htoffer of rituele begraving? resten uit een laat 9e-eeuwse verdedigingsgracht in Zutphen Zutphen-Molmen taal zijn geweest, het zuidelijke deel is echter door de eroderende werking van de IJssel in de 13e en eerste helft 14e eeuw verdwenen. De wal len en grachten omringden de pre-stedelijke nederzetting van Zutphen met een hof en een kerk. In de Karolingische tijd (ca 750- 900 n.C.) is er een duidelijke verdichting en concentratie van bewoningsporen zichtbaar op het burgterrein.5 Dit vormt een belangrijke aanwijzing voor een topografische herinde ling van de nederzetting na de aanleg van de ringwalburg. Afbeelding 3 Maquette van de ringwalburg Zutphen vanuit het noorden. Op de voorgrond linksonder is de locatie van de opgraving Houtmarkt 67-71. Tijdens het maken van de maquette door Constant Willems uit Zutphen in 2003 was de derde gracht nog niet ontdekt. (foto gemeente Zutphen) Afbeelding 4 Overzicht van vier van de vijf kelders van de IJland- panden met daarop de afzonderlijke werkputten op ca 7,60 m +NAP. De derde gracht van de laat 9e-eeuwse ringwalburg is gekleurd weergegeven. Dit is het diepere deel van de gracht. De zone, waar het menselijke botma- teriaal is aangetroffen, is in een pun- traster weergegeven. (tekening auteur en gemeente Zutphen). Houtmarkt 67-71 Over het algemeen wordt aangenomen dat de ringwalburg van Zutphen tussen 886 en 900 is aangelegd naar aanleiding van een vikingverwoesting, waarschijnlijk gelijktijdig met Deventer in 882.6 De aanleg is waar schijnlijk in gang gezet door de Hamalandse graaf Everhard, of zijn broer Meginhard. Beide waren naast graaf ook hertog, een rijkstitel die met rijksdefensie in verband gebracht moet worden.7 Everhard en later zijn broer Meginhard waren dus als legeraanvoerder belast met het verdrijven van de vikingen uit het Nederlandse deel van Lotharingen en één van beide was waarschijnlijk ook diegene die op last van de koning verantwoordelijk was voor de aanleg van de ringwalburg van Zutphen.8 Er zijn ook historische aanwijzingen dat het Duitse rijksklooster Corvey (nabij het stadje Höxter) ten tijde van de aanleg van de ringwalburg bezittingen verwierf in Zutphen9, hetgeen kan verwijzen op een herverde ling van het koninklijke domein. Het is niet onmogelijk dat Corvey daarbij op enige wijze betrokken was bij de aanleg van de verdedi gingswerken in Zutphen.10 Een soortgelijke situatie waarbij, naast de graaf op last van de koning, ook abdijen betrokken waren bij de oprichting van versterkingen wordt ook wel verondersteld voor enkele ringwalburgen in Zeeland en Vlaanderen, die tevens in het laat ste kwart van de 9e eeuw zijn aangelegd.11 Alhoewel hun ronde vorm en omvang veel overeenkomsten vertoond met de ringwal burg van Zutphen zijn er ook duidelijke ver schillen. Zo dienden de ringwalburgen in Zee land oorspronkelijk als vluchtplaats voor mens en dier in nood en waren dan ook in eerste instantie onbewoond, terwijl de Zutphense burg daarentegen een bestaande nederzet tingskern en een koninklijk bestuurlijk cen trum omringde. Wat dat betreft sluit Zutphen beter aan bij de koninklijke paltsversterkingen in Noord- en Midden-Duitsland.12 Daarnaast hebben de ringwalburgen in de kuststreek meestal één wal en een enkele brede natte gracht, terwijl voor Zutphen een drietal droge spitse grachten en meer dan twee wallen zijn aangetoond. Het archeologisch onderzoek aan de Houtmarkt benadrukt dat we al met al Afbeelding 2 Kadastrale kaart van Zutphen uit 1832 met daarop gepro jecteerd de laat 9e-eeuwse ringwalburg. De tot dusver aangetroffen derde gracht was waarschijnlijk geheel rond. (tek. M. Groothedde) 3

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen MoNUmentaal (2000-2012) | 2005 | | pagina 3