n
mm
JP ./■- -
I 'W
«L.v^ -,t te? 4
T>"-."*V J -r
-{nri fr\[. wJu*- «£ik,u.Liki
De Kolenstraat in de ringwal-
Zutphen-Monumentaal
■■J.DlIl
Lrtfl *IJl,U kJ Lrök
Viol: l3 Mi lk« f t !dlLt
/AT t*- «U* vUk
J «-**. p^tr r u p- .- knijpen
,;c j r 4 J _,M*/
ïtt .'UinMUn.
J V *Aif
1910
G»)V#
l tii Li
i^t.V J'.wt'kk
J (ns»iyinsf:ij
i.tj
ty b»
j
1 lü*'7
*riïsf.mü. "fclv" r
0
Jy.i V-/ê'-. i r'r.'r^p-I*f r_
y#-#l a ^-.rjL-j k! lM..kf\jr I
Ui'.j i kit, [AW .jJG
*W,W£. A(rw*jU,
Het gedocumenteerde opgravingsvlak (vlak 8) met vroeg-middeleeuwse bewoningssporen. De nummers verwijzen
naar de in de tekst genoemde sporen. De Kolenstraat (het noorden) is links. (Afb. 5)
De stortgrond werd na de constructie van
de hut over het dak uitgespreid en raakte
begroeid, zodat een goed geïsoleerde en
waterdichte hut ontstond. Bij de verwoesting
van de hut door brand of agressie stortte het
dak in en kwam de grond op het dak weer
in de kuil terecht. Daarna werd de kuil met
omliggende grond van het maaiveld gedicht
en geëgaliseerd.
Het is verleidelijk om de verwoesting van de
hutkom toe te schrijven aan de vikingaanval
van 882. Rondom en op het plein 's-Gravenhof
zijn de resten van dit drama overtuigend terug
gevonden8. In de hutkom moeten we het doen
met de verbrande houtresten en de verbrande
keramiek, zonder menselijke resten en slechts
enkele runderbotten. De vikingaanval ligt als
oorzaak van de verwoesting voor de hand al is
een individuele brand op het erf niet uitgesloten
BURG EN DE EERSTE BEBOUWING AAN
DE STRAAT (CA. 890 - 1100)
Boven de laag met hutkomsporen werden
zandige lagen aangetroffen. Hierin waren
aanvankelijk geen duidelijke structuren te
ontdekken dan een niet naderte interprete
ren lijnenspel van grondlagen en kuilen. De
vondsten dateren uit de9een11e eeuw.
Op dieper niveau, maar nog wel boven de
oudere hutkomsporen, waarin voor het eerst
het schone zand meer contrast gaf (vlak 8),
tekenden zich duidelijk sporen van kuilen,
paalkuilen en een greppel af (afb. 5). Langs
het westprofiel werden min of meer haaks op
straat grote en kleine paalkuilen gevonden
(spoor 1,4,9,10,5en 2). Niet alle paalkui
len zijn gelijktijdig, sommigen oversnijden
anderen en de vorm en vulling zijn niet gelijk.
Enkele grote paalkuilen lijken verwant en heb
ben een onderlinge afstand van 2,10 m (hart
tot hart) wat een gangbare gebintsafstand is
in middeleeuwse gebouwen. Zowel de paal
kuilen als de oudere en jongere kuilen bevat
ten helaas weinig goed dateerbare scherven,
zodatwe de marge ruim moeten houden tus
sen de datering post quem (een datering die
alleen na een bepaald jaartal of periode kan
vallen) van het oudste grondspoor, de hutkom
uit de late 9e eeuw en de bovenliggende
lagen vlak onder de ophogingen die vooral
10e en11e-eeuws aardewerk lijken te bevat
ten. De sporen van een houten gebouw van
onbekende omvang en mogelijk in meerdere
fasen dateren van na 900 en zeker (ruim) voor
1100. Paalkuil 9 bevat, naast kogelpotscher
ven, ook fragmenten van twee lensvormige
kroesjes met een verglaasde binnenzijde.
Waarschijnlijk zijn het smeltkroesjes.
De zone van paalkuilen langs het westprofiel
maakt in elk geval duidelijk dat we met een
groter gebouw van doen hebben dat haaks
op de huidige straat stond (afb. 6). De Kolen
straat lijkt dus toen al bestaan te hebben. De
gevolgen van de heroriëntatie van de straat
in de 13e eeuw(van gebogen naar recht)
zijn op het punt van Kolenstraat 7 nauwelijks
waarneembaar. Dat de Kolenstraat in de 10e
eeuw reeds bestond is op zich niet vreemd.
Als 'achterburgwalstraat' in hetverlengde
van de Rode Torenstraat zal de straat tijdens
of kort na de aanleg van de ringwalburg
tussen ca. 886 en 896 zijn ontstaan. De
(half)rondlopende straten achter de burgom
walling ter plaatse van de huidige markten
zullen van meet af aan onderdeel hebben uit
gemaakt van de lay-out van de ringwalburg.
Er is één spoor dat duidelijk niet op de straat
georiënteerd is, een greppel die zuid-zuidwest
tot noord-noordoost gericht is. De greppel
doorsnijdt het oudste spoor, de hutkom (zie
boven) maar blijkt uit de profielen ouder te
zijn dan de andere sporen. De vondsten wij
zen op een datering na 890/900 getuige een
8 M. Groothedde, De Nederzettingsontwikkeling van Zutphen voor het jaar 1000, in: M. Groothedde (red.), De Sint Walburgiskerk in Zutphen. Momenten uit de geschiedenis
van een middeleeuwse kerk, Zutphen 1999, 16-22.
10