Monumentenzorg Benen gesp. "Veronica"-Christus aangezicht, midden 16e Beerput van Johan ter Kloeke. 16e eeuw Hoge bierpul. "Snelle" uit Siegburg ca. 1575 stenen huizen. Van de Tengnagelshoek tot aan de Isendoornstraat stonden rond 1500 zeven huizen, waarvan er twee vak werkhuizen waren. Dit is opmerke lijk omdat het in Zutphen na 1350 verboden was om houten huizen te bouwen uit angst voor een stads brand, die nog in 1336 de Nieuwstad in as legde. Toch hebben deze twee huizen er nog tot 1976 gestaan. Het grootste en oudste huis stond in het midden van de straatwand. Het was een bakstenen huis van 12 x 7,5 meter uit om streeks 1350 dat rond 1450 werd vergroot tot 20 meter lengte. Het huis was deels onderkelderd. Hier woonde toen een kerkmeester van de Nieuwstadskerk, Gerrit van Bramel. In een 15de-eeuwse beer- kuil achter zijn huis is een gen in 1999 gevonden in een kuil onder het vakwerkhuis dat zuide lijk grensde aan de kerkmeesters woning. Van de ca. honderduizend fragmenten vensterglas bleek zo'n 5 gebrandschilderd te zijn. Het glas dateert uit de periode 1300 tot Christusbeeldje gevonden. Het be treft een groot deel van een aan het kruis hangend lichaam van Christus met resten van witte klei- pasta en daarop rode verfresten van zijn kruisverwondingen. Naast dit beeldje zijn nog drie heiligenbeeld jes gevonden die wijzen op bewo ning door burgers die een sterke band met de parochiekerk hadden. Tussen ca. 1550 en 1578 werd het huis bewoond door kerkmeester Johan ter Kloeke. Hij was vermoe delijk degene die het gebrandschil derde vensterglas van de Nieuwstadskerk op zijn terrein heeft begraven nadat de Staatse en Waalse soldaten de kerkramen in 1572 hadden vernield. Het lood van het glas-in-lood werd door de sol daten gebruikt voor het gieten van kogels. Het zeldzaam goed bewaard gebleven glas werd bij de opgravin- 1572. Het oudste glas is afkomstig uit de vensters van de bouwfase uit ca. 1300. Een grote hoeveelheid 15de-eeuws glas is ongetwijfeld af komstig uit het koor van de kerk dat in 1459 werd opgeleverd en waarvoor de stad een gebrandschil derd raam schonk. Vervolgens zijn bij opeenvolgende uitbreidingen van de kerk tussen 1500 en 1550 (de zuider- en noorderzijbeuk) ge brandschilderde ramen geschonken. Opvallend is dat de grote centrale voorstellingen in de ramen ontbre ken. Vermoedelijk zijn deze voor stellingen (van heiligen en bijbelse scenes) bewust tijdens het beleg door de kerkmeesters uit de ramen gehaald om ze voor vernieling te behoeden. Na de inname van de stad vernielden de soldaten alles wat nog in de vensters aanwezig was: de randversieringen en kleine schilderingen en het niet-beschil- derde vensterglas. Na de 'Staatse furie' heeft kerkmeester Johan ter Kloeke het glas in de kerk verza meld en begraven in de schuur naast zijn huis, immers het dumpen van het glas op het kerkhof in of rond de kerk zou niet handig ge weest zijn. Al met al vormt de glasvondst een belangrijke bron van informatie over de brandschilderkunst in de Lage Landen tussen 1300 en 1572, de periode van gotiek tot vroege re naissance. Na het puzzelen van de duizenden fragmenten zijn zo'n duizend ruit-fragmenten digitaal gefotografeerd en op cd-rom gezet. De Katholieke Universiteit van Nijmegen doet onderzoek naar de kunsthistorische betekenis van de glasvondst. Na afronding van dit onderzoek zal de glasvondst in het Stedelijk Museum worden geëxpo seerd en gepubliceerd. 8

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen MoNUmentaal (2000-2012) | 2000 | | pagina 8