CONSTRUCTIE VAN GEBOUWEN nOOR_PR.OF.JG WATTJFi N.V. Koelhuis ''De Landbouw'' Zutphen-Molmen taal VLOEREN, iirNTKNp-lioi'.OMMFN PLATONBSaSKELETBOUW Omslag van Constructie van gebouwen, deel VI: vloeren, binten, kolommen, plafonds en skeletbouw, Rijswijk-Amsterdam 1934 (tweede druk) van J.G. Wattjes. 1 91 5 1 920 1 92 5 1 930 1 935 1 940 1 945 1 950 1 955 1 960 1 965 1 970 1 975 1 980 1 985 1 990 1 995 2000 2005 Isolatiemateriaal afkomstig uit het koelhuis. Foto Ben Kooij - RCE 2011 restauratie verwijderd en afgevoerd. Er is dus een grote onderwaardering voor historische isolatie. Opvallend bij vrijwel alle vondsten is de uitmuntende conditie van het materiaal. Omdat de materialen vaak zitten ingesloten in donkere ruimten zoals tussen vloeren en wanden, zijn zij niet aangetast. Er zijn voor beelden bekend van meer dan 300 jaar oud. We kunnen dus zondermeer stellen dat histo rische isolatie duurzaam is. Tegenwoordig passen we in de bouw veel moderne isolatiematerialen als isolatieschui- men en synthetische materialen toe. Na de Exterieur in sobere Amsterdamse schoolstijl. Foto Jeroen Krijnen - gemeente Zutphen 2000 Tweede Wereldoorlog kwamen zij op en zijn niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Vanaf het begin van de industrialisa tie tot de Tweede Wereldoorlog ontstond er isolatietechnisch gezien een interessante overgangperiode. Er werden naast organische materialen nu ook anorganische materialen toegepast. Ons aller bekende asbest is daar een van. Tegelijkertijd ontwikkelde de indu strie nieuwe isolatieproducten op basis van organische materialen. Deze zogenoemde composieten hadden het voordeel dat zij betere eigenschappen ten aanzien van brand werendheid en vochtopnamen kregen en bovendien door hun compacte vorm sneller verwerkt konden worden. Organische isola tiematerialen werden vroeger vrijwel altijd los verwerkt, wat tamelijk tijdrovend was. Opdrachtgever voor de bouw van het koel huis was de Nederlandsche Coöperatieve Zuivelverkoop Centrale Zutphen. De locatie was zeer geschikt omdat via de naast gelegen haven (ca. 1882) eenvoudig de handelswaar kon worden aan- en afgevoerd. Het doel was om een botervoorraad aan te leggen die op gunstige momenten tegen een goede prijs kon worden verkocht. De bouw die eind 1919 begon, werd voor Fl. 302.000,- aan E.J. Slingerland uit Oosterhout gegund.1 De uiteindelijke kosten bleken ca. Fl. 500.000,- te zijn. Waarschijnlijk kwamen bij de aanneem- som nog de kosten voor de koelinstallatie die bestond een reeks compressoren. Uit bouwtekeningen blijkt dat J.G. Wattjes en A.J. Jansen de architecten waren van het koelhuis. Uit onderzoek van het NAI is bekend dat Jannes Gerhardus Wattjes (1879-1944) in de periode ca. 1919-1923 werkte als adviseur voor Bureau Jansen en Jacobs in Zutphen. Onbekend is dat Wattjes toen ook als archi tect optrad want in zijn oeuvrelijst, opgesteld door het NAI, komt het koelhuis niet voor. Zijn baan vanaf 1918 als hoogleraar in Delft maakte zijn verregaande bemoeienis aanvan kelijk onaannemelijk. Wattjes kennen we als een harde werker die veel heeft gepubliceerd. In een van zijn basiswerken. Constructie van gebouwen, deel VI: vloeren, binten, kolommen, plafonds en skeletbouw, tweede druk 1934, gaat hij in beeld en geschrift in op de constructie van het koelhuis. Hij blijkt balkloze paddenstoel- vloeren, beter bekend als mushroomvloe- ren, te hebben toegepast. Een voor die tijd moderne betonconstructie voor pakhuizen naar ideeën van de Amerikaanse ingeni eur Claude A.P. Turner. Volgens een recente publicatie was deze constructiewijze onder de naam 'Mushroom flat-slabsystem' in 1906 gepatenteerd.2 De berekening van deze vloeren en kolommen moet in die tijd met de beschikbare kennis en hulpmiddelen een enorme opgave zijn geweest. Wattjes en Jansen kozen deze constructie vanwege de betere luchtcirculatie t.o.v. vloeren met balken. Bovendien kon een snellere en een voudigere bouwwijze worden gerealiseerd. In ons land waren nog maar enkele gebouwen volgens het Amerikaanse idee gebouwd. In 1914 paste Michiel Brinkman het systeem toe bij de stoommeelfabriek De Maas, Brielselaan 115, in Rotterdam en een jaar later architect A.J. Joling bij het pakhuis Afrika aan de Oos telijke Handelskade in Amsterdam. Een van de bekendste toepassingen, hoewel ruim acht jaar later, is de in 1926-1930 gebouwde Van Nellefabriek in Rotterdam. 3

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen MoNUmentaal (2000-2012) | 2011 | | pagina 3