Zutphen-Mofgftlmentaal De toren van de Nieuwstadskerk tijdens de restauratie van 1919, de foto is ook op pagina 40 van het boek afgedrukt. houdsbehoeftig exterieur van de kerk vóór de restauratie enerzijds en de ingrijpende werk zaamheden die nodig waren om deze ach terstand ongedaan te maken anderzijds. Het zal voor iedereen, die met de kerk bekend is, duidelijk zijn dat, na de in veel opzichten zeer geslaagde restauratie, sprake is van een wel haast andere kerk. Dit boek is niet bedoeld als een restauratiebeschrijving pur sang, maar het is desalniettemin jammer dat in een boek, dat is verschenen naar aanleiding van het afron den van vijfentwintig jaar restauratieïnspan- ningen, niet meer plaats is ingeruimd voor reflectie op de restauratie zelf, bijvoorbeeld in de vorm van een bijdrage van de architect. Deel III is getiteld "Ruimte voor de Zintuigen". In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het Tim- pe-orgel, de kerkklokken, de belangwekken de vondst in 1999 van gebrandschilderd glas afkomstig uit de koorbeglazing van de Nieuw- stadskerk en gevonden in een naastgelegen bouwput, het Magdalena-altaar in het Stede lijk Museum en het Liber Aureus, een kapittel- boek van St. Walburgis, dat sinds 1809 in het bezit is van de Nieuwstadsparochie. Van elk van deze zintuigelijk waar te nemen aspecten van de kerk is een beschrijving opgenomen. Betreedt men de kerk, dan wordt men een fraaie lichte ruimte gewaar, die met glas in lood ramen naar eigentijds ontwerp in het koor wordt afgesloten. Een belangrijk deel van de beleving van de kerkruimte komt op conto van het beschilderde pleisterwerk. Dit wordt echter niet beschreven in deel III, maar enigszins verspreid in deel II. Een verdedigbare keuze. Interessant is de vraag of er tijdens de restauratie nog meer middeleeuwse schilde ringen zijn aangetroffen, er van uitgaande dat door "de slechte hechting het pleister werk in grote plakken los[liet]"3. Net als reeds eerder aangegeven is ook hier de vraag onbe antwoord gebleven welke afwegingen aan de orde zijn geweest, die hebben geleid tot de gekozen technische aanpak en de kleurstel ling van het geheel. Dat het katholieke leven in Zutphen zich niet beperkte tot diensten in de Nieuwstadskerk komt tot uiting in Deel IV van het boek. Vanaf het midden van de negentiende eeuw werden diverse katholieke instellingen in de buurt van de kerk gehuisvest, hetgeen dit deel van de stad later de bijnaam Klein Vaticaan ople verde. De beschrijving van deze instellingen, waaraan in 1927 het katholieke ziekenhuis bij de Vispoorthaven werd toegevoegd, geeft een helder beeld van de Zutphense katholieke gemeenschap. De Nieuwstadskerk vormde in deze gemeenschap het geestelijk centrum. Geëerd, Gedoogd, Verloren en Herwonnen is een boek dat iedere in de geschiedenis van Zutphen geïnteresseerde lezer in de kast zou moeten hebben staan. Niet eerder verscheen een monografie over de Nieuwstadskerk, deze leemte is nu gevuld. Het boek is hel der en vlot geschreven en rijk in kleur geïl lustreerd. Een groot aantal afbeeldingen is bovendien nog niet eerder gepubliceerd. M.M. Doornink-Hoogenraad, De Monumenten, in: Heemschut 1957 nr. n.b., 39 K. Emmens, Een nieuwe bouwgeschiedenis voor de Nieuwstads- kerk te Zutphen, Bulletin KNOB 2004 - 4, 122-137 citaat pagina 60

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen MoNUmentaal (2000-2012) | 2005 | | pagina 5