De Restauratie van de Joodse begraafplaats fel Twee Matseva's hebben nog verzorging nodig De recent gerestaureerde Joodse begraafplaats is een groen juweel, verscholen achter hoge muren en dikke hagen. Eenmaal op de begraafplaats verrast de traditionele eenvoudige opzet van een Joodse begraafplaats met de vele hardstenen grafstenen 'Matseva's'. De joodse begraafplaats (Beth Hachajim) in Zutphen is meer dan tweehonderd jaar oud. Het is de eerste begraafplaats buiten de stadsmuren. Op 2 juni 1797 besloot de vroedschap van Zutphen een stuk grond op de rivierduin 'Het Hooge West' ter grootte van veertig roeden (560 m2) af te staan tegen een jaarlijkse betaling van vier gulden per jaar. Dit besluit had te maken met de burgerlijke gelijkstelling een jaar eerder, een belangrijk keerpunt voor de joodse gemeenschap. Het markeert de start van een snel groeiende en florerende gemeenschap vooral in het stadsdeel Barlheze. De eerste kleine synagoge werd in 1797 ingericht en in hetzelfde jaar komt de toestemming om een stuk grond voor een begraafplaats in te richten. Wanneer de eerste teraardebestelling plaats vond is niet meer na te gaan. Wel is bekend dat omstreeks 20 februari 1800 een zekere Levi Hartog is begraven. Waarschijnlijk is de oudste nog aanwezige grafsteen die van Moses Jacob Spier, overleden te Warnsveld op 5 Nisan 5571 (30 maart 1811). Volgens een Koninklijk Besluit van 1827 komen aanleg en onderhoud van begraafplaatsen voor rekening van de gemeente. Dat is aanleiding voor de Raad, om op voorstel van de burgemeester, ook de joodse gemeente op 13 juni 1828 van de betalingsverplichting te ontslaan. Tussen 1828 en 1877 wordt de begraafplaats uitgebreid. De Israelische gemeente wil de begraafplaats het liefst in eigendom verwerven, maar de Raad beslist op 5 maart 1877 negatief op dit verzoek. Het gemeentebestuur is wel bereid de begraafplaats te vergroten, als dit later nodig blijkt. In 1883 krijgt de Joodse gemeente een stuk grond aangeboden naast de begraafplaats van zes meter breed om de begraafplaats over de gehele diepte te kunnen vergroten. Tegelijk krijgt men toestemming voor de bouw van een reinigingshuisje en een bergplaats. Het 'Metaheir' verrijst in 1887. Het gebouw is nodig om op de begraafplaats LOU|SJiCOBBORMi^j^^fiUSTPLUTSvAH^LiillflPÏMITS;WEIJE\M 'n j iis r?' D"ö"' nxjijk nw1 Ij ra amos m BBTB-sèj KA ntvnj] 7' ïijnj l»»r,i Kd' if ^MJ WÊsmSméitöii

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2012 | | pagina 48