JAARVERSLAG ARCHEOLOGIE
Bornhovestraat 45 (Zutphen-centrum) 1
Meier Groenpad (Hoge West)
Rijksstraatweg 57 (Warnsveld)
Michei GrootheddeBert Fermin
Ook dit jaar zijn weer de nodige projecten uitgevoerd door de archeologische dienst van de Gemeente Zutphen. De gemeente heeft in
2004 een convenant gesloten op archeologisch gebied met de Gemeente Doesburg. In dit verslag worden aiieen de Zutphense projecten
kort behandeid. De projecten in Doesburg (Gasthuiskerk, Diftarcontainers) zijn hier buiten beschouwing geiaten omdat Doesburg
buiten de AWN-regio 18 vait.
Op dit adres zijn in het kader van een verbouwing twee kelders
beperkt uitgediept om extra stahoogte te creëren. Hierbij werd
ondermeer een middeleeuwse leemvloer verwijderd. Dat deze
vloer hier aanwezig was is vreemd: dit deel van het huis bevindt
zich namelijk buiten de stadsmuur. Deze stadsmuur liep en loopt
nog steeds gedeeltelijk dóór het pand heen. Op de verdieping is
de muur tot de gewenste dikte bijgekapt, maar in de kelder bleek
hij nog zijn oorspronkelijke dikte te hebben, onder de latere
gewelfmuren. Waarom strekt dit huis zich uit aan beide zijden
van de muur? De stadsmuur in de Oude Stad dateert uit de 13e
eeuw. In die eeuw werden ook de Nieuwstad aan de noordzijde
en de Polsbroek aan de oostzijde gebouwd. De Nieuwstad werd
in 1321 officieel toegevoegd aan de stad Zutphen en de Polsbroek
aan het einde van de 14e eeuw. Dit resulteerde in de bouw
van een stadsmuur rond de Nieuwstad en een wal met stenen
torens rond de Polsbroek. De stadsmuur tussen de Oude Stad
en de Nieuwstad werd afgebroken, die tussen de Oude Stad en
de Polsbroek niet. Vanuit defensief oogpunt was hij ter plekke
echter relatief overbodig vanwege de extra omwalling en de nog
bestaande stadsgracht. Vandaar waarschijnlijk dat de vermogende
families die Bornhovestraat altijd bewoond hebben, het recht
kregen om uit te breiden buiten de oude 13e-eeuwse stadsmuur.
Aan vondstmateriaal werden er enkele bijzonder voorwerpen
gevonden. Tussen het 13e en 14e-eeuwse aardewerk werd
een groot stuk van een 13e-eeuwse kachelpot gevonden.
Dergelijke potten werden in een lemen opbouw geplaatst en
zorgden voor een gelijkmatige, rookloze verwarming. Ze zijn
typerend voor de rijkere huishoudens, kastelen en kloosters.
Aan metalen voorwerpen zijn een vroeg 14e-eeuwse penning
van Otto van Kleef en een zeer gave 14e-eeuwse bijlkling
van 27 cm het vermelden waard. Echt bijzonder echter is
een bronzen ringbroche met daarop de tekst KASPAR
MELCIOR*B(althasar) en een affieelding van Sint Catharina met
rad en zwaard uit het midden van de 14e eeuw.
Als onderdeel van de restauratie van het metaheirhuisje
(lijkhuisje) bij de joodse begraafplaats werd een nieuw riool
aangelegd. Dit bood een goede gelegenheid om een indruk te
krijgen van de archeologie op het Hoge West, een markante
rivierduinkop waar nog nooit enig onderzoek was verricht. De
naam Hoge West is afgeleid van de middeleeuwse naam Wesse.
Wesse werd in 1321 door graaf Reinald aan de stad Zutphen
geschonken. Daarvoor was het in handen van Gerard van Wapse
(gem. Brummen), zoals we sinds kort weten uit de vondst van het
persoonlijke cachet van deze Gerard op het terrein van Wapse.
Deze man had een drost-achtige functie. Na 1321 werd het goed
Wesse gepacht door diverse stedelijke instellingen.
Bij het onderzoek werden redelijk wat middeleeuwse scherven
gevonden, te beginnen bij de 12e eeuw. Van de sleuf werd slechts
het middendeel verdiept tot het juiste archeologische niveau.
Vanwege de geaccidenteerdheid van het terrein werd een deel
van het vlak te hoog gehouden omdat dit verder niet verstoord
zou worden, terwijl een ander deel in het verleden al afgetopt was.
Daar tussen in kon echter een potentieel goed sporenvlak worden
aangelegd. Ter plekke werden inderdaad sporen aangetroffen. Op
deze schamele paar vierkante meter werden paalsporen en een
silokuil gevonden, waarschijnlijk daterend uit de vroege ijzertijd.
Dit is in ieder geval een goede indicator voor de archeologische
potentie van het terrein. Om zeker te weten of er nog ouder,
overstoven niveaus aanwezig waren onder het archeologische
vlak werd een boring gezet door het hele rivierduin. Hierbij
werd op de grens van de oudere fluviatiele afzettingen en het
rivierduin inderdaad een houtskoolrijk niveau aangetroffen.
Hoewel er geen C14-datering van het houtskool voor handen
is, kunnen we er van uitgaan dat het hier gaat om een
paleolithisch niveau. Enkele jaren terug werd op een lager deel
van Wesse (Jeugdgevangenisterrein) al eens een paleolithische
kling gevonden. Deze vondst werd aangetroffen tussen de
ijzertijdsporen omdat hier geen sprake was van een rivierduin.
Dit adres bevindt zich op de locatie van de oude pastorie van
Warnsveld. Al op de oude kaart van Van Deventer (ca. 1560) is
deze pastorie ingetekend. Hij moet echter beduidend ouder zijn:
de kerk zelf dateert immers al uit de 11e eeuw. Het opgegraven
deel bevindt zich aan de achterkant van het gebouw. Het huidige
gebouw staat op een gesplitst perceel, oorspronkelijk stond er een
gebouw op de perceelsgrens. Opvallend is dat er een zeer brede
gracht door de opgravingsput loopt. Deze gracht was meer dan 6
meter breed en meer dan anderhalve mater
20