Beukerstraat 45 Zu t p he n-M oilmen taal 1 91 5 1 920 1 92 5 1 930 1 935 1 940 1 945 1 950 1 955 1 960 1 965 1 970 1 975 1 980 1 985 1 990 1 995 2000 2005 Dit proces begon al in de twaalfde eeuw en gaat door tot in de veertiende eeuw. De middeleeuwse humeuze pakketten heb ben een uitstekende conserverende werking. Onder de vondsten bevonden zich resten van schoeisel en de schede van een groot mes. Ook metaal is goed geconserveerd in deze lagen. Naast hoefijzers werden ook enkele profane insignes en pelgrimsinsignes van tin- lood gevonden (o.a. St. Cornelius, Karel de Grote). Bijzonder tenslotte is de vondst van een stuk van een goedendag, een venijnig steekwapen uit de veertiende eeuw. Een derde middeleeuws straatniveau heeft een keienbestrating die op zijn plek werd gehouden door lange eikenhouten palen. De bovenkanten hiervan zijn niet bewaard geble ven, maar het is aannemelijk dat deze palen horizontaal liggende planken op hun plek hielden, die op hun beurt de keien weer op hun plek hielden. De houten palen zijn den- drochronologisch gedateerd rond 1496. Dit jaartal komt aardig overeen met de oudste dendrochronologische dateringen van kap constructies van oudste bakstenen huizen in de Laarstraat. De verstening van dit stadsdeel gaat dus samen met de verstening van de straatdekken. De Laarstraat is het verlengde van de Beuker straat. Deze straat valt binnen de Oude Stad die omsloten werd door een stadsmuur en een gracht. In de zeventiende eeuw werd dit zelfs een dubbele gracht. Omstreeks 1615 werd de nieuwe vesting dwars door de stad aangelegd en kwam de Spittaalstad als een voorstad buiten de hoofdomwalling te liggen. De Laarstraat begon dan ook aan de west zijde met een dubbele brug. In de stadsmuur bevond zich aan het einde van de Beuker straat de Binnen Laarpoort. Van de brug over de vestinggracht werden drie gemetselde bruggenhoofden teruggevonden in de riool sleuf. De brugresten dateren vermoedelijk van direct na 1615. Over het meest oostelijke deel van de brug lag een ophaalbrug. De gracht vulling tussen de twee buitenste bruggen hoofden dateert uit circa 1700. In 1707 werd na modernisering en uitbreiding van de Zut- phense vesting, de vestinglinie tussen Oude Stad en Spittaalstad opgeheven. De ophaal brug zal toen zijn gesloopt en de gracht eron der gedempt. De brug werd dus ingekort. De overige grachtvulling onder de brug dateert uit de twintigste eeuw. De gracht was in deze tijd verworden tot een smal open riool met de naam Moddergracht. De definitieve demping vond in 1961 plaats. Men kon Zutphen via de Laarstraat verlaten door de Buiten Laarpoort uit te lopen. Van deze poort, midden op de kruising Warns- veldseweg Berkelsingel Laarstraat Graaf Ottosingel werden al delen waargenomen bij eerdere rioolbegeleidingen (zie o.a. Zutphen MoNumentaal nr. 16 en ZAP 31). Het gaat om zeer diep gefundeerd laat veertiende- eeuws muurwerk. Een nieuw gegeven is dat de poort aan de binnenzijde voorzien was van vleugelmuren die een knik maakten ten opzichte van de poortdoorgang. Ze vormden als het ware een trechter om het verkeer van de brede Laarstraat door de smalle poortdoor gang te leiden. Het oorspronkelijke straatni veau is als een leemlaag binnen de poort te herkennen, ongeveer anderhalve meter onder het huidige straatniveau. De resultaten van het onderzoek zullen in februari 2010 in boekvorm verschijnen: Bert Fermin en Michel Groothedde 2009: De middeleeuwse Laarstraat van brug tot poort. Zutphense Archeologische Publica ties 49. Het boek gaat vermoedelijk 13,- kosten en zal verkrijgbaar zijn bij de Zutphense boek handels, bij www.halos.nl en bij de archeolo gische dienst. Een kleine archeologische waarneming bij de renovatie van dit middeleeuwse pand leverde waardevolle gegevens op over de archeologi sche ondergrond van met name het achter terrein. Er werd in het gat voor een nieuwe kelderingang een stratigrafie van archeologi sche lagen gedocumenteerd. De ondergrond bestond uit een prestedelijke akkerlaag op fijn rivierduinzand. Daarop lagen ophogingslagen, brandlagen en lemen vloeren uit de 13e en 14e eeuw. De brandlaag was vermoedelijk die van 1284. Mogelijk versteende het voorhuis na die brand. Op het achterterrein lag een grote ronde beerput die reeds beschadigd was. Het perceel grensde aan de achterzijde aan de 12e-eeuwse omwalling. Hier zijn geen waarnemingen verricht aangezien er op 95% van het terrein archeologievriendelijk werd gebouwd. Kim van Straten 2009. Een afdaling in het Een deel van een pelgrimsinsigne met het aangezicht van (vermoede lijk) Karel de Grote (Aken?, 14e eeuw). Uitsnede uit de plattegrond van Johan Bleau (1649). 1 Paardenwalbastion, huidige David Evekinkstraat, 2 de brug over de binnengracht, 3 de Laar straat, 4 de Buiten Laarpoort. Werkzaamheden bij de beerput op het achterterrein van Beukerstraat 45. 5

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen MoNUmentaal (2000-2012) | 2011 | | pagina 5