11
mm
Monumentenzorg
cl'.
het bestaande hoekhuis. De voorge
vel hiervan ligt aan de Lokenstraat,
die toen overigens nog 'Kromme
Elleboog Straat' heette naar de ken
merkende knik in de rooilijn van de
straat ter hoogte van het gesloopte
pakhuisje Lokenstraat 12.
De eerste vermelding van het nieu
we pand aan de Lokenstraat dateert
uit 1754. Het werd bewoond door
een schrijnwerker en zijn vrouw. In
1785 wordt melding gemaakt van
stallen. Inderdaad zijn bij de opgra
ving gemetselde voedertroggen
aangetroffen. Deze zijn ook zicht
baar op een kaart uit 1832. Het gaat
waarschijnlijk om vier afzonderlij
ke stallen. Op het achterterrein zijn
overigens twee koeien- en één
paardenkadaver aangetroffen die
wellicht uit deze tijd stammen. Het
deel van het huis dat grensde aan
het hoekhuis herbergde een kelder
en een deur naar het achterterrein
(aangegeven op kaart uit 1832).
Intussen bestond 'het hoekhuis' op
de hoek van de Bagijnenstraat (nu
Gasthuisstraat) met de Kromme
Elleboogsteeg (Lokenstraat) nog
steeds uit twee delen, die geschei
den werden door een gang. Deze
liep naar de achtertuin, die overi
gens beter een tuinpad genoemd
kan worden omdat het achterter
rein helemaal volgebouwd was. Dit
blijkt uit de kaart van 1832 en bo
vendien staat in een koopakte uit
1740 'huis met twee achterhuisjes'
en in 1789 wordt gesproken van
een 'huis net gang, daarlangs schie
tende naar achteren, voorts drie af
zonderlijke woningen daar annex'.
Eén daarvan is het achterhuis met
de 15e -16e-eeuwse kelder, de an
dere twee zijn kleine houten huis
jes geweest waar archeologisch ei
genlijk niets van terug te vinden is.
Ze stonden tegen de tuinmuur aan
de Nieuwstadzijde.
Een ingegraven beertonnetje waar-
in onder meer Chinees
porselein en een geëtst
glas gevonden zijn,
markeert het einde van
een tijdperk. Vanaf de
18e eeuw werden excre
menten van de fors
groeiende bevolking
niet meer in de tuin ge
dumpt als voer voor la
tere archeologen. Ze
werden verzameld in
tonnen die vervolgens door de boe
ren op de schrale zandgronden als
giertanks gebruikt konden worden.
Mest was van essentieel belang om
voldoende te kunnen verbouwen
voor het toenemend aantal (stede
lijke) monden.
De waterput op het achterterrein
werd gebruikt door alle huishou
dens er omheen: op de kadastrale
kaart loopt er een perceelscheiding
midden over de put.
Aan de andere kant van de tuin
muur, op het terrein dus van
Nieuwstad 27, bevond zich een for
se 18e-eeuwse vierkante beerput
met bakstenen wanden. Eén van de
hoeken bestaat uit een gehalveerde
16e-eeuwse ronde voorganger. De
komst van de huisjes aan "onze
kant" van de tuinmuur maakt ook
een ander fenomeen noodzakelijk.
Aan de Nieuwstadskant bevindt
zich een koker met een binnendia-
meter van 40 cm. Deze diende zeer
waarschijnlijk om overtollig hemel
water via een dakgoot door de kleii
ge middeleeuwse lagen heen naar
het goed doorlatende dekzand te
loodsen. Dit verschijnsel is ook
aangetroffen bij de opgraving in de
Dieserstraat.
Cement en witte tegeltjes
In de 19e eeuw worden zowel het
hoekhuis als de achterhuisjes ges
loopt, met uitzondering van de kel
ders. Op het grondplan verscheen
een nieuw pakhuis van twee bouw
lagen plus een zolder. Dit gebouw
heeft tot augustus 2001 gestaan.
Een gang aan de oostzijde van het
huis liep naar achter, waar een ge
bouw werd neergezet dat bestond
uit twee bouwlagen. Het gebouw
stond er nog in de jaren 60 van de
vorige eeuw. De kruisgewelven van
de kelder werden gesloopt en de
kelder werd afgedekt door een balk
laag. Het geheel werd voorzien van
een laag portland-cement en het
17e-eeuwse kaarsnisje paste schijn
baar niet in de nieuwe strakke
'look'. Ook werd het deel van de
kelder, dat dienst deed als kolenhok,
dichtgemetseld en verder volgestort
met puin. Tegen de achterzijde van
het voorhuis stond een lage schuur.
De 18e-eeuwse stallen aan de voor
malige Kromme Elleboogsteeg wer
den gesloopt in de jaren 30 van de
20e eeuw. Op de zo ontstane open
ruimte werd een open berging ge-
ierkante 18e-eeuwsc
beerput. Eén hoek be
staat uit een gehalveer
de 16e-eeuwsc ronde
voorganger.
De 14e-eeuwse muur
waar een 17e-eeuwse
beerput tegenaan ge
metseld is.
bouwd. In de jaren zestig is ook de
ze lage schuur achter het huis ge
sloopt. Er is een indrukwekkende
betonnen fundering aangelegd over
het middeleeuwse muurwerk waar
op een lage smalle loods werd ge
bouwd. De 17e- eeuwse waterput
met waterpomp op het binnenter
rein werd bij de bouw van de loods
in de jaren zestig dichtgegooid.
Tegen de bebouwing van de
Nieuwstad (de straat) werd een laag
gebouwtje gezet met sanitaire
voorzieningen. De witte tegeltjes
hebben dienst gedaan tot het einde
van de opgraving.
Bert Fermin
Foto rechtsonder:
De Lokenstraat in 1962.
Links een laat 19e-
eeuwse vleugel van het
in de jaren zestig ges
loopte Gasthuis. In het
midden een huis waar
op de zijgevel de dak-
moet van de 18e-eeuwse
stallen te zien is. Achter
het lage schuurtje een
19e-eeuws gebouw dat
niet lang na het maken
van de foto is gesloopt.
Rechts het 19e-eeuwse
hoekhuis.
Zutphen