Van wormen en flieringen: dendrochronologisch onderzoek Monumentenzorg De kapconstructie van Beukerstraat 77. Foto J.S. Krijnen, gemeente Zutphen. Een exact bouwjaar van een huis spreekt meestal erg tot de verbeel ding. Het huis krijgt opeens een betekenis die verder gaat dan het bieden van comfortabel onderdak aan haar bewoners. Een hoge ou derdom kan deze betekenis verster ken en wordt in nogal wat gevallen vertaald naar veel respect voor het pand en haar geschiedenis. In het verleden zijn vele oude Zutphense panden gekoppeld aan een jaartal. In veel gevallen is een daster gaan terug tot het midden van de 15de eeuw, een enkele zelfs tot vóór 1400. Zijn de huizen op de gemelde per celen echt zo oud? Bouwhistorisch onderzoek kan in veel gevallen een tipje van de sluier oplichten en soms meer dan dat. Een door bouwhistorici veel gebruikte date ringsmethode is het dendrochrono logisch onderzoek. Dendrochronologie is feitelijk het onderzoek naar de jaarringen van datering naar voren gekomen uit historisch onderzoek in het archief. Echter, het is gebleken dat daaruit zelden een exact bouwjaar naar vo ren komt. Bovendien bleek uit on derzoeken naar de bewoningsge- schiedenis van panden in de bin nenstad dat er sprake is van een voortdurende continuïteit, zonder dat duidelijk wordt of een huis is verbouwd of gesloopt en vervol gens nieuw is opgetrokken. Veel meldingen in het zg. historisch ka- een boom. Het groeiproces van een boom in een bepaalde regio laat zich daarin aflezen en vormt als het ware een unieke barcode, die per boom verschilt. Dit fenomeen wordt veroorzaakt doordat elke streek een eigen min of meer constante bodemgesteld heid en grondwaterstand heeft, die van invloed zijn op de groei van een boom. Daarnaast spelen facto ren mee die meer wisselend van ka rakter zijn zoals de neerslaghoe- veelheid, de hoeveelheid zon per dag en seizoen en de windkracht. Al deze factoren zorgen uiteraard van boom tot boom voor de nodige ver schillen in het groeiproces, maar uit wetenschappelijk onderzoek is ge bleken dat met name voor eikenbo men uit een bepaalde streek wel de nodige overeenkomsten bestaan. Dit betekent dat een eik die in 1686 in het Duitse Rijnland is geveld globaal de zelfde groeikenmerken vertoond als een andere eik die in dat jaar in het zelfde gebied is neer gehaald. Deze overeenkomsten zorgen er voor dat het mogelijk is over een langere periode groeigegevens van eikenbomen binnen een bepaald gebied aan elkaar te koppelen zodat afhankelijk van eerder gedane date ringen een groeigrafiek van een pe riode van 2000 jaar voor de bomen in dat gebied opgesteld kan worden. Het is echter wel zo dat er kleine verschillen per jaar bestaan binnen deze gebiedsgekoppelde overeen komsten. Het zijn deze minieme verschillen die per groeijaar uniek zijn, die het mogelijk maken tot op het jaar nauwkeurig het moment van kap te bepalen. Dat is belangwekkend omdat in het Zutphense en elders globaal tot in de 17de eeuw eikenhout is gebruikt als constructiehout voor bijvoor beeld kapconstructies van gebou wen. Bovendien is voor een nieuw opgetrokken constructie in het ver leden vrijwel altijd vers gekapt hout gebruikt, daar dit nog relatief zacht was en dus goed te bewerken. Tussen moment van kap en toepas sing zat daarom meestal minder dan een jaar. Is het jaar van kap bekend en het staat onomstotelijk vast dat het hout niet is hergebruikt (wat veel voorkwam, bijvoorbeeld wanneer het huis werd verhoogd met een extra verdieping, eikenhout was en is een duur bouwmateriaal!), dan is dit meestal een goede aanwijzing 4

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen MoNUmentaal (2000-2012) | 2000 | | pagina 4