niet gebeurde is in de tweede wereldoorlog een
groot deel van de overgebleven W.O.I hangars
alsnog verloren gegaan. Al met al kan gesteld
worden dat Duitse vliegtuighangars daterend
uit de eerste wereldoorlog inmiddels een hoge
zeldzaamheidswaarde hebben".
Afb.9. Vliegkamp Soesterberg in de jaren dertig van de twintigste eeuw.
Opvallend is de diversiteit van gebouw- en hangartypen. Uit: Jong, A.P de,
Vlucht door de tijd: Koninklijke Luchtmacht 75 jaar, Houten 1988, 53.
een aantal na demontage een nieuwe bestem
ming hebben gekregen. Zeker in de Duitse
grensstreken werd levendig handel gedreven in
materialen uit het failliete land, dat bovendien
bestuurlijk in een chaos verkeerde. Oorlogsma
teriaal is zo terechtgekomen in Polen, maar ook
in Nederland. In Nederland was bijvoorbeeld
de firma Ribberink uit Hengelo (Ov.) op dit vlak
actief5. Opmerkelijk genoeg is uit onderzoek in
het bedrijfsarchief van de firma Reesink geble
ken dat de benodigde constructiedelen voor de
Vliegloods mogelijk reeds in 1918 zijn aange
kocht6. De Duitse demilitarisering hoeft daarom
niet van invloed te zijn geweest op de aankoop
van de loods.
Fokker
In de aanloop naar de demilitarisatie van het
Duitse leger en luchtmacht hebben diverse
vliegtuigconstructeurs waaronder Junkers,
Dornier en Fokker de wijk naar het buitenland
genomen om confiscatie van materieel en ont
manteling te ontlopen. De firma van Anthony
Fokker wachtte in 1919 hetzelfde. Fokker heeft
daarop een goed voorbereid geheim transport
van materieel van Schwerin naar Nederland
opgezet en uitgevoerd. Een zestal treinen met
totaal 350 wagonladingen vliegtuigonderdelen,
motorblokken, reservedelen en machinerieën is
in de zomer van 1919 naar Amsterdam gereden
via grensovergang Oldenzaal7. Het is mede door
de aard van het transport vrijwel zeker dat Fok
ker het fabriekscomplex te Schwerin compleet
heeft achtergelaten en geen opstallen of loodsen
vanuit Duitsland naar Nederland heeft meege
voerd. Tot in 1926 werd in de fabriek van de tot
Schweriner Flugzeugwerke herdoopte Duitse
tak van Fokker nog vliegtuigen gefabriceerd8.
De mogelijkheid dat de Vliegloods of delen
daarvan afkomstig zou zijn van de Duitse Fok
kerfabriek moet nihil worden geacht.
Uniciteit en authenticiteit
Vliegtuighangars uit de eerste wereldoorlog zijn
betrekkelijk zeldzaam. Veel vroege exemplaren
zijn in de loop van de jaren 1920 gesloopt en
vervangen door grotere hangars als gevolg van
de toename van de burgerluchtvaart en de gro
tere vliegtuige die daarvoor nodig waren. Dit kon
op grote schaal gebeuren doordat veel militaire
vliegvelden na de oorlog als luchthaven voor
de burgerluchtvaart werden ingezet. Dit proces
speelde in heel Noordwest Europa. Een enkel
militair vliegveld behield zijn functie en mede
daardoor zijn enkele historische vliegtuighangars
bewaard gebleven. Voor zover bekend staat in
Nederland de oudste nog in functie zijnde han
gar op luchtmachtbasis Soesterberg en dateert
uit 1928. Ook in Duitsland zijn nog maar enkele
vroege hangars over. Het leeuwendeel is in en
na 1919 ontmanteld als gevolg van de uitvoe
ring van het Verdrag van Versailles. Waar dit
Resumé
Afgaande op de beschikbare informatie is
gebleken dat de Vliegloods is opgebouwd uit
twee hergebruikte hangars afkomstig van Duit
se vliegvelden die in W.O.I hebben gefunctio
neerd. De firma Reesink heeft reeds in 1918 de
constructiedelen ten behoeve van de loods aan
gekocht. In 1921 zijn deze tot een nieuwe loods
met een verbindende lichtstraat getransfor
meerd. Daarbij is de constructieve en ruimtelijke
opzet van de hangars nagenoeg ongewijzigd
gebleven. Vliegtuighangars uit deze periode zijn
in Nederland, maar ook in Duitsland, zeer zeld
zaam. Slechts enkele exemplaren zijn bewaard
gebleven. De Vliegloods is bovendien letterlijk
groot industrieel erfgoed. Grote hallen en lood
sen met geklonken vakwerkspanten en -liggers
zijn in Nederland betrekkelijk zeldzaam gewor
den. In Zutphen is de Vliegloods de oudste, nog
bestaande bedrijfshal van deze omvang. Het
zou mooi zijn als dit voor Zutphen en Neder
land unieke deel van haar industrieel verleden
behouden kon blijven. Streven naar behoud
ter plekke verdient natuurlijk de voorkeur.
Mocht dit niet haalbaar zijn, dan is er wellicht
na demontage een luchtvaartmuseum gelukkig
mee te maken. De aankoop van een Concorde
door het Technikmuseum te Sinsheim (D) lijkt
bijna aanleiding genoeg. In de Vliegloods is
ruimte in overvloed!
Vriendelijke mededeling dhr. Hazewinkel - KNVVL, afd. Luchtvaartkennis
Vriendelijke mededeling dhr. Ellenbroek. De gebruikte bron, een gebouwen-inventarisatielijst uit de jaren 1950,
is volgens hem echter discutabel.
Een publicatie van zijn hand over de bedrijfsgeschiedenis van de firma Reesink is momenteel in voorbereiding.
Marc Dierikx, Dwarswind. Een biografie van Anthony Fokker, Den Haag 1997, 74
ibidem
Vriendelijke mededeling drs. PJ. Grimm - studiegroep luchtoorlog 1939-1945, werkgroep vliegvelden
Afb.10. Vliegveld Ypenburg bij Den Haag met rechts het hangartype dat ook
voor de vliegloods is gebruikt. Situatie tussen 1936-39. Uit: Jong, A.P. de, Vlucht
door de tijd: Koninklijke Luchtmacht 75 jaar, Houten 1988, 53.
Literatuur
Dierikx, Marc, Dwarswind. Een biografie van
Anthony Fokker, Den Haag 1997
Krijnen, J.S., Cultuur-historische waardestel
ling Havenstraat/Noorderhaven e.o. de
'Reesinkpanden'. Bebouwing en ruimtelijke
context, Gemeente Zutphen 2001
8