Leprozen in Zutphen
Klikspanenlazaruskleppen en klaplopen
Franciscanenklooster
Warnsveld
Melat(
e eeuw
I eprozenliuis}
Dit jaar werd er een proefsleuvenonderzoek
verricht in de Melatensteeg Halvemaan
straat in Zutphen1. Dergelijk archeologisch
onderzoek wordt altijd gecombineerd
met historisch onderzoek om structuren
en vondsten beter te kunnen duiden.
Daarbij bleek vooral het melatenhuis veel
vragen op te roepen. Melaten, melaatsen
of leprozen zijn oude benamingen voor
mensen met de ziekte die we tegenwoordig
lepra noemen.
De Melatensteeg is vernoemd naar
het melaatsenhuis dat hier in de 17e
eeuw gevestigd was. Het bevond zich
op de percelen F 1591-15942. Het
melaatsenhuis als instituut werd echter
al aan het eind van de 14e eeuw gesticht
op de Worf aan de Warnsveldseweg3.
Mogelijk vond de stichting al plaats
rond 13704, maar pas in 1405 wordt er
in de overrentmeestersrekeningen van
Zutphen gesproken van een siecken huis
op de Worf. Hoewel het toebehoorde
aan de stad, zou het gesticht zijn als
een particulier initiatief, net zoals de
conventen in de stad5. Een dergelijk
liefdadigheidsinitiatief kwam ten goede
aan het zielenheil van de stichter. In
1430 kreeg het complex op de Worf
toestemming voor het bouwen van een
kapel. Dat was behoorlijk laat, tientallen
jaren na de stichting, want tijdens het
Derde Lateraans Concilie in 1179 was al
bepaald dat leprozenhuizen een kapel en
een begraafplaats moesten hebben.
De eerste concrete vermelding van de
kapel in het Zutphense leprozenhuis stamt
uit 1437. Deze was gewijd aan St. Jorien
Jurriën Joris). Ook de leprozenhuizen
in Amsterdam (1410 of eerder),
Groningen (1422-1599) en Deventer
(1348-1572) waren naar St Joris genoemd
(resp. St. Jorisgasthuis, St Jurgensgasthuis
en St. Jurriëngasthuis).6 St. Joris, de
drakendoder, was de patroonheilige van
de leprozenhuizen omdat de ziekte als een
draak werd gezien, die overwonnen diende
te worden. Dit gold niet alleen in fysieke
zin, maar ook in geestelijke. Lepra aan het
lichaam was ook lepra aan de ziel.
Worf dus tot de parochie Warnsveld,
hetgeen een aanwijzing is dat de Worf pas
later bij de stad Zutphen is gekomen.
Dat het leprozenhuis ver buiten de stad
werd gebouwd had overigens slechts
ten dele te maken met besmettelijkheid.
Leprozen mochten namelijk wel gewoon
in de stad komen. Op grond van de
Bijbel (Leviticus 13 en 14) mochten ze er
echter niet wonen. Het leprozenhuis was
in principe voorbehouden aan mensen
uit Zutphen. Mensen van buiten de stad
mochten er alleen een dag en een nacht
bivakkeren. Verder golden er regels
voor leprozen binnen de stad. Echte
"Zutphenezen" mochten er eenmaal
per week bedelen, mensen van buiten
Zutphen uit de Graafschap éénmaal per
maand en eens per twee weken op het
De kaart van Jacob van Deventer (ca. 1565) met de oude en nieuwe locatie van het leprozenhuis (resp.
Warnsveldseweg en Melatensteeg)
Hit fj/i
)lia
SrLi'tf
De Warnsveldseweg in het Caertboeck
van Thomas Wittenroos (1573). Beneden
de Buitenlaarpoort, boven het vervallen
Franciscanenklooster Galilea en het
leprozenhuis de Worf
42
In de St. Jurriënkapel werd tweemaal per
week de mis voorgedragen door de pastoor
van Warnsveld. Blijkbaar behoorde de
Leprozenhuis (Wittenroos 1573)