van de rioolsleuf. Behalve de insteek van de eerder gevonden waterput werden inderdaad meer sporen gevonden. Het meest opvallend was een aantal opeenvolgende greppelfasen rond het erf. Deze volgden elkaar op van de 11e tot de 19e eeuw, waarbij ze steeds een klein stukje naar buiten opschoven. Eén van de greppelfasen werd doorsneden door een waterkuil die C14-gedaaterd werd op 1280 +/- 30 AD. Naast de greppel en de waterput werden bovendien drie op een rij liggende paalsporen aangetroffen. Gezien de vorm, omvang en leemklontjes in de sporen gaat het hier waarschijnlijk om gebouwpalen, al is de vorm van dit gebouw niet te achterhalen door de geringe breedte van de sleuf. Eronder zijn echter aanwijzingen gevonden voor allerhande middeleeuwse bodemlagen. Een exacte duiding is in een boor echter moeilijk te geven. Toekomstig archeologisch onderzoek moet uitwijzen wat daadwerkelijk in de boor is te was. De ligging op het achtererf maakt het zeker dat resten van bewoning, ondermeer water- en beerputten verwacht mogen worden met een datering van af de 13e eeuw of jonger. Ook bij 't Rhienderink is mooi te zien hoe archeologie en historie elkaar mooi kunnen aanvullen: de oudste vermelding van deze hoeve die we kennen is aftomstig uit de rekeningen van 't Bornhof en dateert uit 1402, 343 jaar later dan de dendro-datering aangeeft. 23

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2013 | | pagina 23