sche dienst Zutphen in 2006
Isendoornstraat
Stationsplein
Zutphen-Molmen taal
1 91 5 1 920 1 92 5 1 930 1 935 1 940 1 945 1 950 1 955 1 960 1 965 1 970 1 975 1 980 1 985 1 990 1 995 2000 2005
Opgraving van de Schullentoren
aan het Stationsplein.
Het riool voerde verder door het voormalige
Oude en Nieuwe Gasthuis, in de 15e eeuw
begonnen als het Sint Catharinaconvent.
Gebleken is dat de 19e-eeuwse facade ervan
grotendeels gebouwd is op de toen reeds
gesloopte stadsmuur. In een kuil van het gast
huis werd een grote hoeveelheid 19e-eeuwse
pispotten en tafelwaar aangetroffen. Aan de
noordzijde van het onderzoeksgebied werden
de westelijke zuidgevel (inclusief dwarsmuur-
tjes) van het Sint Maria Magdalenaconvent
met twee bijbehorende beerputten blootge
legd. Op de kaart van Bleau uit 1649 is te zien
dat hier twee huisjes hebben gestaan die bij
het convent hoorden, maar de precieze func
tie is niet bekend.
(literatuur: zie Kruittoren, Zap 26)
Bij de Vrije School de IJssel moest een
bodemsanering worden uitgevoerd op grote
diepte (olievlek op 5 meter diepte). Daaraan
voorafgaand werd het terrein archeologisch
onderzocht. De hele strook historische bebou
wing aansluitend ten zuiden hiervan werd al
in 1999-2000 onderzocht in verband met de
bouw van de Vrije School de IJssel. Het ging
aliseerd gaat worden in de bestrating bij de
nieuwe inrichting van het stationsgebied.
Daarnaast heeft het onderzoek ook inzicht
gegeven in de precieze datering van de bouw.
De jongste scherven in de insteek dateren
uit het eerste kwart van de veertiende eeuw.
Dit betekent dat de muur niet meteen is
aangelegd bij de stichting van de Nieuwstad
omstreeks 1250, maar pas bij de samen
voeging ervan bij Zutphen in 1312. Ook is
gebleken dat de veldzijde van de stadsmuur
in de 16e en 17e eeuw gerestaureerd is. Dit
betekent dat de muur nog van strategisch
belang was tot in de 17e eeuw, iets dat eerder
betwijfeld werd daar de middeleeuwse muur
zich binnen de toen nieuwe vestinggordel
bevond.
Tot slot zijn er nog aanwijzingen gevonden
dat er op de strook langs de IJssel (die in de
12e-13e eeuw pal langs de latere Nieuwstad
stroomde), al gebouwen stonden vóór de
officiële grafelijke stichting van de Nieuwstad
rond 1250. Deze bebouwing heeft vrijwel
zeker te maken met scheepswerven en bijbe
horende smederijen, gezien de grote hoeveel
heden smeedslakken en breeuwsintels die in
deze zone zijn aangetroffen. De betreffende
bewoningshorizont blijkt ouder te zijn dan
de stadsmuur en dateert waarschijnlijk uit de
eerste helft van de 13e eeuw.
(literatuur: H.A.C. Fermin M. Groothedde
2006: Tussen de Schullentoren en de Kruit-
toren. Archeologisch onderzoek bij de weste
lijke stadsmuur van de Nieuwstad tijdens de
herinrichting van het Stationsplein te Zutphen
in 2006. ZAP 26)
Het betreft hier wederom een archeologische
begeleiding van de vervanging van het riool.
Ook hier werd een deel van de stadsmuur van
de Nieuwstad blootgelegd, inclusief één van de
muurtorens (die in de 15e eeuw bekend stond
als de Schullentoren). Ook hier zijn de 16e en
17e-eeuwse reparaties waargenomen. Verder
werd er meer bewijs gevonden voor een aar
den omwalling die de Nieuwstad omringde
tussen de stichting en planmatige aanleg rond
1250 en de samenvoeging in 1312, dus vóór
de bouw van de bakstenen stadsmuur.
Denarius van Lucius Verus uit de
Isendoornstraat
om de straatwand van de Dieserstraat tussen
de Tengnagelshoek en de Isendoornstraat.
Belangrijkste bevinding van deze campagne
was het noordelijke deel van een Chamaafs-
Frankisch erf van rond 300 na Christus. Hier
toe behoorde onder meer een hutkom, een
erfafscheiding en afvalkuilen net buiten het
erf. In één van deze kuilen werd ook een 2e-
eeuwse denarius gevonden van keizer Lucius
Verus. In de eerdere opgravingscampagnes
werden eveneens een hutkom, twee spiekers
en een boerderij opgegraven. Na ongeveer
350 na Christus werd het gebied verlaten en
in gebruik genomen als akkerland. 900 jaar
later werd de Nieuwstad op dit akkercomplex
Het huisje uit ca. 1615 aan de Isendoornstraat, gesloopt in 1922.
De tongewelfde kelder werd opgegraven in 2006.
5