KZSö5i - /S' eeuw
'j'eeuw
I lje+ zoe eeuuj
De steeg richting de achterzijde
met links de dichtgemetselde ven
sters van het eerste achterhuis.
Foto Jeroen Krijnen gemeente Zutphen
De onderzijde van de zoldervloer
van het eerste achterhuis, boven
de zaal. De naden tussen de brede
eiken vloerdelen zijn bij de bouw
afgedekt met geprofileerde vuren
latjes om stofneerslag te voorko
men.
Foto Jeroen Krijnen gemeente Zutphen
Plattegrond van Laarstraat 59 met globale ontwikkeling van het huis.
De oriëntatie van de balklagen is aangegeven alsmede de aangetroffen
historische stookplaatsen en trappen. De spiltrap naar de insteek in het
hoofdstuk is gereconstrueerd.
De oorspronkelijke zoldervloer van het hoofdhuis van Laarstraat 59 bestaat
uit moer- en kinderbinten met peerkraalsleutelstukken. Zij dateren de
balklaag globaal in de 15e eeuw.
Foto Jeroen Krijnen gemeente Zutphen
uit de 15e eeuw te dateren. Bij sloop van de
muur en het stookkanaal bleek bovendien
dat deze nog een verrassing in zich had, want
het bleek te gaan om een vakwerkwand van
slechts een halve steen dik. Van de eiken
houten onderdelen konden enkele monsters
genomen ten behoeve van een dendrochro-
nologische datering.
In een later te verschijnen bijdrage kunnen de
uitkomsten worden gepubliceerd.
De zaalruimte eronder was in eerste instantie
voorzien van een verlaagd plafond en dicht
gemetselde ramen, maar toen de vensters
weer geopend waren en het gehavende,
ongedecoreerde stucplafond was verwijderd,
bleek hoe goed de 17e-eeuwse ruimte behou
den was gebleven. Ettelijke details getuigden
nog van de afwerking uit de ontstaanspe
riode van de kamer. Zo was de onderzijde
van de zoldervloer met de ca. 50 centimeter
brede en 4 centimeter dikke vloerdelen weer
in het zicht. Om het doordwarrelen van stof
te voorkomen waren bij de bouw de naden
tussen de planken aan de onderzijde met
geprofileerde latjes afgewerkt. De schouw
uit de 17e eeuw was nog aanwezig, inclusief
het rookkanaal en de geprofileerde lijst bij de
overgang naar het plafond. Weliswaar waren
de oorspronkelijke kruisvensters in de loop
der tijd vervangen door schuifvensters, de
locatie was ongewijzigd en zelfs de boven
dorpels van de oude kruiskozijnen waren
nog aanwezig. Door het ontbreken van
een monumentenstatus is het niet mogelijk
gebleken om dit unieke achterhuis in al zijn
cultuurhistorische rijkdom te behouden. De
bijbehorende kelder, de beide zijmuren en
de ruimtelijke structuur met de steeg geluk
kig wel. Ook het 15e-eeuwse hoofdhuis kon
behouden worden met de daar aanwezige
moer- en kinderbintenbalklaag en de histori
sche kapconstructie en wordt op het moment
van schrijven gelukkig gerestaureerd.
van architect G.J. Jacobs
1 820
6