De architect als puzzelaar
Dat Bolwerck 'mooie uitdaging' voor Frans Ambagtsheer
De buitenstaander ziet een machtig pand, alleen al qua naam: Dat Bolwerck. Het staat sinds 1549 aan de Zaadmarkt in Zutphen. De
vrouw des huizes heeft haar bolwerk onlangs verlaten. Nu denkt het Wijnhuisfonds na over een nieuwe bestemming.
Het was ook wat al te groot voor één persoon; wat in gewone
huizen een woonkamer is, is in Dat Bolwerck een woonzaal.
Imposant hoge zolder, gewelvenkelder, heerlijke tuin... Achter de
gevel blijkt alles nog aanzienlijk ruimer dan je van buiten denkt.
'Het is gigantisch', zegt architect Frans Ambagtsheer. Hij kreeg
van het Wijnhuisfonds de opdracht een plan te maken waarmee
Dat Bolwerck de toekomst tegemoet kan. Met respect voor het
verleden, dat spreekt voor zich.
Een mooie uitdaging noemt Ambagtsheer het. En ook: een
ingewikkelde puzzel. Ideaal zou het zijn als het opnieuw
bewoond of gebruikt zou worden zoals tot nu toe. Maar is er
een markt voor? Het alternatief is een opdeling in drie of vier
appartementen. Ambagtsheer onderzoekt alle mogelijkheden.
De architect prijst zich gelukkig met het feit dat zijn
opdrachtgever hem geen keiharde deadline stelt. 'Voor zo'n
pand móet je de tijd nemen. Goed dat ik te maken heb met het
Wijnhuisfonds en niet met een partij die puur commercieel
denkt. Al kun je ook niet eindeloos plannen maken. Je wilt niet
dat het pand te lang leegstaat. Leegstand is achteruitgang, zeker
voor zo'n monument.'
Het architectonische nadenken begon al toen de bewoonster
nog niet was vertrokken. Dat kon omdat de bovenverdieping
haar domein was; ze leefde gescheiden van haar echtgenoot, die
beneden woonde en werkte; een huis als Dat Bolwerck bleek groot
genoeg voor een dergelijke relationele constructie.
Met voorrang is na het overlijden (in 2010) van psychiater Fans
Habekotté de spreekkamer beneden opgeruimd; waardoor en
passant het wonderlijke behang weer zichtbaar werd. Vroeger was
het een vergaderkamer voor het bestuur van het Wijnhuisfonds.
Nu is dat weer mogelijk. Het is bij uitstek een plek voor het
Wijnhuisfonds, de architect en de monumentenadviseur van de
gemeente om te overleggen over de restauratie.
Ook als het géén appartementen worden moet er wat gebeuren,
legt de architect uit: 'Je moet rekening houden met de comfort-
eisen van nu. Het pand is waterdicht, maar behoorlijk open.
De bewoners moeten een vermogen aan energiekosten hebben
opgemaakt. We willen het zo duurzaam mogelijk isoleren.'
Dat betekent het einde voor veel kieren en gaten ('kun je al
enorme winst mee behalen'), maar het aanbrengen van dubbel
glas gaat zo maar even niet. Al zijn de technieken nog z zover
gevorderd, volledig duurzaam wordt het nooit.
Op de benedenverdieping bevond zich lange tijd de openbare
bibliotheek. Voor zo'n gebruiker, en ook als er iets als een
museum in zou komen, hoeven in het gebouw, afgezien van
isolatie en achterstallig onderhoud, verder nauwelijks ingrepen te
worden gedaan. Dan kun je de zalen de zalen laten.