17de Eeuw
Voorgevel
Zutphen-Monumentaal
1820 1825 1830 1835 1840 1845 1850 1855 1860 1865 1870 1875 1880 1i
1890 1895 1900 1905 1910
12e- en 13e-eeuwse lagen heen gegraven en
daarna (inclusief de nissen) gedicht. De nis
sen zijn dus een raadsel, voor spaarnissen zijn
ze veel te klein. Deze muur bevat net als op
de begane grond relatief dunne bakstenen.
10 lagen metselwerk meet 70 tot 74 cm. De
muur is bij de voorgevel in de oudere gevel
fundering ingekast. Er zijn aanwijzingen voor
een kruisgewelf in de kelderhoeken aan de
straatzijde, wat tegenstrijdig is aan de positie
van de oorspronkelijke kelderingang (in de
voorgevelmuur) die daarmee vrijwel onbe-
gaanbaarwordt. Een aanzetvan een kruisge
welf is ook nog in de hoek van de westmuur
en de achtermuur te zien. Het is mogelijk,
zelfs waarschijnlijk, dat de westmuur en de
straatgevelmuur van de kelder gelijktijdig tot
stand zijn gekomen, inclusief kruisgewelf. De
Balk met console op de huidige eer
ste verdieping. (Afb.15)
(fotoJ.S. Krijnen - gemeente Zutphen)
lagenmaten wijken wel af maar de bakstenen
kennen in deze muren een grote diversiteit
in lengte en dikte. De jongste scherven uit de
insteek van met name de westmuur dateren
uit de tweede helft van de 14e eeuw. Dunne
stenen en lage 10 lagenmaten komen in die
periode wel voor, getuige het pand Beuker
straat 65-67 uit 1386- 1392. Het middel
eeuwse vloerpeil zal dezelfde geweest zijn als
het vloerpeil van de tot 2002 bestaande vloer.
Direct onder de vloerbestrating van klinkers
en plavuizen kwam de 13e-eeuwse ophoging
aan het licht.
Een ingrijpende wijziging van het huis vond
plaats na1615en mogelijk omstreeks 1640.
In de verponding van 1646 komt het pand
voor als 'huysplaetse van Hendrick Welmers',
bewoond door de eigenaar 'en betimmert'.
De combinatie van huisplaats en de toevoe
ging 'betimmert' wijst er op dat de herbouw
kort daarvoor zal hebben plaatsgevonden.
De bouwaktiviteiten behelsden een vrijwel
volledige herbouwvan het huis. Feitelijk bleef
de 14de-eeuwse bouwmuur links staan en
bleef ouder metselwerk in de kelder bewaard.
De 14de-eeuwse achtergevel zal toen zijn
gesloopt en het huis is naar achteren uit
gebreid tot de lengte die het nu nog heeft,
binnenwerks 9,25 meter. Rechterzijgevel
voorgevel en achtergevel werden nieuw
opgetrokken: het huis kreeg het volume dat
het in grote lijnen nog steeds heeft. Ook de
kelder is toen grotendeels vernieuwd en is
vermoedelijk voorzien van kruisgewelven.
Later is dit gewelf om nog onduidelijke rede
nen vervangen door een tongewelf binnen
het zelfde grondplan. Deze aldus tot stand
gekomen kelder werd waarschijnlijk in de
18de of 19de eeuw ingekort met een secun
dair muurtje van sloopstenen en de ruimte
erachter werd volgestort met het overgeble
ven (verbouwings-)puin.
De werktekening die tijdens de docu
mentatie is vervaardigd o.b.v. een
bestaande opmeting. Een snelle docu
mentatie is zo mogelijk. (Afb.16)
De sleutelstukken onder de balken van de
verdieping passen goed in een bouwtijd
omstreeks 1640 (afb.15). In 1615 was hier
nog een onbetimmerde huisplaats. Toen werd
'een huisplaatsje' verkocht door de nazaten
van de familie Schuil die het oorspronkelijke
huis, samen met Lange Hofstraat 19-21/
Kolenstraat 1aenben3 bijna een eeuw in
bezit hebben gehad. Het middeleeuwse huis
was blijkbaar in 1615 (na de Spaanse bezet
tingsperiode van 1 572 t/m 1591) onbewoon
baar geworden. Het gangetje Kolenstraat 9
hoorde ook tot dit perceel en komt in de bon
nen voor als de 'gang van Schuil en daarvoor
(1 523) als 'Lennops ganck'.
Bij het wijzigen van de pui op de begane
grond werd in het kader van het noodzake
lijke onderhoud de gehele voorgevel ontpleis-
terd. Daarbij werden bouwsporen zichtbaar
waaruit bleek dat de 17de-eeuwse gevel voor
een groot deel behouden is gebleven en veel
aanwijzingen bevat over het uiterlijk van het
huis (afb. 16).
De voorgevel is geheel opgetrokken uit
baksteen met een tienlagenmaat van 63,5
centimeter en is met klezoortjes op de hoeken
in verband met de rechterzijgevel gemetseld.
De klezoortjes zijn nodig om het metselwerk
te laten verspringen en zo geen stootvoegen
boven elkaar te krijgen. Ze zijn voor dit doel
in Zutphen tot ca. 1700 toegepast (afb.17).
Links is het metselwerk ingekast in een
oudere zijgevel met een tienlagenmaat van
81 centimeter. Boven de pui en boven de ven
sters van de tegenwoordige eerste verdieping
werden rollagen zichtbaar die de vensters in
de 19de eeuw dateren.
Rechts onder de vensters van de tweede ver
dieping is nog een aanzet van een segment
boog aanwezig. Deze heeft behoord bij een
venster van de hoge begane grond die het
pand in hetverleden heeftgehad.
Op de tweede verdieping bleken de twee
aanwezige kleine vensters links en rechts de
bovenste vakken te zijn van zogenaamde
kloostervensters, smalle, hoge vensters ver
deeld in twee vakken. Meestal is het onderste
vak met een luik afsluitbaar en heeft het
bovenste vak glas-in-lood. De historische
natuurstenen blokjes van basaltlava met luik-
duimen zijn bij Kolenstraat 7 van het onderste
naar het bovenste vak verplaatst.
Op zolder is rechts van het aanwezige zolder
raam nog een klein venstertje aangetroffen,
links echter niet. Dit houdt waarschijnlijk
verband met een wijziging van de topgevel,
waarvoor veel metselwerk moest worden ver
nieuwd en het linkervenstertje isverdwenen.
Vermoedelijk is toen de tegenwoordige top
met tuitgevel en vlechtingen ontstaan. Deze
wijziging is wellicht in 1826 of 1827 te date
ren. Uit de door het archief beheerde "His
torisch Kadaster" blijkt namelijk dat op 18
november 1826 melding wordt gemaakt van
het afgebrande pakhuis van G.J. de Leeuw
van Coolwijk. Hiermee wordt Kolenstraat 7
bedoeld! Het is goed mogelijk dat de huidige
tweede verdieping en zolder zwaar te lijden
hebben gehad en herstellingen aan de gevel
top noodzakelijkwaren. Noch in het interieur
als in het exterieurwaren ten tijde van het
onderzoek sporen van een brand zichtbaar.
14