en overdadig aangepakt
Troost
Cornelis
Zutphen-Molmen taal
1 91 5 1 920 1 92 5 1 930 1 935 1 940 1 945 1 950 1 955 1 960 1 965 1 970 1 975 1 980 1 985 1 990 1 995 2000 2005
het voegwerk slecht van kwaliteit is. In ons
voorbeeld is dit voor 80% het geval. Probeer
de delen die nog kwalitatief goed zijn te
behouden. Slecht voegwerk kan vervangen
worden mits er gebruik wordt gemaakt van
authentieke materialen, in ons voorbeeld
kalkmortel die is aangepast op de bestaande
situatie (geen kalkmortel van de bouw
markt!).
Op deze manier te werk gaan biedt u veel
voordelen:
1. De kosten zijn lager omdat er minder
oppervlakte hoeft worden gevoegd.
2. Vaak is de levensduur van de bestaande
voeg langer dan van het reparatievoegwerk
omdat, om technische redenen, nooit de
kwaliteit van het vaak al meer dan 100 jaar
oude voegwerk kan worden geëvenaard.
Voor meer informatie over gevelrestauratie kunt u natuurlijk altijd contact opnemen met de
gemeente of met de rijksdienst voor de monumentenzorg. Kijk ook eens op de internetsite
van de Rijksdienst: www.racm.nl
Het oude voegwerk tussen de vensters op de eerste verdieping voldeed nog
prima en kon behouden blijven. Foto Venema Gevelrestauratie
Het aantrekkelijke van Zutphen is natuurlijk
de glooiende ruimte. Maar ook de gevels
van de panden; de schoon gemetselde
muren. Houtwerk kun je immers bijna
onzichtbaar vervangen door nieuw. Aan de
gevel kun je zien hoe oud deze is en wat
deze al die tijd heeft moeten doorstaan.
Het doorstaan van weer en wind; soms van
verzakking. Je ziet de reacties van eigenaren
daarop en hun smaak op dat ogenblik. Vaak
werd de aanpak beïnvloed door teveel of
een tekort aan geld en/of kennis. Voorbeeld:
het station in restauratie van Apeldoorn,
waar ik gisteren langs reed. Daar heeft
men mooie oude muren met nog de vuil
witte oude kalkvoeg gerepareerd met grijze
cementspecie. Of werd opzettelijk gekozen
voor eerlijke eigentijdse Encie-cement?
Gelukkig, het was in Apeldoorn! Maar in
Zutphen kunnen we ook gek doen met
muren. Zie bijvoorbeeld de gezandstraalde
gevels van Lange Hofstraat 27 en
nummer 15. Of dat vreselijke, nieuw gemet
selde sloopsteenknipvoegwerk van de
onderbouw van die stadsmaquette bij de
Walburgkerk. Smaken verschillen, zullen we
maar zeggen.
Het voegwerk van oude gevels wordt nogal
eens vervangen. Hier en daar valt er wat uit
een muur. Dat moet weer netjes, zo vindt
de eigenaar. Begrijpelijk. Technisch gezien is
het echter bijna nooit noodzakelijk. Je zou
dus bijna kunnen stellen: oud voegwerk?
Afblijven! Uitgevallen voegwerk vergroot
het verdampingsoppervlak van de gevel; de
muur droogt dus sneller. Prima; afblijven
dus. Oké, het oog wil ook wat. Maar waar
ligt de grens? Geen grens dus? Als zeg maar
80% van de gevel los oud voegwerk heeft,
is men vaak geneigd al het voegwerk maar
te vervangen. Ik vind: al zit maar 10% nog
vast: laat dat stukje maar zitten. Een stukje
van de geschiedenis van het gebouw blijft zo
aanwezig; prima zichtbaar met kleurverschil.
'Dat laatste stukje voegwerk valt er ook bin
nenkort uit' is vaak de reactie. Welnee, als
dat er 100 of 200 jaar nog in zit zal het nog
wel even blijven zitten. En wat dan nog...
Laat toch die pokdalige kromme muren!
Acceptatie van het onvolmaakte. Maar ook
die grijze Encie?
Van de schoonheid en de troost