De beerput (ca. 1725 - 1875) Zutphen-Monumentaal De fundering zou dan als vloerplaat van de houtskeletbouw hebben gediend of het houten huis had een stenen voorgevel. De houtbouw op dit perceel lijkt zich in elk geval tot op het perceeltje nr. 9 uit te strek ken, getuige de derde paalholte in de lijn van de mogelijke achterwand. De palen zijn niet altijd in een regelmatig vast patroon geplaatst, corresponderend met de staanders van de bovengrondse houtskeletbouw. Uit onderzoek in Zutphen (Bakkerstraat 12, Kui perstraat 9 en Kuiperstraat 13) en in andere noord-Europese steden is gebleken dat deze palen de functie van heipalen hadden om de vloerplaten (Schwellbalken) te funderen door de slappe mestige ophogingsgrond. Over het uiterlijk van de houtskeletbouw valt dus niets te zeggen. Wel kunnen we aannemen dat het gebouw aan de Kolenstraat stond en gebouwd is na de ophogingen en stedebouw- kundige herstructurering van de wijk in de tweede helft van de 13e eeuw. Toen werden ook de staten opgehoogd en voorzien van houten straten. De houten wegdekken in de Kolenstraat zijn bij de rioolvervanging in 1984 waargenomen. Het loopvlakvan het gebouw is niet aangetroffen en zal iets hoger dan de voormalige keldervloer hebben gelegen. Wel lag direct onder de mogelijke achtergevel van het gebouw een diepe afvalkuil. De kuil is dus ouder dan de aangetroffen paalholtes en hoort dus bij een andere, oudere, huisfase, waarvan geen herkenbare sporen zijn aan getroffen. De afvalkuil was minimaal 1,90 m diep en is lange tijd in gebruik geweest, van vlak voor het midden van de 13e eeuw tot het eind van die eeuw. Behalve veel slachtaf val en potscherven werd in de diepere lagen in de kuil een gaaf kannetje van Siegburger protosteengoed aangetroffen (afb. 8). Wat hoger in de kuil was een forse brandlaag aan wezig die mogelijk de stadsbrand van kort na 1300 is geweest. Deze stadsbrand is bij diver se opgravingen in dit stadsdeel aangetoond (Waterstraat 1-3, Kuiperstraat 1-13, Bak kerstraat 12) maar dit niveau is, behalve in de afvalkuil, niet aangetroffen en lag dus hoger dan de latere keldervloer. Het lijkt er dus op dat een ouder houten huis zal zijn verbrand bij de stadsbrand maar vervolgens wel weer is herbouwd. De afvalkuil werd daarna niet meer gebruikt omdat de nieuwe huiswand eroverheen lag. De aangetroffen rij paalhol tes van de achterwand van het houten huis moet uit een jongere fase van de houtbouw dateren want een van de palen gaat door de afvalkuil heen. De jongste vulling (nazakking) van de kuil laat dan ook geen afvalvulling zien maar een ingezakte stratigrafie van een brandlaag, ophogingen, twee leemvloerres- 1820 1825 1830 1835 1840 1845 A Een deel van de inventaris van de beerput: een rood aardewerken pot met schenklip, een groot rood aardewerken bord, een witbakkend schaaltje van Fre- chens aardewerk, twee Meissener porseleinen schoteltjes en twee industrieel aardewerken kopjes met blauwe printdecoraties. Geheel rechts enkele pijpen koppen en -stelen. Datering: tweede helft 19e eeuw. (Afb.11) Het bergen van vondsten uit de beerlaag in de put (Afb.10) A De beerput met koepelgewelf in gesloten toestand met rechts de stortkoker van huisnummer 5 (Afb.9) De beerput in uitgegraven toestand, na de restauratie zichtbaar gemaakt onder de vloer van de kelder (Afb.12) tanten, een mogelijke haardplaats en uitvlak- kingszand uit het einde van de 13e en het eerste kwart van de 14e eeuw. In de noordoosthoek van de kelder kwam een min of meer ronde beerput te voorschijn met een koepelgewelf (afb. 9). De put zelf was van baksteen in leem gezet. De koepel was gemetseld. Opvallend was dat er zowel een stortkoker vanuit nr. 7 als vanuit nr. 5 in de put uit kwam. De koker van nr. 5 kwam onder een flauwe helling door de muur vanuit de kelder ernaast. De koker van nr. 7 kwam van 12

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen MoNUmentaal (2000-2012) | 2003 | | pagina 12