1
81
zêijn Monumentenzorg
Foto: Smit -
gemeente Zutphen
aan de katholieken, die het gebouw
in 1816 wederom in gebruik namen
met als patroon Johannes de Doper,
met verwijzing naar de in de zuide
lijke torenmuur ingemetselde
Johannesschotel.
In 1874 werd een nieuwe sacristie
gebouwd. Vervolgens worden nog
talrijke bouwkundige aanpassingen
uitgevoerd, zoals het bouwen van
een groot zuidportaal aan het eerste
travee (1904), een neogotische
doopkapel aan de noordzijde
(1911), beschildering van het inte
rieur tussen 1907 en 1913, een res
tauratie o.l.v. W. ter Riele tussen de
jaren 1927 en 1929, waarbij de sa
cristie werd vernieuwd, evenals het
portaal van de zuidbeuk.
In het begin van de jaren vijftig
werd het gehele interieur met een
grauwe verflaag bedekt, nadat een
lambrisering en diverse gedeelten
van de kolommen waren afgetim
merd met hardboard.
Restauratie
In maart 1981 wordt een aanvang
gemaakt met de restauratie van de
torenspits, romp en de kappen van
de kerk. Dit werk wordt uitgevoerd
onder leiding van architect
D. Wijma te Velp. Op 1 juni 1983
wordt de eerste fase van dit werk
afgerond. In de periode 1983 tot en
met 1990 worden er geen restaura
tiewerkzaamheden aan de kerk ver
richt.
Vanaf 1990 tot 1996 vindt herstel
van de zuiderzijbeuk en de bijge
bouwen plaats.
Om de continuïteit van het gebruik
van de kerk te waarborgen werd
besloten de restauratie in afgeronde
fasen op te delen. In de noorder-
beuk werd een tijdelijke sacristie
worden gebouwd. Nadat het con
structieve herstel aan wanden, ge
welven en kolommen werd vol
tooid, kon een bijzondere bestem
ming worden gegeven aan de in
middels herontdekte grafkelder van
de familie Tengnagel, ten onrechte
vaak als gildekelder bestempeld. Als
columbarium zal deze oude kelder
een nieuwe waardige bestemming
verkrijgen na het voltooien van de
restauratie.
Het herstel van de sacristie omvat
o.a. vloeren, wanden, bestaande
deuren, kozijnen, alsmede het in
richten van de zolder tot berging en
c.v.-ruimte van zowel de nieuw in
te brengen installaties van kerk en
sacristie.
De kleurige afwerking van de zui-
derbeuk wordt in overeenstemming
met de gevonden afwerking op
nieuw aangebracht; op de gewelf-
ribben wordt de manchetbeschilde
ringen geconserveerd. Een belang
rijke vondstde restanten van
vroeg 16e eeuwse muur- en gewelf
schilderingen met de voorstelling
van een zogenaamde Christus
Majestas in de meest oostelijke tra
vee van de zuiderbeuk, werd gecon
serveerd.
2