Coöperatieve
Boerenleenbank
Graaf Ottosingel 189
Bankgebouw met bovenwoning
Architect: A. Sobel, Zutphen
Opdrachtgever:
1949
De oude Boerenleenbank stond aan de Hob-
bemakade. Dit pand was echter te klein
geworden. Het nieuwe bankgebouw maakte
deel uit van het bouwvolume van de verwoeste
stadskern en werd gebouwd in samenspraak
met het Bureau Wederopbouw. Er werd een
geelgrijze handvormsteen gebruikt en er zaten
luxe granieten plinten in. Op het dak kwamen
blauwe Hollandse pannen.
Het is een smal en diep pand. De architect
heeft als oplossing voor deze onhandige lig
ging het pand als het ware een kwart slag laten
draaien door de ingang van het bankgedeelte
in de lange zijde aan de noordkant te plaatsen.
Een gang van betontegeis leidde van de straat
naar de entree in de zijwand. Onder de gang
zat de beerput van 3 m3 met opvang van
regenwater en wc-afvoer. De gang was aan de
straatkant door de deur rechts in de oostgevel.
Bij binnenkomst in het bankgedeelte was rechts
de wachtkamer, dus eigenlijk aan de achterkant
van het gebouw. Bovenin het plafond van de
wachtkamer zat een daklicht van glazen bouw
stenen. Aan de straatzijde van het bankge
bouw zat het kantoor, links achterin de kamer
van de directeur.
De deur links in de voorgevel leidde naar een
portaal met een trap naar de bovenwoning,
over de kluis heen!
De oostgevel met de voordeur voor de woning
zat aan de Graaf Ottosingel, ten noorden van
het bankgebouw was een perceel voor een
woning die nog gebouwd zou worden en aan
de westkant was de tuin. Zuidelijk was bestaan
de bebouwing.
Het bovenhuis was breder dan het bankge
bouw. Het kraagde rechts boven de gang uit,
waardoor er meer woonruime ontstond voor
de bewoners van het huis. Het raam boven
links was van de keuken, het raam midden
was de woonkamer en het raam rechts was de
eetkamer.
Behalve de bank en het woonhuis was er een
schuur aan de achterzijde en een kelder, waar
onder andere de kolen in werden opgeslagen.
Uiterlijk: erkervorm raam woonkamer, omlijs
ting voordeur en bovenraampje woning
Gevelplaten, ronde raampje boven gang naar
zijkant.
In 1959 werd de bank verbouwd. Er kwam een
bronzen tochtpui voor het tochtportaal bij de
entree aan de zijkant en ook een stalen pui om
het privé-kantoor en het kantoor van het perso
neel te scheiden.
In het woonhuis werden ingrijpender verande
ringen doorgevoerd. De badkamer, die eerst
achter de woonkamer zat, werd verplaatst naar
de zolder met een dakraam links in het dakvlak,
om de woonkamer te vergroten. Voor ditzelfde
doel werd de schoorsteen verplaatst. Aan
de straatzijde van het pand werd een ijzeren
kolenluik gemaakt. Ook dit pand werd al snel
te klein, in 1964 verhuisde de bank naar een
26