Verwaarloosde grafsteen Demontage deuren Het interieur is helaas beroofd van de oorspronkelijke inrichting. In de jaren 50 of 60 is het gehele interieur voorzien van een nieuwe lambrisering en wit gesausd. Tijdens vooronderzoek is door vrijwilliger Robert Nijenhuis de 'oorspronkelijke' lambrisering achter de huidige teruggevonden. Deze vondst was aanleiding tot een kleuronderzoek door kleuronderzoeker Bert Jonker en later door Bouwhuis en Journee. Dit resulteerde weer in nieuwe ontdekkingen. Zo is op de lambrisering een geschilderde 'houting' of houtimitatie aangetroffen, hieronder zit echter nog een 'gehoute' laag. Eind september bleek zelfs dat er onder de lambrisering nog een geschilderde lambrisering aanwezig is. Helaas is het herleiden van de oorspronkelijk uitmonstering erg moeilijk, omdat de eerste decoratielagen erg zijn vervallen. De uitkomsten van het onderzoek zullen worden gebruikt in het nieuwe interieur. Tentoonstelling Om een tentoonstelling te kunnen realiseren moesten allereerst de faciliteiten worden verbeterd. Zo was er geen verlichting of watervoorziening en geen toilet. De aanleg van het toilet en het riool bleek een kostbaar werk, omdat de hoge rivierduin een bijzonder rijk archeologisch gebied is waarvoor ook voor dit werk onderzoek nodig was. Bert Fermin van de gemeente was in de laatste week van september druk met de uitvoering van het onderzoek. Michel Groothedde kon na de bouwvergadering uitleggen dat er flink wat sporen in de ondergrond aanwezig zijn. Aan de hand van het uitgezette profiel is goed te zien dat het rivierduin richting de weg naar Vierakker omhoog loopt. In de ontgraven vlakken zijn veel sporen te zien door de verkleuring in de grond. Ook gebakken pijpjes en scherven zijn gevonden. De uitkomsten van het onderzoek zullen worden gepubliceerd in een kleine ZAP (Zutphense Archeologische Publicatie). Voor het inhoudelijk samenstellen van de tentoonstelling over het Joodse leven in Zutphen en Het Joods begraven wordt samen gewerkt met het Joods Historisch Museum Amsterdam. De tentoonstelling in de Metahier krijgt wel een flexibel karakter. Het tentoongestelde moet op een eenvoudige manier opgeborgen kunnen worden, zodat het religieus gebruik van het reinigingshuis bij een begrafenis 'Lewaje' is gegarandeerd. Grafstenen De 'Matseva's' op de begraafplaats zijn over het algemeen in goede staat. Tien tot twintig procent heeft echter extra verzorging nodig, omdat er roestend ijzer in zit of omdat de steen is beschadigd of verbleekt. Het herstel van grafstenen is niet zo gebruikelijk omdat bij natuurlijk verval op een joodse begraafplaats normaliter niet wordt ingegrepen. Ook in overleg met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) is besproken dat alleen noodzakelijk herstel wordt uitgevoerd. Twee grafstenen vormen een bijzonderheid. De eerste is een oude gemetselde grafsteen die inmiddels geheel vervallen is. De tweede is een grafsteen van Öland natuursteen een wellicht voor Nederland unieke toepassing van dit materiaal. De RCE heeft geld beschikbaar gesteld voor herstel. Voor de andere vijftig grafstenen zijn de kosten nog niet gedekt. Subsidie is hiervoor moeilijk te krijgen. Er wordt dan ook een beroep gedaan op iedereen die belangstelling heeft voor de begraafplaats om een 'Matseva' te adopteren en hiermee het herstel mogelijk te maken. Tekst: Hendrik Haaftens Foto's: Hendrik Haaftens en Ger Rietberg 50

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2012 | | pagina 50