Stationsplein
Stationsplein
71 t/m 93
13 Zutphen-MoieKlmentaa
Stationsplein,
IJsselkade en
Molengracht
Stationsplein 103 t/m 141
12 Etagewoningen,
waarvan één met winkel
Architect:
J.L. van Houte, Vorden
Opdrachtgever:
H.G. Obdeijn, 1955
Het pand op de hoek
van de Berkelpoortstraat
en het Stationsplein heeft
een mooie, opvallende
raampartij boven
de voordeuren.
Foto collectie Stedelijke Musea Zutphen
20 Etagewoningen
Architectenbureau: A C. Buitenhuis,
Deventer
Opdrachtgever: H.G. Obdeijn
1955
Het stuk tussen de IJsselkade en de Looier
straat is als laatste perceel van het stations
gebied bebouwd met etagewoningen. Het
is een langgerekte blok met een plat dak.
Het is verdeeld in drie portieken. De portiek
rechts heeft vier woonlagen, de twee andere
portieken hebben drie woonlagen. De entrees
met trappenhuizen springen iets naar voren,
waardoor het geen strakke gevel is. Ook
de oudroze geverfde betonnen gevelplaten
geven het gebouw een vriendelijke uitstraling.
De flat is gebouwd als pand met twintig mid
denstandswoningen, elk voor acht personen
(dat wil zeggen met drie slaapkamers).
Ir. Kuipers, nog steeds belast met de vergun
ningen voor alle bouwplannen, wilde aanvan
kelijk geen toestemming geven voor de bouw
van dit complex. Hij vond het niet passen bij
de andere bebouwing van de IJsselkade. Het
doel bij het wederopbouwplan was geweest
om dit stuk, de entree van Zutphen vanaf
de brug, een architectonische samenhang te
geven. Met drie verschillende architecten en
evenzoveel bouwstijlen was dat volgens Kui
pers onmogelijk. Uiteindelijk is het gebouw er
toch gekomen.
Op de kopse kant van het blok, gericht naar
het westen en heel goed te zien als men
vanaf de brug Zutphen in komt, staat het
Monument voor de wederopbouw van de
beeldhouwer Titus Leeser.
Het is een beeld van twee vrouwfiguren. De
onderste, liggende, statische figuur verbeeldt
het oorlogsverleden van Zutphen. De boven
ste, staande, dynamische figuur symboliseert
de wederopbouw en de toekomst. Het beeld
is gemaakt in opdracht van de Stichting Zut
phen en werd in 1961 onthuld.