Een pakhuisvloer in Kolenstraat 10 is met vijzels verhoogd
konden daarbij rekenen op de praktische
aanwijzingen en randvoorwaarden van
adviseur brandpreventie Bram van der
Linden van de Rijksdienst voor het
Cultureel Erfgoed. Met het controleren van
de sterkte van de bestaande balklagen, en
het toevoegen van een brandvertraging
op de vloer was een oplossing mogelijk.
Toch was de onzekerheid ten aanzien van
de akoestische gevolgen voor de eigenaar
helaas een reden om dit niet uit te voeren.
Door de samenwerking met de RCE en de
Zutphense brandpreventie kunnen wij wel
beschikken over meer interne toetsbare
randvoorwaarden voor het behoud van
gedecoreerde stucplafonds.
Herstel kapconstructie en kozijnen
op de binnenplaats
Na het verwijderen van de bestaande
kapafwerking en isolatie werd al snel
duidelijk dat de kapvoet sterk beschadigd
was. De kapvoet is de traditionele plek
waar vocht en daarmee ook schimmels
en insecten een kapconstructie het
eerst aantasten. De muurplaat van de
constructie en een aantal sporen zijn in
eiken weer gerestaureerd. Bij het plaatsen
van de dakisolatie aan de buitenzijde blijft
dit deel van de constructie droog en in
zicht en kan duurzaam behoud worden
gegarandeerd.
Op de binnenplaats bleken de kozijnen van
herenhuis aangetast door een combinatie
van factoren. Op het muurwerk is in het
verleden een laag portland stucwerk
aangebracht. Een harde laag die geen
vocht doorlaat. Dit vocht komt echter wel
in het muurwerk en als het niet door het
stucwerk kan zoekt het een andere weg.
In dit geval langs de kozijnen die daardoor
volledig verrot waren. Ook deze kozijnen
zijn duurzaam hersteld met behoud van
detaillering en in een passende houtsoort
in dit geval Oregon Pine. De kozijnen en
ramen op de dichtgebouwde binnenplaats
bleken allen nog in de wanden te zijn
behouden en dat leverde een dilemma
op. Een onbekend en bijzonder empire-
schuifraam wat in de achtergevel was
behouden zou volgens de vergunning
vervallen voor een dubbele deur. Het
schuimraam is nu boven de dubbele
deur opgenomen in het ontwerp en
behouden voor Zutphen. Ook het paar
grote schuifdeuren in het tussenlid waren
een fraaie vondst in een tussenwand.
Deze zijn behouden in het pand waarbij de
initiatiefnemers hebben verzocht om 1 zijde
open te mogen houden zodat de deuren
ook in gesloten toestand beleefbaar zijn.
Duurzaamheid
Bij zowel de restauraties als de
toevoegingen is gebruik gemaakt van
duurzame en passende houtsoorten
zoals Eiken, Douglas en Oregon pine.
Daarnaast is er zoveel mogelijk materiaal
hergebruikt, binnendeuren en kozijnen,
de trappen zijn herplaatst en uitkomende
stenen weer op andere plekken ingezet.
Ook het duurzaam isolatie concept voor
het project is tijdens de uitvoering volledig
gewijzigd. De vergunning ging uit van
een pilotproject waarbij Multipor© zou
worden toegepast. Naast de plaatsing van
dakisolatie en achterzetbeglazing was een
ventilatie via de wisseldorpels voorzien.
Tijdens de uitvoering bleek dit concept niet
haalbaar. Het concept is teruggebracht tot
een minimaal concept met voorzetwanden
in het pakhuis en eenvoudige
ventilatievoorziening in de wisseldorpel
die hiervoor wel aangepast moest worden.
Het reduceren van het isolatie concept
vindt monumentenzorg een verlies voor
deze ontwikkeling. NV Stadsherstel en het
Wijnhuisfonds waarschuwen de gemeente
namelijk regelmatig dat het comfortniveau
van het monumentenbestand een
probleem is bij de mutaties en de verhuur.
Wij hopen dat de locatie en de buitenruimte
de nadelen van het comfortniveau zullen
compenseren.
Conclusie
De hoog monumentale panden in de
binnenstad vragen niet alleen tijdens het
vergunningsproces om monumentenzorg.
De vergunning kan geen garanties geven
voor behoud van de belangrijkste waarden
van een monument. De belangrijkste
waarden zijn voor het algemeen verborgen
en komen pas bij sloop van inbouwen
weer in zicht. De reële restauratiepraktijk
levert de hoogste kwaliteit op bij een
gezonde en opbouwende samenwerking
tussen gemeente en initiatiefnemer.
Monumentenzorg moet dus ook tijdens de
start van de verbouwingen tijd vrijmaken
voor gekoppeld bouwhistorisch-, en
restauratietechnisch toezicht op de bouw.
Het ontwerp gaat in hoofdlijn uit van een commercieel gebruik van
de begane grond. De hoofdtoegang voor de appartementen is vanaf
de Groenmarkt. De toegang leidt naar zowel het voorhuis en (via de
geopende binnenplaats) naar van het achterhuis aan de Kolenstraat. Op
de verdieping is aan zowel de Groenmarkt al de Kolenstraat 1 appartement
met balkon op de binnenplaats. Op de verdieping is er opnieuw sprake
van 1 appartement in het voorhuis en het achterhuis. Deze appartementen
krijgen een buitenruimte in het kapje van het tussenlid. Tijdens het overleg
met de monumentencommissie werd voor dit onderdeel gebruik gemaakt
van een maquette om het ontwerp te verfijnen. Het laatste appartement
wordt bereikt door een nieuwe trapopgang die in de goot is geplaatst, de
aantasting van de kap en de vloerconstructie bleef daarbij minimaal maar
met de toevoeging van een klein dakterras heeft het plan wel invloed op het
dakenlandschap ter plaatse.
35