Mi 11 Monumentenzorg Zutphen Het bakstenen rooster, waarop de brouwketel stond. (Foto: Archeologie Gem. Zutphen). het biermonopolie dat in 1435 door hertog Arnold van Gelre aan Zutphen werd verleend in een groot deel van het graafschap Zutphen en de hele Veluwe. Latere landsheren hebben dit monopolie- recht steeds bekrachtigd. In 1461 werd er een bierbrouwers- gilde opgericht. Er werden vier on afhankelijke gildemeesters aange steld om de kwaliteit van het bier te controleren. Een van de bepalingen was dat een brouwer niet tegelijk herbergier mocht zijn. De familie Raven loste dit probleem waar schijnlijk op door de ene familietak in Houtmarkt 54 te laten brouwen en de andere tak te laten tappen in een herberg elders in de stad. In 1466 worden 23 bierbrouwers ver meld die tonnen hadden geleverd voor een veldtocht. Aangezien lang niet alle bekende bierbrouwers in dat lijstje voorkomen zal het totale aantal brouwers in de stad veel ho ger zijn geweest. In 1450 bracht de brouwaccijns de stad Zutphen 1900 pond op en de tapaccijns nog eens 640 pond, een vermogen in die tijd. De accijns was een van de belang rijkste inkomsten van de stad. In 1522 werden in Zutphen 18.868 va ten bier gebrouwen en 9066 vaten bier in de herbergen getapt. Op een bevolking van nog geen 5000 inwo ners betekende dit een omzet in de herbergen van 24 vaten per dag a 125 liter 3000 liter. Nu dronk ie dereen in de middeleeuwen bier en in de hogere sociale klassen werd ook veel wijn gedronken. Er was licht en goedkoop bier, zogenaamd 'Scharrebier' voor de kinderen en armen, zwaarder bier voor volwas senen, mannen én vrouwen. Het merendeel van de productie was echter voor de export. In de oven van Houtmarkt 54 werd Afbeelding van bier brouwers in aktie in de 15e eeuw. Uit: Digestum Vetus Gemeentearchief Kampen.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen MoNUmentaal (2000-2012) | 2001 | | pagina 11