Jaarverslag Archeologie 2011 Zutphense pracht onder de grond In 2011 zijn door de archeologische dienst van Zutphen maar liefst acht veldwerkprojecten uitgevoerd in Zutphen en één in Doesburg. Daarnaast is in het kader van het Odysseeproject oud onderzoek (1946-1999) naar de Zutphense palts uitgewerkt. Hieronder volgen de korte verslagen van de opgravingen in de gemeente Zutphen uit het jaarverslag. Agnes van Brussel ARCHEOLOGIE "De monumenten in Zutphen vertellen maar een relatief klein stukje van de geschiedenis, terwijl bodemvondsten een veel groter deel van Zutphens rijke verleden blootleggen." Michel Groothedde, stadsarcheoloog van Zutphen, vertelt het met overtuiging. Hij heeft recht van spreken omdat onder zijn leiding een vorstelijke palts tevoorschijn kwam uit de 11e eeuw. Zijn proefschrift daarover is in een vergevorderd stadium. Terwijl hij aan de rand van een proefsleuf staat en aanwijzingen geeft aan een vrijwilligster en stagiaire, legt hij uit, waarom er in de Halvemaanstraat archeologisch onderzoek wordt gedaan. Onder in de proefsleuf staat de andere archeoloog van de gemeente, Bert Fermin, die behoedzaam de profielwand onderzoekt op scherven die de ouderdom van de grondlagen kunnen vertellen. "Kijk," zegt hij, "hier vind ik zojuist een bodem van een twaalfde-eeuwse beker met een stukje van het oor er nog aan. We wisten al dat de Halvemaanstraat in de dertiende eeuw een druk bevolkt gebiedje is geweest. Misschien vinden we hier wel bewijzen van een nog vroegere bewoning." De straat loopt dan ook parallel aan de Laarstraat, een belangrijke straat, waar nog huizen staan uit de vijftiende eeuw en de eerste houten huizen al in de dertiende eeuw werden gebouwd. "De grond was hier relatief hoog en droog, dus breidde de stad zich hier uit," legt Groothedde uit. "Rond 1600 loopt dit gebied weer leeg. Op de oudste kaart van Zutphen uit 1560, zie je allemaal huisjes hier. Vijftig jaar later is dat allemaal verdwenen en zijn er op deze plek alleen nog maar tuintjes." Spittaalstraat 81 Armoede in de 18e en 19e eeuw De sloop van een pandje in de Zutphense Spittaalstraat vormde de aanleiding voor archeologisch en bouwhistorisch onderzoek. Het perceel ligt naast een net gerestaureerd pand Spittaalstraat 65-69 uit de 15e eeuw/1621. Het perceeltje was in 1832 opgesplitst in diverse kadastrale eenheden. Twee families (Gerrits en Janssen) De geplande woningbouw in dit stukje stad is nu aanleiding om archeologisch onderzoek te doen. "Dat moet ook wel om te voorkomen dat er oude sporen verloren gaan. Maar eigenlijk wil ik als archeoloog liever niet graven. De grond is de veiligste plek om de geschiedenis te bewaren. Je kan maar een keer opgraven en er gaat altijd veel verloren." aldus Groothedde. De beide archeologen hebben een club van trouwe vrijwilligers om zich heen verzameld. "Wie er eenmaal aan begint raakt verslingerd aan de archeologie," vertelt Marjon Ristjouw, die op een avond voor nieuwkomers in de stad drie jaar geleden 'geronseld' werd. Soms gaat het enthousiasme van de vrijwilligers zover dat ze een studie archeologie gaan doen. "Toch leer je wel het meeste in het veld," vindt Fermin. Ook zonder studie is er al veel deskundigheid onder de vrijwilligers. Erik Lammers neemt de metaaldetectie op zich en Ronald Dingshoff kan dat metaal professioneel reinigen. Maaike Galema restaureert aardewerk tot prachtige exposabele stukken. "Zonder al deze vrijwilligers zouden we nooit zoveel kunnen doen. Dan was het onbetaalbaar," aldus Groothedde. lieten tussen 1775 en 1840 tientallen eenkamerwoningen bouwen op dit perceel. De woningen met een grondoppervlak van 15 tot 18m2 boden ruimte aan grote, arme gezinnen. Aan deze situatie kwam in ca. 1875 een eind. Van vijf huisjes werden de funderingen, vloeren, haarden en de keldertjes onder de bedsteden opgegraven. Veel vondstmateriaal heeft de locatie niet opgeleverd: de bewoners deelden een tonnetje op de plaatsjes tussen de huisjes. Deze tonnetjes werden vervolgens opgehaald en aan boeren doorverkocht, die er hun land mee bemestten. Botten van slacht- en etensafval, werden ook niet of nauwelijks gevonden. Die werden (mogelijk) aan de lijmindustrie verkocht. De archeologische waarnemingen zijn een goede aanvulling op de weinige historische bronnen die er beschikbaar zijn over de armen in de 18e en 19e eeuw. Restanten van stookplaatsen. Twee verschillende huisjes deelden samen één schoorsteen

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2012 | | pagina 28