De brouwoven
Tegen de achtermuur en de zij
muur linksachter in de kelder
kwam een bakstenen bouwsel on
der de vloer tevoorschijn dat als
brouwoven geïnterpreteerd kan
worden. De oven is in totaal 330 cm
lang en bestaat uit een ronde stook
plaats met een diameter van 130
cm (105 cm binnenmaats) en een
kelderruimte er voor. De kelder
ruimte is 170 cm lang en iets breed
uitlopend van 90 cm tot 100 cm
voor de stookplaats. Aan het begin
is er een trapje van twee hoge tre
den naar 84 cm diepte onder de ou
de keldervloer. De kelderruimte
diende voor het stoken van de oven
door de brouwer. Er zijn drie stook-
kanalen onder een twee-steens dik
bakstenen rooster. De scheidings
wandjes van de kanalen dragen het
stookrooster. Binnen de bakstenen
ring stond op het rooster de brouw
ketel. De oven is intensief gebruikt,
getuige de kapotgesinterde bakste
nen van het rooster en de ring.
Naast de oven werd een rond bak
stenen putje gevonden van maxi
maal 55 cm diepte met een harde
bodem en een tweede bodem erbo
ven van bakstenen. De betekenis
van het putje is onbekend maar een
functie in het brouwproces ligt
voor de hand. Wellicht werd in een
beslagkuip die in het putje stond
het beslag gemaakt, zoals dit te zien
is op een tekening in een hand
schrift uit 1462 uit het stadsarchief
van Kampen.
Er is in en om de oven niets gevon
den dat met het brouwen in ver
band gebracht kan worden. De wei
nige vondsten vertellen hooguit
iets over het in onbruik raken van
de oven in de 16e eeuw. De bakste
nen waaruit de oven is opgebouwd
meten 26/27 x 13/14 x 6 cm, een
maat die in de 15e en 16e eeuw
veelvuldig is gebruikt.
De oven vertoont veel overeen
komsten met ovenvondsten in on
der andere de brouwerssteden
Haarlem en Amersfoort, Voor zo
ver bekend echter is de Zutphense
oven het best bewaard gebleven
exemplaar uit de late middeleeu
wen.
De ligging van de brouwoven is wel
vreemd. De meeste gevonden bier-
brouwovens lagen in de middeleeu
wen in bijgebouwen op de achterer
ven, waar in het algemeen ambach
telijke en industriële activiteiten
voorkwamen. In de meeste steden
waren de percelen vrij lang en bo
den dus voldoende ruimte aan der
gelijke activiteiten. Ook bij diverse
brouwerijen in Zutphen is er in de
historische bronnen sprake van het
brouwhuis, of brouwerij bij het
hoofdhuis. Het huis Houtmarkt 54
beschikte echter niet over een ach
terterrein. De bebouwing van de
Rode Torenstraat grenst aan die
van de Markt met hooguit enkele
kleine binnenplaatsjes tussen de
huizen. Soms kwamen brouwovens
ook wel in de hoofdhuizen aan de
straat voor maar in de kelder is wel
ongebruikelijk. Er zal een goede af
voer van rook, hitte en stank ge
weest moeten zijn, bijvoorbeeld via
een rookvang boven de oven, maar
hiervan is geen spoor meer te zien
in de kelder. Mogelijk waren er
meerdere ovens in het pand en
werd er wegens ruimtegebrek een
in de kelder gemaakt.
De brouwoven met het
bakstenen putje op de
voorgrond.
(Foto: Archeologie
Gem. Zutphen).
De brouwoven met de
stookkanalen onder het
rooster.
(Foto: Archeologie
Gem. Zutphen).
De historische bronnen in het
stadsarchief (het 'Historische
Kadaster') geven informatie over
de mogelijke bierbrouwer in dit
pand. In 1450 wordt het huis voor
het eerst genoemd en is Jo
Penniken eigenaar. Zijn zoon Philip
Penniken wordt van 1473 tot 1482
als eigenaar genoemd. In 1487 ech
ter is het pand in handen van
Herman Raven. De familie Raven
was een bekende Zutphense brou
wers- en herbergiersfamilie. Zij be
zaten op dat moment ook een her
berg in het huis Houtmarkt 82.
Herman Raven is in 1513 gestor
ven en hij wordt opgevolgd door
zijn zoon Hëndrik. Tussen 1523 en
1534 komt Goessen van Vyanen als
eigenaar voor. Daarna treffen we
weer een Hendrik Raven aan van
1539 tot 1541, mogelijk de eerder
genoemde Hendrik of een zoon.
Daarna raakt het huis tot 1601 in
handen van de familie Valck.
Het is aannemelijk om de brouwo
ven toe te schrijven aan de familie
Raven tussen 1487 en 1541. Het is
in deze periode dat de bierproductie
in Zutphen een bloeiperiode beleef
de. Deze bloei was te danken aan
Tjitphen IVIonumentenzorg
10