I Een Japanse sojafles 1 Twee kanonskogels H11h Hh Gerepareerd met koperdraad oud. Mogelijk betrof het een familiestuk of vormde het een onderdeel van een groot servies. Daarom besloot men, nadat het bord de eerste keer in twee helften was gebroken, het bord te repareren. Overigens moet het om een sierbord gaan omdat eten van dit bord met een dergelijke, niet waterdichte, reparatie geen optie zal zijn geweest. Ter hoogte van de tuin van de oude Proosdij, Proosdijsteeg 5-9 werd in de oever van de binnengracht de bovenhelft gevonden van Europeanen, bang als ze waren voor impe rialistische en religieuze invloeden. De Hol landers kwamen niet om te kerstenen of te koloniseren maar enkel om handel te drijven. Toch ging het Japanse principe wel zo ver dat de Hollanders hun eigen stukje grond moes ten scheppen en zo ontstond het Hollandse handelseiland Deshima in de haven van Nagasaki. Dit eiland vormde 217 jaar lang het Japanse venster naar de rest van de wereld. De Japanners waren toch wel zo nieuwsgierig dat zij de Hollanders gebruikten om kennis te nemen van de Europese culturen en de wetenschap. Al snel ontstonden er oplei dingen in de Nederlandse taal en cultuur en een opmerkelijke fles. De cilindrische fles met een smalle opening is van porselein en heeft aan de bovenzijde van de cilindrische buik de donkerblauwe handgeschilderde tekst: JAPANSCHZOYA. Aan de binnenzijde vertoont de fles een bruine aanslag van de oorspronke lijke inhoud: sojasaus (ketjap). Dergelijke flessen worden in Neder land vaker gevonden.1 Zij werden in grote hoeveelheden geïmporteerd uit Japan vanaf het befaamde schiereiland Deshima in de haven van Nagasaki, waar de VOC-handelsfactorij was gevestigd. De Hollanders had den van 1660 tot 1887 als enige Europese mogend heid toestemming van het Japanse shogunaat om handel te drijven op Japanse bodem. De Japanners (het shogunaat tijdens de Edo- periode) voerden een zeer gesloten politiek jegens buitenlanders en vooral ontstond een ware Hollandomania onder de Japanse gegoede klasse. Pas in 1887 opende Japan zijn grenzen voor de rest van de wereld. De Japanse porseleinen flessen bevatten ofwel sojasaus, ofwel sake (rijstwijn). De fles sen werden speciaal voor de Nederlandse markt geproduceerd door de Japanse por seleinbakkers van Hasami-sarayama, even ten noorden van Nagasaki.2 De inhoudtekst werd door de porselein bakkers op de flessen geschilderd. Dat gebeurde aanvankelijk met de hand, weldra met sjablonen. De pottenbakkers zullen absoluut niet hebben begrepen wat ze schreven. Vandaar dat er nog wel eens ver haspelde teksten op staan, of teksten op de kop. De Zutphense fles dateert uit het midden van de 18e eeuw. Het porselein heeft een blauwig witte uitstra ling, wat duidt op een vroege datering en de tekst is handgeschilderd.3 Op Deshima is in een handelshuis een grote dump van gebroken sojaflessen opgegraven uit deze periode waaronder exemplaren die identiek zijn aan de Zutphense fles. De Zutphense fles zal zijn gebruikt in het huishouden van Proosdijsteeg 5-9. In de tweede helft van de 18e eeuw woonde in dit pand het gezin van Allard Philip van der Borch, heer van Lange- trier (overleden in 1766) en zijn vrouw Reinira van der Borch-Goltstein (overleden in 1772), een zeer gegoede adellijke familie. Diverse leden, waaronder zoon Frederik Willem van der Borch, heer van Verwolde, bewoonden tot 1781 de oude Proosdij.4 Stond bij de Van der Borchs ooit deze ketjapfles in de keuken? Hoe het ook zij. De lege fles kan nog lang zijn meegegaan met een andere functie en alter natieve inhoud. Er was immers geen toko in de buurt om de ketjapfles weer te vullen.5 In het lichtgrijze zand onder de verwijderde laag grachtenslib werd een kanonskogel met de metaaldetector gevonden. De kogel lag enkele decimeters diep in het schone zand, ongeveer ter hoogte van de tuin van het Bolwerck. De kogel moet er dus met kracht in terecht zijn gekomen op het moment dat de gracht nog relatief schoon was. Een andere kanonskogel werd door de graafmachine op de kant getrokken en door een oplet tende passant opgemerkt en meegenomen.6 De twee gietijzeren kogels zijn identiek: zij hebben een diameter van 9 cm en wegen anderhalve kilo. De vraag rijst nu of zij daar toevallig lagen of dat ze ooit richting de stad zijn afgeschoten. Het feit dat ze identiek zijn doet vermoeden dat er meer liggen. De datering van de kogels ligt in de tweede helft van de 16e eeuw of in de eerste helft van de 17e eeuw. In de krijgshistorie van Zutphen valt op dat de meeste aanvallen en beschietingen op de stad vanuit het noorden werden ondernomen (juni 1 572 de Staatse troepen onder leiding van graaf Willem van den Bergh, november 1 572 de Spanjaarden onder leiding van Don Bartels, M.H 1999. Steden in Scherven. Vondsten uit beerputten in Deventer, Dordrecht, Nijmegen en Tiel (1250-1900). Amersfoort/ Zwolle. Deel 1: 187-188. Minoru Nagamatsu 1996. History and Archaeology of Nagasaki. In: Unearthed cities. Edo, Nagasaki, Amsterdam, London, New York. Tokyo. 93-97, 197-198 Met dank voor het dateren aan M.H. Bartels, Deventer. Over deze opmerkelijke dame Reinira van der Borch-Goltstein gaat een aardige historische 'streekroman' uit 1919 getiteld 'De Sterkste' van L. Engelberts. Onlangs werd bij het archeologisch onderzoek in Spittaalstraat 91 ook een hals van een sojafles in een afvalkuil gevonden. De afval- kuil dateerde in dit geval duidelijk uit het tweede decennium van de 20ste eeuw. Deze kogel werd door de vinder T. Rutten aan de sectie archeologie geschonken. Er zou ook nog een derde kogel met een kleinere diameter zijn gevonden door een detectoramateur. 10

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen MoNUmentaal (2000-2012) | 2006 | | pagina 10