De Walravina is een van de achttien oude
bedrijfsvaartuigen, die de Museumhaven op
de Mars sieren. Het schip oogt van buiten
prachtig, zeker als de zeilen zijn gehesen,
zoals op Monumentendag. Het leukste is het
schip van binnen. Alsof je honderd jaar terug
in de tijd stapt.
Nelly van de Velden gaat er even voor zitten om
het allemaal uit te leggen. "Deze roef van twee en
een halve meter bij vier was vroeger de woning
van het schippersgezin", vertelt ze. "Hier gebeurde
alles: koken, wassen, eten." Nelly en Edu van de
Velden kochten het schip in 1971 van de eerste
eigenaren, het schippersechtpaar Doodewaard,
later tante Mien en ome Kees voor het gezin
Van de Velden. Het waren binnenschippers, die
met hun 'heve-aak' op Nederland, Duitsland
en België voeren met honderd ton lading.. Ze
brachten hun lange werkzame leven door op het
schip tot het uiteindelijk niet meer ging. Toen
verkochten ze het met alles erop en eraan. Alleen
de kanarie en het oude Kompas gingen mee naar
het bejaardenhuis. Het kompas kwam overigens
later weer terug op het schip, een cadeau voor het
25- jarig huwelijk van Nelly en Edu. Het nieuwe
schipperspaar restaureerde de roef met veel liefde
en vakmanschap en voegden er veel mooie oude
elementen in, zoals een oud Frans fornuisje van
het merk Godin, dat het nog prima doet op kolen
en briketten. Mooi is het houten interieur met
panelen en kastjes in het schot tussen woning en
laadruimte en het schouwtje met houtsnijwerk,
dat traditioneel is 'gemarmerd'. "In een van de
kastjes hing vroeger altijd een reep spek,"vertelt
Nelly. Het hing er niet om op te eten, maar om
zo nodig een lek te dichten. Na gebruik kochten
ze onmiddellijk een nieuw stuk spek. Dat was
onontbeerlijk.
De toegang tot het achteronder gaat via een
schuifdeurtje met glas-in-lood. Daar liggen onder
het achterdek aan weerszijden bedsteden van
grenen kraaldelen. "Kijk daar sliepen ze en een
gemiddeld gezin had vroeger wel zes kinderen,"
wijst Nelly. "Dat de roef iets lager ligt heeft te
maken met de doorvaarthoogte van het schip.
Die moest zo laag mogelijk zijn. Helemaal voorin
het schip onder het voordek, het vooronder, sliep
destijds de knecht. De bedstee in het achteronder