Doorsnede door een kwadrant van
de vulling van de vroeg 13e-eeuwse
kelder.
Foto Bureau Archeologie gemeente Zutphen
Scenario 2 van de fasering in de defensieve linie rond Zutphen. Ze stellen
een sectie voor ter hoogte van de Houtmarkt. De nederzetting ligt aan de
linkerzijde, het buitengebied aan de rechterkant.
In de vroege negende eeuw kende de plaats volgens de nieuwste inzichten
twee concentrische droge grachten met wallen waarop een vlechtwerkwand
stond. In het laatste kwart van de 9e eeuw wordt er een nieuwe, hogere wal
gebouwd binnen de oude linie. Hiervan is de gracht vrijwel zeker watervoe
rend geweest. De binnenste oude wal en gracht worden gehandhaafd, de
buitenste linie wordt geslecht omdat verdediging anders te veel mankracht
zou vergen. In de 11e eeuw wordt de laat 9e-eeuwse binnenste wal opge
hoogd en verbreed en de gracht uitgediept en verbreed. Hierbij verviel de
overgebleven vroeg 9e-eeuwse wal. In de vroege 13e eeuw bestaat de 9e/11e-
eeuwse wal nog als een symbolisch relict. In de 12e eeuw is hier namelijk al
weer een nieuwe wal omheen aangelegd, voorzien van tufstenen torens en
poorten. De zone tussen de 12e-eeuwse omwalling en de oude ringwalburg
wordt bebouwd. Het houten huis van even na 1200 dat in Houtmarkt 63 is
aangetroffen, staat met voor- en achtergevel op de oudste grachten. Het
gebouw is voorzien van een kelder die waarschijnlijk tufstenen wanden had.
twee grachten één fase vertegenwoordigen,
de binnenste brede gracht een tweede. De
datering van de grachten is lastig. De buiten
ste gracht is in de late 9e eeuw gedempt. De
middelste gracht vormt duidelijk een eenheid
met de buitenste, maar lijkt pas in de 11e
eeuw dichtgegooid te zijn. De brede gracht
onder de markt lijkt in het laatste kwart van
de 9e eeuw gegraven te zijn als onderdeel
van een cirkelvormige versterking tegen
vikingaanvallen.
Uit booronderzoek blijkt dat deze gracht in
de 11e eeuw is vergroot en uitgediept. Omdat
de wal ook werd verbreed schoof de gracht
een eindje naar buiten op. Hiervoor moest de
middelste gracht wijken. De gracht onder de
markt werd definitief gedempt in de eerste
decennia van de 14e eeuw.
Wanneer het systeem van de buitenste twee
smalle grachten is aangelegd, blijft onduide
lijk. Er zijn twee scenario's.
Het eerste gaat uit van een C-14-datering van
de onderste, grijze, vondstloze laag tussen
240-335 na Christus1.
In dat geval zou het dus gaan om een
laat-Romeins -Germaans systeem. Binnen
de grachtstructuren is op diverse plaatsen
inderdaad bewoning aangetoond uit de
laat-Romeinse tijd. Het gebied rond het plein
's-Gravenhof, het bestuurlijke centrum van de
stad, kent zelfs een onafgebroken bewoning
vanaf de midden Romeinse tijd, waar behalve
vondsten van Romeinse luxe-importen ook
sporen van bronsbewerking zijn aangetrof
fen. Dit impliceert in ieder geval dat het hier
niet om een puur agrarische nederzetting
gaat. Gezien de dempingsdatum (resp. 9e
en 11e eeuw) zou dit wallensysteem dan erg
lang gefunctioneerd moeten hebben. Dit is
in theorie mogelijk: sommige castella (met
aarden wallen en grachten) zijn eveneens tot
ver in de middeleeuwen in gebruik gebleven.
Buiten de limes is er echter in Nederland geen
voorbeeld van een andere stad waarvan de
topografie terug gaat tot in de Romeinse
tijd. Voorlopig is het dan ook veiliger om uit
te gaan van scenario 2, en te veronderstel
len dat het gedateerde materiaal (dat wel uit
tientallen stukjes houtskool bestond) ouder
materiaal is dat door grondwerk in de mid
deleeuwen in de grachtvulling terecht is geko
men betreft. Onderzoek in de toekomst zal
hierover uitsluitsel moeten geven.
Scenario 2 gaat uit van een oudere fase dan
de ringwalburg van na 882 AD. Het is zeer
aannemelijk dat de nederzetting -die in de 9e
eeuw reeds een kerk en een grafelijke houten
zaal had- verdedigbaar was. In 816 verordon
neerde bisschop Chrodegang van Metz dat
Doorsnede door de buitenste gracht.
8