Dendrochronologisch onderzoek
Nieuwstad 4
Enkele jaren geleden werd de kapconstructie van het pand Nieuwstad 4 hersteld. Tijdens dit werk werd
de kap bouwhistorisch onderzocht en het bleek dat ondanks het feit dat hoofdzakelijk oud hergebruikt
eiken werd aangetroffen, hier wel sprake was van één partij hout. Verder bleek door onderzoek naar
de aanwezige telmerken dat deze partij alleen maar afkomstig kon zijn van de verbouwde voorganger
van het huidige pand. Tijdens de herstelwerkzaamheden konden enkele vrijgekomen stukken eiken
sporenhout worden opgeslagen ten behoeve van een dendrochronologisch onderzoek naar de ouderdom
van de kap1. Dit onderzoek heeft inmiddels plaatsgevonden en bevestigde dat het ging om één partij
hout, waarvan kon worden vastgesteld dat de bomen in de herfst/winter van 1478 zijn gekapt. De partij
zal waarschijnlijk in de loop van 1479 zijn gebruikt voor het bouwen van een nieuwe kapconstructie
tijdens een omvangrijke verbouwing of nieuwbouw van de voorloper van het huidige pand.
Verschijningsvorm
Historisch kadaster
Jeroen K rijnen
1820 1825 1830 1835 1840 1845 1850 1855 1860 1865 1870 1875 1880 1
1890 1895 1900 1905 1910
Omdat het 15e-eeuwse huis - afgezien van
het hout dat voor de kap werd hergebruikt
- in de 19e eeuw volledig werd vernieuwd,
moeten we voor de historische verschijnings
vorm enigszins speculeren. Het huis had zeer
waarschijnlijk een hoge begane grond met
direct daarboven de zolder. Deze vermoede
lijke opzet wordt ingegeven door de sloop
van de oude kap, een ingreep die te verklaren
is door de bouw van een volwaardige eerste
verdieping. Ook het feit dat vrijwel al het
sporenhout van de oude kap is hergebruikt en
de aanwezigheid van een vergelijkbaar pand
op de tegenoverliggende hoek (Nieuwstad 6)
pleit voor deze opzet. De begane grond zal
een hoogte gehad hebben van vier tot 4,50
meter2, met mogelijk aan de achterzijde een
insteek, alhoewel deze ook wel later werden
toegevoegd. Een stenen schouw zal de ruimte
onder de insteek hebben verwarmd en via het
rookkanaal ook de insteekverdieping zelf.
De zoldervloer zal opgebouwd zijn geweest
als samengestelde balklaag van zeer waar
schijnlijk 4 balkvakken met drie moerbalken
op ca. 2,75 meter hart op hart uit elkaar met
twee strijkbalken bij voor en achtergevel. Op
zolder zal de kapconstructie hebben bestaan
uit drie gebinten die de eiken sporen met
panlatten droegen en daarop een gemet
seld dak van holle en bolle pannen. Over de
voorgevel kan slechts worden gespeculeerd,
een trapgevel of een tuitgevel, maar zeker is
dat het toepassen van bakstenen kruis- en
kloosterkozijnen in die periode in Zutphen vrij
algemeen gebruikelijk was. Of deze kozijnen
waren opgenomen in een vlak gemetselde
gevel of met wat meer architectonische wel
daad waren opgenomen binnen gotische
spaarvelden is niet duidelijk. Een bouwteke
ning uit 1936 met de bestaande toestand van
Nieuwstad 54 geeft een idee hoe Nieuwstad
4 er kan hebben uitgezien kort voor de verho
ging het pand in de 19e eeuw.
In relatie tot de datering van het hout van de
kapconstructie is gekeken in het zg. historisch
kadaster of er een verkoop of hypotheek
opname heeft plaatsgevonden kort voor de
kapmoment van het hout. Dit bleek niet het
geval. Het huis was ten tijde van de verbou
wing in 1479 in het bezit van Johan Bartold.
Deze had het samen met het huidige adres
Nieuwstad 2 in het bezit. Bij het in werking
treden van het kadaster in 1832 was Nieuw-
stad 4 in het bezit van Anthonie Timan,
koopman, die het in 1848 heeft verkocht aan
A. Kip, winkelier. In 1860 gaat het bezit over
naar Gerrit Vergeer, winkelier. Deze verkoopt
reeds in 1863 aan
Etwiel Heer. Mogelijk is het pand in één van
beide jaren verbouwd en met hergebruik van
de oude kap met een verdieping verhoogd.
De voorgevel was gepleisterd en had een
centraal geplaatste deurpartij, geflankeerd
door schuifvensters. Vervolgens is het in 1890
voorzien van een rijk gedetailleerde winkelpui,
wanneer het pand wordt aangekocht door
Salomon de Winter, slager van beroep.
Nieuwstad 4 wordt in ieder geval in 1913 en
in 1928 opnieuw verbouwd. Bij de laatste ver
bouwing, die plaats vindt onder initiatief van
Markus de Winter, worden de tegenwoordig
aanwezige, grote etalageruiten ingebracht. In
1948 tenslotte wordt de bovenwoning aange
past en op de begane grond een café in het
pand gevestigd.
24