Waar voorheen de jachtbuit werd ingevroren Koelhuis verandert gestaag in cultuurtempel Wie in Zutphen met de trein arriveert kan niet om het koelhuis heen. Een sombere steenkolos, met dichtgetimmerde ramen en deuren op een kale zandvlakte. Binnen vindt een metamorfose plaats. door Ton van Ingen Schenau Het Koelhuis is onderdeel van het project Noorderhaven, de grootschalige herontwikkeling van industrieterrein de Mars tot woon- en werkomgeving. Voordat de panden er omheen waren gesloopt, maakte het koelhuis deel uit van een onoverzichtelijk geheel van aan elkaar gebreide pakhuizen en fabriekshallen. Nu het uit 1920 daterende gebouw vrij staat en is ontdaan van latere uitbreidingen komt de sobere architectuur duidelijk naar voren. Die is van het Zutphense bureau Jansen en Jacobs. De constructie is van ir. Johannes Gerhardus Wattjes (1879 - 1944), die daar werkte. Het monumentale pand omvat vier bouwlagen van 45 bij 11 meter. Opvallend is dat Wattjes voor de vloeren de voor die tijd moderne balkloze mushroom (paddenstoel) constructie heeft toegepast. Deze rust op zes kolommen in de as van het gebouw. Aanvankelijk bestond het pand uit een kelder, begane grond en twee verdiepingen. Slechts de kelder en de eerste verdieping dienden als koelruimten en zijn voorzien van spouwwanden. Bijzonder is het ook het gebruik van briques falconnier(glazen bouwstenen). In 1924 werd de capaciteit verdeeld over vier bouwlagen van 11 x 45 m. Nadien werd het gebouw in 1936, 1949, 1958 en 1985 uitgebreid. Daarbij werd bij de eerste drie verbouwingen een uniek isolatiemateriaal gebruikt waarin kurk, pek en teer waren verwerkt. De Nederlandsche Coöperatieve Zuivelverkoop Centrale liet het koelhuis bouwen om de zomerboter van de aangesloten zuivelfabriek te bewaren. De bouwkosten bedroegen circa 500.000 gulden. In 1923 werd het gebouw opgekocht door de Federatieve Nederlandse Zuivelbond. In 1927 werd een nieuwe luchtkoelinstallatie in gebruik genomen en 1931 en 1932 werden ook alle andere machines vervangen. Daarmee werd het een van de best ingerichte vrieshuizen van ons land. Hierdoor kwam de weg vrij om ook klanten aan te trekken, die vlees, gevogelte, eieren en fruit wilden koelen. In 1943 werden de nieuwste verdampers gekocht voor het vrieshuis en de ijsfabriek. Daardoor heerste er in de koelruimten in de oudbouw zomer en winter een temperatuur van 12 graden onder nul. In de nieuwere delen was dat min 20. Lagere temperaturen werden gerealiseerd door het gebruik van luchtcondensatoren en freon. Aanvankelijk waren het voornamelijk boter, vlees en spek waarmee de koelcellen gevuld waren. In het najaar kwam daar de 'jachtbuit' van Veluwe en Achterhoek bij. Naast de levensmiddelen werden in de zomerperiode ook bontjassen en winterkleren in de vriesruimten bewaard. Dit om motschade te voorkomen. Na de bouw van een modern koel- en vrieshuis aan de overzijde van de Parkstraat werd een deel van het oude koelhuis gesloten. In 2005 werd het pand definitief buiten gebruik gesteld en kocht de gemeente Zutphen het op. Daarna werd het enige tijd gekraakt en viel het ten prooi aan vandalisme en verloedering. Na jaren van leegstand werd het koelhuis in 2012 te koop aangeboden. In mei van dat jaar werden Bert Hoogeveen en Mieke van Tilburg (Studio Hoogeveen van Tilburg) uit Haarlem voor het symbolische bedrag van 777,77 euro eigenaar van het gebouw, dat met zijn karakteristieke vorm de nieuwbouw van de nieuwe wijk Noorderhaven zal accentueren. De plannen met het Koelhuis Hoogeveen van Tilburg is een ontwerpstudio op het gebied van events, styling en interieurs. De eigenaars waren al langer op zoek naar een industrieel pand, waaraan ze hun eigen sfeer konden geven. Dat ze voor het koelhuis kozen is niet geheel toevallig, want ze wonen zowel in Haarlem als in Zutphen. Zakelijk past Zutphen perfect in het plaatje dat ze voor ogen hadden, want hun opdrachtgevers zitten voornamelijk in de Randstad en het oosten van het land. Architectonisch vinden ze het gebouw zeer interessant. Met name de 'Briques Falconnier' (glazen bouwstenen) op de eerste verdieping en het souterrein, de mushroomvloeren, trapportalen en de oude machinekamer waren verrassende ontdekkingen bij de eerste kennismaking. Inmiddels hebben ze de plannen voor de verbouwing uitgewerkt en is de metamorfose tot cultuurtempel in volle gang. Het pand wordt gerestaureerd met behoud van het industriële karakter. De grote verbouwingen laten ze uitvoeren, maar zelf steken ze ook de handen aan de mouwen. Hoogeveen is interieurontwerper en decorateur en kan het gebouw naar eigen smaak inrichten. Van Tilburg: "Het boek waar deze schepping van architect Wattjes wordt beschreven ligt hier op tafel. We doen alles volgens het vastgestelde restauratieplan. We beginnen met de begane grond en het souterrain. De rest volgt na verloop van tijd. We hebben al nieuwe ramen aangebracht, waardoor het daglicht binnenkomt. Ook de gevel krijgt een opknapbeurt. Op de begane grond komt het Grand café met aan de noordkant een grote 18

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2012 | | pagina 18