Cornelis (ingezonden brief) Restauratieverdriet Zutphen-Monumentaal 7 1 91 5 1 920 1 92 5 1 930 1 935 1 940 1 945 1 950 1 955 1 960 1 965 1 970 1 975 Als beeldhouwer van de gevelsteen DE KLEINE ENGEL van Lange Hofstraat 10, trof mij in het februarinummer van uw Nieuwsbrief het stukje "Nep mag" van Cornelis dat de gevelsteen aanmerkt als bedrog, waardeloos, slecht, ondeugdelijk nep; v.Dale). Het lijkt me voor monumentenzorg een nogal twijfelachtige overtuiging, kennelijk het gevolg van gebrek aan kennis en liefde voor beeldhouwwerk, hier in 't bijzonder de gevelsteen. In de tijd van de beeldenstorm sloegen van dalen beelden stuk omdat ze veronderstelden dat je er in moest gelóven, thans beoogt Cornells iets dergelijks maar nu omdat hij er niet in zou kunnen geloven! En dat terwijl het arme beeldhouwwerk alleen maar een voorwerp wil zijn van grotere of kleinere sculpturale kwaliteit, kunstzin, betekenissen, materiaalkwaliteit, vakmanschap en samen hang met de omgeving. Wat de gevelsteen in 't algemeen betreft, mag ik hier Cornells misschien wat meer over de achtergrond vertellen. Het is een veel gehoord misverstand te veronderstellen dat het bij een gevelsteen om een soort toelichting op een pand zou gaan. Het wezen van een gevelsteen Het motief van de gevelsteen bewaarde echter onverminderd zijn kunstzinnige deugdelijkheid, hetgeen de brug vormde naar mijn nieuwe gevelstenen. laat zich het best omschrijven als een "teken" (wat dan ook) dat "adresaanduiding" als oog merk heeft. Op het concipiëren en uitvoeren ervan is het idee "kunst" van toepassing. Als zodanig is de gevelsteen in de tweede helft vande16e eeuw en hoofdzakelijk alleen in het Nederlandse taalgebied, voortgekomen uit een oudere, alom in Europa aangetroffen cultuur van met dat doel aan huizen en gebouwen aangebrachte tekens en uithangborden, die "mededeelbaarheid" als karakteristiek hadden. Ook de heraldiek hoort daartoe. Een gevelsteen is geen gedenksteen, maar een gedenksteen wel een gevelsteen. Evenzo is een gevelsteen geen beroeps- of bedrijfsaandui- ding, hoewel tal van beroeps- of bedrijfsaan- duidingen op gevelstenen voorkomen. Inderdaad hebben veel oude gevelstenen een motief waarvoor de aanleiding nauwe lijks betrokken lijkt op het pand waarin ze geplaatst zijn. Dat hoeft ook niet omdat waar het om "adresaanduidingen" gaat, eerst met het aanbrengen van het teken, het pand daaraan gekend gaatworden (ontstaat de relatie). 125 van de 636 bij Onno Boers (De Gevelstenen van Amsterdam. 1992) afge beelde oude Amsterdamse gevelstenen zijn voorzien van een jaartal. Daaruit zou afgeleid kunnen worden dat indertijd bij 4 van de 5 Amsterdamse stenen het vastleggen van een relatie, noch met de stichting van het pand, noch met het tijdstip van aanbrengen van de gevelsteen, van belang geacht werd. Het aanbrengen van een gevelsteen kon dus blijk baar op ieder moment in de geschiedenis van het pand plaatsvinden. Pas met de invoering van de huisnummering in 1875 ontstond er een soort cesuur doordat de praktische functie van de gevelsteen als adresaandui ding wegviel. Zie mijn oeuvrecatalogus www.hanstmannetje.com Waar het mij om gaat bij restauratie, is het bewaren van mooie oude gebouwen. Om er wat van te leren, maar vooral om ervan te genieten. Ikwil fantaseren over de mensen die dat gebouw bedachten en wat ze belangrijk vonden; navoelen wat mensen destijds mooi vonden; hoe men en dacht en leefde; normen en waarden uitgedrukt in steen en hout. Datwil ik proeven en strelen, dat hart verwarmende eeuwenoude patina! Mijn blik dwaalt over de gevels; mijn ogen zijn op zoek naar de littekens in muren en houtwerk die me concreet houvast geven voor mijn ontroerende fantasie! Zo'n oude binnenstad geeft me het warme gevoel van moederlijke geborgenheid! Maar als ik dan achteraf verneem dat die muur, waar ik in snotterende vervoering bij heb gestaan, vers gemetseld is, voel ik me een eenzame vondeling. De vervalser speelt pijnlijk met mijn gevoelens! Wees eerlijk tegen mij en laat zien wat oud is en wat nieuw. Weg met die namaak!

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen MoNUmentaal (2000-2012) | 2003 | | pagina 7