gen in temperaverf, met als motief de actie
ve mannenfiguur als de zendende zijde van
het bedrijf en de passieve vrouwenfiguur als
de ontvangende.
Het achterste gedeelte van het gebouw
was de zaal voor de logistieke afhande
ling van de pakketpost. Aan de achterzijde
bevond zich het los- en laadperron voor de
postauto's. Op de verdieping bevond zich
de bestellerszaal, een ruimte voor aangete
kende stukken en voor de afdelingschef.
Een gezamenlijke kantine bevond zich op de
hoek boven de ingangsportiek. De kunste
naar Heinz van Teeseling uit Nijmegen maak
te voor deze ruimte twee wandpanelen van
geschilderde en gebrande tegels, waarop de
historie van het postwezen was te zien.
Verder bevatte het gebouw nog verschil
lende entresols waarin onder andere een
ruimte was voor een bedrijfsarts, een wacht
kamer en een vergaderzaaltje met binnenra-
men waardoor men in de publiekshal keek.
In de kelder bevonden zich een fietsenber
ging, een ruimte voor een fietsenmaker,
verschillende bergruimtes, de centrale ver
warming en kolenkelders. Voor de asafvoer
op de verschillende verdiepingen werd een
'elektrische hijsinrichting' gemaakt.
Bij de opening van het nieuwe postkantoor
op 28 september 1954 noemde de Directeur
Generaal van de PTT het gebouw 'groot,
zonder groots te zijn'.
Tegenwoordig wordt slechts een klein deel
van het grote gebouw gebruikt als postkan
toor en dan alleen nog voor de publieks
gerichte zaken. Het ontvangen en sorteren
gebeurt elders. Delen van het gebouw wor
den verhuurd aan GGNet voor dagopvang.
Maar nog steeds staat het gebouw 'groot'
te zijn en is het een typerend voorbeeld van
wederopbouwarchitectuur in Zutphen.B
/alphei
24