Kammen in Zutphen KAM; is een gereedschap of tuig, uit verscheide lange tanden bestaat, welke daar uit gezaagt, aan het eene end aan 't zelfde stuk vast zijn, en gebruikt worden om het haair te ontwarren, en van vuilnis en ongedierte te reinigen. Men heeft ze van veelerlei zoorten, van grootte, en fijnte van tanden, naar believen, en naar het gebruik. (Chomel de Chalmot 1787, 1414) Samengestelde kammen Zu t p he n-M oilmen taal Marloes Rijkelijkhuizen 1 91 5 1 920 1 92 5 1 930 1 935 1 940 1 945 1 950 1 955 1 960 1 965 1 970 1 975 1 980 1 985 1 990 1 995 2000 2005 De Fransman Noel Chomel bracht in 1709 de eerste versie van zijn 'dictionnaire oeco- nomique' uit. Er verschenen in de 18e eeuw meerdere edities van zijn werk, vertaald in het Nederlands. De Chalmot voegde daar bovendien veel informatie en verbeteringen aan toe. In de beschrijving over de kam is te lezen dat er kammen bestonden in veel soor ten en maten. Uiteraard is dit ook toepasbaar op voorgaande eeuwen. De grootte van de kam en de fijnte van de tanden waren onder andere afhankelijk van de heersende mode en het gebruik, maar ook van het gebruikte materiaal. Een kam is niet alleen voor hoofd haar te gebruiken, maar ook voor baardhaar, snorhaar of de manen van een paard. De keu ze voor de materialen voor de vervaardiging van de kammen was met name afhankelijk van de beschikbaarheid en de eigenschappen van de materialen. Vooral dierlijke materialen werden veel gebruikt, vanwege de gunstige eigenschappen die zij bezitten. In de loop der tijd veranderde de vorm van de kam en de gebruikte grondstof meermaals (Rijkelijkhui zen 2008). De oudste kam die in de gemeente Zutphen opgegraven is, is een samengestelde kam en dateert uit de 4e eeuw na Christus. De kam is gevonden in één van de zes crematiegraven van het grafveld op het Laaksche Veld. Het grafveld is opgegraven in 1998 en behoorde bij de nederzetting Eme. In hetzelfde graf zijn ook één of enkele dobbelstenen aangetrof fen. De kam en de dobbelstenen waren op de brandstapel met de dode mee verbrand. De crematieresten en de grafgiften waren vervol gens verzameld en waarschijnlijk in een doek of zak begraven. Bij de opgraving in 1995 van het grafveld behorende bij de nederzetting Leesten is eveneens een samengestelde kam aangetrof fen in een crematiegraf. Dit graf dateert uit de 4e of 5e eeuw na Christus en ook hier waren dobbelstenen in het graf aanwezig. In dit urngraf zijn waarschijnlijk crematieresten van meerdere personen begraven. Bovendien bevatte het graf vele andere bijgiften zoals kralen, beslagstukjes en metalen voorwerpen (Groothedde 1996; Bouwmeester 2000; Groothedde et al. 2001). De Frankische nederzettingen Eme en Leesten waren in de laat-Romeinse tijd geografisch gezien buren op ongeveer 900 meter afstand van elkaar. In de prestedelijke nederzetting Zutphen zijn enkele samengestelde kammen opgegraven uit latere perioden. Een fragment van een kam uit de 9e eeuw is gevonden bij de opgra ving van het 's Gravenhof in 1999. Een frag ment van een vierde samengestelde kam is gevonden bij de opgraving aan de Huize van de Kasteele en dateert uit de 10e eeuw. De kam van het Laaksche Veld is op de brand stapel erg verbrand en is daardoor gekrompen en in kleine stukjes uiteen gevallen. De ver siering van puntcirkels en de restanten van de spijkers die de samengestelde kam bij elkaar hielden, zijn echter nog duidelijk te zien (Fig. 1). Samengestelde kammen werden vanaf de laat-Romeinse tijd vervaardigd tot ver in de middeleeuwen. De meest gebruikte grond stof hiervoor was gewei. Gewei heeft als belangrijke eigenschap dat het flexibel is en erg geschikt is om werktuigen van te maken. Pas later, toen er waarschijnlijk een tekort aan gewei optrad, ging men sporadisch over tot het gebruik van bot. Samengestelde kammen bestonden in meerdere vormen en met ver schillende decoraties. Een voorbeeld van een dergelijke kam is te zien in Fig. 2. Deze kam is gevonden in de terp Ferwerd en is aanwezig in de collectie van het Rijksmuseum van Oud heden te Leiden. Samengestelde kammen bestonden uit vele stukjes gewei. Men maakte kleine dunne plaatjes gewei die naast elkaar gelegd wer den. Vervolgens nam men twee lange stukken gewei (dekplaten) waartussen de plaatjes aan één zijde vastgezet werden. De dekplaten werden vastgezet met metalen nagels. De tanden werden gezaagd, nadat de plaatjes vastgezet waren. Het is immers Figuur 1: Kam uit crematiegraf Laaksche Veld, 4e eeuw na Christus (OOY98-3439). Collectie: gemeente Zutphen. Foto: Marloes Rijkelijkhuizen. 21

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen MoNUmentaal (2000-2012) | 2011 | | pagina 21