Methode
Jh
zoek gaat naar origineel middel
eeuwse panden in Zutphen, een
werkgroep dus die de bouwhistorie
van interessante panden onder
zoekt.
Al overleggend ontstaat een eerste
werkhypothese: er zijn in Zutphen
veel meer waardevolle panden van
vóór 1572 bewaard dan steeds werd
aangenomen. Zoals de overlevering
wil, namen in november 1572 de
Spanjaarden Zutphen in, ver
moordden de meeste inwoners en
verwoestten een groot deel van de
bebouwing. (De feiten zijn anders
geweest, maar dat terzijde.) Als
grens tussen Middeleeuwen en
Nieuwe Tijd wordt dan ook 1572
genomen.
Nu de mensen nog. De eerste be
langstellenden worden gerekru
teerd uit de Werkgroep
Archeologie, die al jaren bestaat.
Verder melden zich natuurlijk le
den van de Historische Vereniging
Zutphen, die er wel voor voelen
mee te werken. En dan zijn er nog
belangstellende vrienden en beken
den van deze mannen en vrouwen
van het eerste uur. Zo ontstaat in
het voorjaar van 1994 min of meer
officieel de Werkgroep
Bouwhistorie Zutphen, de WBHZ.
Ze is een werkgroep van de
Historische Vereniging. De vereni
ging bekostigt de bescheiden facili
teiten en stelt de werkgroep in staat
te vergaderen in het Stadsarchief.
Een groot gevaar voor enthousiaste
vrijwilligers is gebrek aan systema
tiek bij het uitvoeren van plannen,
als gevolg waarvan menig initiatief
een stille dood sterft. Voor dat ge
vaar wordt de WBHZ behoed door
dat er al snel een opdracht binnen
komt van Stichting Het
Wijnhuisfonds: dateren en bouw
historisch beschrijven van een aan
tal panden uit haar bezit. Uiteraard
gaat de opdracht vergezeld van
geld, waarmee het dendrochronolo-
gisch onderzoek bekostigd moet
worden.
De opdracht vergt van de leden na
denken over aanpak, rolverdeling
en manier van verslagleggen. Ook
moet er aan deskundigheidsbevor
dering gedaan worden. Bewaker
van de kwaliteit van bouwhisto
rische kennis is vanaf het begin
Constant Willems, die voor oude en
nieuwe leden een basisset artikelen
en hoofdstukken uit handboeken
kopieert, die als huiswerk dient te
worden bestudeerd.
Belangrijkste bron van kennisver
meerdering zijn de werkgroepleden
zelf ten opzichte van elkaar, waarbij
er natuurlijk sprake is van zowel
deskundigen als leken bij uitstek.
De bezoeken aan panden zijn op
deze wijze masterclasses en ook ex
cursies naar buursteden Doesburg
en Deventer dienen allereerst tot
leringhe en pas daarna tot
vermaeck.
De methode van onderzoek tot en
met verslaglegging is als volgt. Het
liefst vooraf wordt er historisch on
derzoek gedaan naar een pand: in
het "historisch kadaster" worden
gegevens over bewoningsgeschie-
denis, belastingen en hypotheken
alsmede verbouwingen gezocht
voor een eerste oriëntering. Dan
wordt er met eigenaar en bewoners
een bezoekafspraak gemaakt.
Indien aanwezig worden bouwteke
ningen bestudeerd. In het pand
doen de onderzoekers een eerste in
druk op en verdelen dan de taken.
Al naar gelang de karakteristiek
van het pand kunnen deze bestaan
uit opmeten, vastleggen van bij
zonderheden als kaarsnissen, spaar-
bogen, hijswielen, tienlagenmaten,
tel- en vlotmerken in hout, wat
met verschillende middelen ge
schiedt. Standaard worden er foto's
en dia's gemaakt, daarnaast schet
sen van keldersituaties en aanteke
ningen van wat aan bijzonderheden
wordt aangetroffen, [zie afb. 1]
Na het bezoek wordt bepaald of er
vervolgbezoek nodig is en wie het
verslag in ruwe vorm uitwerkt.
Op de maandelijkse vergadering
wordt dit ruwe verslag besproken.
Ook hier kan nog bepaald worden
of er vervolgonderzoek nodig is;
geregeld gebeurt dit nadat bij de
bespreking verschil van inzicht of
onduidelijkheden zijn gebleken. Als
het onderzoek afgerond is, krijgt
het een werknummer en van het
definitieve verslag wordt een uitge
breide en een beknopte versie sa
mengesteld. Deze worden opgelegd
in het archief. Materiaal van andere
aard zoals foto's, dia's, bouwteke
ningen, schetsen, maar ook wel
monsters van hout of behang wor
den met een duidelijke verwijzing
apart bewaard.
Een punt van aanhoudende discus
sie is hoe de werkgroep de resulta
ten van onderzoek het beste toe
gankelijk kan maken. Opslag van
gegevens in het Zutphense
Stadsarchief is daartoe niet vol
doende. Gezocht wordt naar een
vorm waarmee onderzoekers van
buitenaf gegevens over bepaalde
onderwerpen snel kunnen vinden.
Het is bouwkundige Constant
Willems die een methode ontwik
kelt: visualisering! Op vergrotin
gen van de kadastrale kaart van
Zutphen zal met kleurcodes wor
den aangegeven wat er in diverse
panden te vinden is aan bijzonder
heden. Het nadeel van deze metho
de dringt zich echter al spoedig op:
sommige panden bevatten zoveel
afb. 1 Sporenkap met
haanhouten en telmer-
ken; Kolenstraat IA.
Foto: Michel
Groothedde
ZutpIlHl Monumentenzorg