De zuidelijke ruimte in het voorhuis met 18e-eeuws metselwerk op de voorgrond en 15e-eeuws metselwerk op de achtergrond Tase 2: omstreeks 1775. Donkergrijs: aangetroffen funderingen en sporen van de boerderij, de afvalkuil (beerkuil) en de waterput uit de 18e eeuw. Grijs: ver onderstelde voortzetting van de aangetroffen funde ringen. Lichtgrijs: de veronderstelde ligging van het gebouw op grond van de aangetroffen resten en de uitbreiding van de stal op grond van de Kadastrale Minuut van 1832. scherven zijn gevonden. De beste aanwijzing leveren twee munten die uit de vleilaag van de tussenmuur tussen de twee kleine leef ruimtes aan de oostzijde en de ruimte aan de westzijde. De twee duiten werden naast elkaar aangetroffen, wat haast op opzet lijkt te wijzen. Het is bekend dat men bij het bou wen bouwoffers, vaak aardewerk maar ook munten, verwerkte. Het gaat om Gelderse duiten, geslagen te Harderwijk in 1668 en 1768. De oudste duit was sterk gesleten door gebruik, de jongste daarentegen was nau welijks gesleten. De munt zal hooguit enkele jaren in omloop geweest zijn alvorens hij onder de muur verdween. Indien deze duit de verbouwing dateert, en daar wijst de context wel op, dan is boerderij 't Loo omstreeks 1775 grootschalig verbouwd. Waarschijnlijk kreeg de verbouwde en vergrote woning toen ook de grote stal aan de zuidzijde, zoals die op de kadastrale kaart van 1832 voorkomt. Door de intensieve recente verstoringen ter plaatse van deze stal is van de 18e-eeuwse voorganger niets meer teruggevonden. Gezien de plattegrond van het opgegraven muurwerk en de kadastrale opmeting van Fase 3: ca. 1900. Donkergrijs en grijs: de recent gesloopte boerderij, de waterput en de mogelijke oven. Lichtgrijs: de stal uit de late 18e eeuw. 0 I 1 3 A 5 14

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen MoNUmentaal (2000-2012) | 2005 | | pagina 14