En in 'Den Saeger' zaagde men voort ,4 Archeologisch en bouwhistorisch onderzoek in Laarstraat 24 tMA Monumentenzorg afb. 11 De WBHZ met stadsbouwhistoricus Jeroen Krijnen in Beukerstraat 67 op 6 januari 2001. V.l.n.r.: Claire Heeroma, Jeroen Krijnen, Margot Foury, (achterhoofd) Michel Groothedde, Dineke van Krimpen, Piet Dullaert, Peter Boer, Obe Groenewoud, Gosse Koolstra, Sietze Wierda, Ger Rietberg. Vóór de troep, uitleg gevend als vanouds: Constant Willems. Roel Stegeman en Jan Frings waren afwezig. Foto: Herman Staring met een baan of al druk met allerlei andere activiteiten, is het niet een kwestie van alleen maar enthou siast zijn, maar ook een kwestie van erkenning, medewerking en waar mogelijk ondersteuning in de vorm van faciliteiten of geld. Alleen dan kan deze Werkgroep Bouwhistorie - de enige in haar soort in Nederland! - haar noodza kelijke activiteiten voortzetten op een niveau dat verre van amateu ristisch is. [zie afb. 11]. schijning van de Nieuwsbrief Monumentenzorg van de gelijkna mige gemeentelijke sectie is een professionele invulling van die ou de wens. Een initiatief waarvan veel verwacht wordt, is de eerder ge noemde reeks bouwhistorische pu blicaties die onder auspiciën van de Historische Vereniging Zutphen het licht zal gaan zien. De werkgroep is begonnen met di gitalisering, eerst van het dia- en fotobestand, en sinds kort van zo veel mogelijk andere gegevens. Aanschaf van een digitale camera wordt overwogen. Kortom: initiatieven genoeg, be langwekkende resultaten alom. Voor vrijwilligers, veelal mensen Afb. 1 Laarstraat 24. Foto gemeente Zutphen Het pand Laarstraat 24 is een voor Zutphen kenmerkend monument met een fraaie klokgevel uit het midden van de 18de eeuw. Het pand is in diverse monumentenbe schrijvingen opgenomen. In mei van dit jaar is het pand als gevolg van een bodemsanering in de kel der en een kleine bovengrondse verbouwing archeologisch en bouwhistorisch onderzocht. Het bouwhistorisch onderzoek had een meer verkennend karakter, gezien het achterwege blijven van ont manteling of ontpleistering. Archeologisch onderzoek Tijdens de sanering van een forse petroleumtank in de kelder werd ook de onderliggende grond, van wege de bodemverontreiniging door de lekkende tank, weggegra- ven. Dit leverde een mogelijkheid op om een kleine kijkoperatie uit te voeren. Haaks op de voorgevel werd een bodemprofiel over de ge hele lengte van de kelder onder de keldervloer gedocumenteerd. Dit onderzoek was de eerste archeolo gische 'opgraving' in de Laarstraat, al duurde het veldwerk slechts een dag. Er zijn in de Laarstraat wel ar cheologische waarnemingen gedaan tijdens kleinschalige graafwerk zaamheden. Ook zijn er vondsten uit deze straat bekend maar veel ouder dan 1400 zijn deze vondsten niet. Dat de Laarstraat in 1400 reeds bestond was bekend, aange zien de stadspoorten aan het einde van de Laarstraat en de Spittaalstraat in 1392 al in gebruik waren. In hoeverre deze jongste middeleeuwse stadswijk van Zutphen reeds bebouwd was vóór 1400 was tot nu toe onbekend. Oudste bewoning Gelukkig bleken onder de kelder vloer de oudste bewoningssporen gespaard gebleven te zijn. Deze be stonden uit enkele kuilen en twee opeenvolgende grondophogingen van mestige stadsgrond. Juist het 'vuile' en mestige karakter van de grondlagen wijst op intensieve 'ste delijke' bewoning. Een restant van een lemen vloertje en een paalkuil aan de straatzijde wijzen er moge lijk op dat er reeds in de 13e eeuw een gebouwtje (houten huis?) heeft gestaan op dit perceel. Op 4 tot 5 meter uit de straat werd een forse kuil aangetroffen die aanvankelijk met dezelfde grond is dichtgegooid. Een kleinere kuil in de gedichte 6

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen MoNUmentaal (2000-2012) | 2002 | | pagina 6