Broederenkerkhof en -plein Kreynckstraat Polsbroek Zutphen-Molmen taal 1 91 5 1 920 1 92 5 1 930 1 935 1 940 1 945 1 950 1 955 1 960 1 965 1 970 1 975 1 980 1 985 1 990 1 995 2000 2005 makende 18e-eeuwse groepsverkrachting en moord op een prostituee heeft plaatsgevon den. Verreweg de meest belangwekkende vondst betrof de resten van een verdedigingswal met natuurstenen (tufstenen) torens en een poort. De wal en de tufstenen bouwwerken konden worden gedateerd rond 1150. De versterking kon bij nadere analyse zelfs geheel worden gereconstrueerd tot een stadsomwalling van mogelijk zeven tufstenen torens en twee poorten die op een onderlinge afstand van 65 meter van elkaar stonden. Het vormde de noordelijke en oostelijke verdediging van een kolonie handelaren en ambachtslui die zich buiten de grote Zutphense ringwalburg hadden gevestigd. Het bijzondere is dat het hier niet om een burchtversterking ging maar om een vroege vorm van een stadsverdediging. Daarmee heeft Zutphen, met Deventer en Utrecht, de oudste stadsversterkingen die als voorloper beschouwd kan worden van de latere mid deleeuwse stadsmuren. Het gebruik van het vulkanische tufsteen uit de Eifel wijst op een machtige opdrachtgever: de graaf van Gelre en Zutphen. De meest westelijke ontdekte toren van de versterking droeg de naam Apenstert (Apen staart). De 8,5 meter brede toren stond dicht bij de IJsseloever. In de latere middeleeuwen werd de toren als stadsgevangenis gebruikt. De ontdekte poort vormde de noordelijke uitgang van de stad maar werd in de 13e eeuw gesloopt vanwege de aanleg van een watermolencomplex rond 1225. De poort en de hoofdstraat werden naar het oosten verplaatst. Nog altijd ervaart het winkelend publiek de bijna 800 jaar oude knik in de route van de Korte Hofstraat en de Turfstraat. De ontdekking van de tufstenen verdedi gingswerken is van groot belang voor het onderzoek naar de vroegste vormen van stadsontwikkeling in ons land. Zutphen behoort, mede door deze vondst en samen met Utrecht, Deventer, Groningen en Nijme gen, tot de oudste middeleeuwse steden van Nederland. Alhoewel het veldwerk al in november 2006 plaats vond, is het grote belang van de vondst vooral gebleken tijdens de uitwerking. In juni 2007 zijn bij opgravingen aan de Zaadmarkt 91 de resten onderzocht van de diepe gracht deze versterking. De vondst van Detail van een 13e-eeuws zwaard gevest en schede waarvan in de Kreijnckstraat een fragment is gevonden. de gracht bevestigt de hypothese van de lig ging van de versterking. (literatuur: M. Groothedde H.A.C. Fermin 2007: Verdwenen huizen, tufstenen torens en houten straten rond de Apenstert. Riooltracé- begeleiding Rozengracht - Broederenkerkhof - Kreynckstraat. ZAP 27) De archeologische begeleiding van deze straat maakt deel uit van hetzelfde rioolvervangings- project als de Rozengracht en de Kreynck- straat. Het voormalige kerkhof van de Broe derenkerk was in de kloostertijd (ca. 1300 - 1600 en na de Reformatie (tussen 1600 en 1830) in gebruik. Om het kerkhof liep een vroeg 14e-eeuwse muur, die in de winter van 2005 ontdekt werd. Deze muur werd nu verder gevolgd. Er werden ook twee dwars- muurtjes ontdekt ter hoogte van het huidige portaal in de zuidgevel (het huidige portaal dateert uit 1826). In 2000 was al bouwhisto risch vastgesteld dat het portaal uit 1826 al een middeleeuwse voorganger gehad moet hebben. Helaas werd bij de graafactiviteiten ook een aantal begravingen verspit omdat het kerkhof ter hoogte van het Broederenkerk plein enkele meters breder bleek te zijn. Aan de noordzijde van het plein werd een mogelijke poortfundering van de noordelijke kloosterommuring aangesneden. (literatuur: zie Rozengracht) De Kreynckstraat ligt in het verlengde van het Broederenkerkhof en -plein. Precies op de grens vindt er echter in de ondergrond een grote verandering plaats. De westgevel van de Broederenkerk ligt op een van de hoogste punten van het Zutphense rivierduin (hoger dan 9.18 NAP), maar precies op de plek waar de Kreynckstraat begint, maakt het reliëf een vrije val tot ca 5.00 NAP enige tiental len meters verder). Vóór de 12e eeuw blijkt hier een IJsselmeander zich in het duin te heb ben ingevreten. Om dit te compenseren heeft men vanaf de late 12e eeuw of vroege 13e eeuw constant het terrein opgehoogd met mestig materiaal. Hierin zijn zeker vier niveaus met 13e-eeuwse houten huizen en zeker drie niveaus met houten straten aangetroffen. In 2005 werd in de 13e-eeuwse rooilijn boven dien een bakstenen huis aangetoond. De mestpakketten konden gedurende het rioolproject slecht beperkt onderzocht worden op vondsten, maar leverden ondanks dat zeer veel materiaal op. Het gaat om zeer veel aar dewerk (met zeldzame vormen en -soorten), bot en vooral leer. Onder het leer bevinden zich naast vele schoenen en productieafval ook stukken van tassen, riemen en schedes, waaronder een stuk van een zwaardschede. Ook qua metaal is er dankzij de inspanningen van detectoramateurs ook redelijk wat aan metaal gevonden. Hieronder bevinden zich fraaie gespen, een schaapscheerderschaar, een profaan insigne en een grote sierknop van bronsblik met tot nu toe nog onbekende func tie. Een laatste interessante vondst was die van een stuk verweerde menselijke schedel die dus ouder is dan het dichtst bijzijnde kerkhof. Mogelijk gaat het hier om een vroeg middel eeuwse begraving (bijvoorbeeld uit het Mero- vingische grafveldje rond de Waterstraat) waar men bij graafwerkzaamheden op is gestoten. (literatuur: zie Rozengracht) Op het parkeerterrein bij de Albert Heijn werd voor de plaatsing van een ondergrondse vuilcontainer een stukje 17e-eeuwse gracht onderzocht dat deel uitmaakte van de ves tinggracht om de Paardenwal. De gracht is in fasen vanaf de 18e eeuw met huisvuil gedempt. (literatuur: wordt meegenomen met toe komstige waarnemingen bij de plaatsing van ondergrondse containers. De plaatsing van 7

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen MoNUmentaal (2000-2012) | 2007 | | pagina 7