Lange Hofstraat 31
Monumentenzorg
rechte beitel zijn links de merken
ingeslagen, met een halfronde bei
tel aan de rechterzijde, resulterend
in de volgende vorm: Het
gebruik van dit type telmerken
duidt op een kapconstructie van na
ca. 1550. De spanten zijn samenge
steld uit eiken krommers die in
langsrichting met elkaar verbonden
zijn d.m.v. wormen en gekromde
windschoren. Aangezien gekromd
eikenhout globaal na 1630 niet
meer wordt toegepast in de hui
zenbouw, kan de kapconstructie
tussen 1550 en 1630 gedateerd
worden. De sporen van de kap zijn
overigens met 2 haanhouten aan
elkaar verbonden boven de jukken.
Na beschouwing van de achterge
vel van het diepe deel werd boven
staande datering aannemelijker
ook deze was optisch globaal tus
sen 1550 en 1630 te plaatsen. De
gevel heeft fraai vlechtwerk als
topafwerking.
De kelders
Het huis heeft twee kelders, een
kleine onder het linkerdeel met
globale (geschatte) binnenafmetin-
gen van ca. 3 bij 7 meter en ca. 2m
hoog, aanzet van het gewelf op ca.
1,30 boven de vloer. De tweede kel
der is bijna twee keer zo lang en
ongeveer 6 meter breed. De aanzet
van het gewelf is vrijwel direct op
vloerniveau. De kelder heeft een
buiten ingang aan de voorzijde,
waarvan d.m.v. een gemetselde trap
gebruik kan worden gemaakt en
een scheluwe stenen trap ongeveer
centraal in de kelder, die als hoofd
toegang van de kelder dient. De
treden van de trap zijn vermoede
lijk met een lichte ophoging van de
keldervloer ook opgehoogd; onder
de huidige bakstenen treden waren
de zijkanten van de ca. 15 cm brede
vloertegels zichtbaar die oorspron
kelijk als traptreden dienden.
Opmerkelijk was de aanwezigheid
van een groot aantal gelijkvormige
kaarsnissen. In de achterwand
waren er drie zichtbaar, waarvan
het vermoeden bestaat dat dat er
vijf zijn geweest, gezien de regel
matige onderlinge afstanden van
de huidige drie. Ook in de zijwan
den aan de voorzijde - waar rechte
muren en geen zijwaarts weglo
pend tongewelven aanwezig zijn -
zijn enkele kaarsnissen aanwezig.
Het formaat is nagenoeg gelijk aan
andere in Zutphen aangetroffen
kaarsnissen, zoals in bijv. Lange
Hofstraat 31 of Lange Hofstraat 21.
Dit duidt op een gelijk formaat
baksteen (ca. 29 cm). Opmerkelijk
genoeg zijn in de kleine kelder van
het linkerdeel geen kaarsnissen
aangetroffen.
De achtergevel van het diepe, rech-
terdeel heeft een gevelafwerking
met vlechtingen.
Wat zegt bovenstaande over de
ontwikkelingsgeschiedenis van het
huis "Utrecht"?
In ieder geval is zeker dat het huis
is ontstaan uit twee afzonderlijke
huizen, waarvan het rechterhuis in
ieder geval een 14de of 15de eeuw-
se stenen voorganger gehad moet
hebben. Daarvan is de bijbehoren
de kelder nog aanwezig. De kelder
van het kleinere linker huis is van
jonger datum. Zeker is dat het
rechterhuis tussen 1550 en 1630
grondig is verbouwd en een nieu
we kapconstructie en achtergevel
heeft gekregen. Dat toen ook de
voorgevel is aangepakt lijkt wel
haast zeker. De twee huizen zijn na
verloop van tijd samengetrokken
en hebben aan het begin van de
19de eeuw één nieuwe, gezamelijke
voorgevel gekregen. Deze is begin
20ste eeuw nog eens verbouwd.
Dit pand - "Den Krauwell" gehe
ten naar een middeleeuws scheeps-
type - valt op door zijn bijzonder
hoge begane grond, te weten 4,75
meter. Toch is dit voor Zutphen
geen ongewone maat. Voorlopers
van gemeentelijke verordeningen,
keuren genaamd, geven ons daar
over aanwijzingen.
Een aanwijzing voor een hoge
begane grond is gelegen in een
Zutphens stadskeur uit de 14de
eeuw die burgers de mogelijkheid
gaf om rente voor een hypotheek
onder gunstiger voorwaarden af te
lossen als hij zijn houten huis ver
ving door een huis met vier stenen
muren. Die muren moesten dan
wel minimaal 18 voet ca. 5,50
meter) hoog zijn. De houten voor
gangers hadden in verband met
een open haard zonder rookkanaal
ook zo'n hoge begane grond. Later
zijn veel van dergelijke begane
gronden gesplitst door het bouwen
9
van een insteek, of door een vol
waardige verdiepingsvloer. Het
huis Krauwel geeft ons nog
een goed idee van zo'n hoge, onge
deelde begane grond.
Een ander interessant verschijnsel
is de aanwezigheid van een restant
van een gotische nis in de rechter
zijmuur. De vorm en hoogte van
deze nis geeft aan dat de huidige
hoogte van de begane grond in
ieder geval al in de 15 de eeuw,
mogelijk eerder, tot stand is geko
men. De gotische nis stond niet op
zichzelf en was waarschijnlijk een
van de vier, mogelijk meer, nissen
in de gevel. Hun breedte en hun
onderlinge afstand hield verband
met de verdwenen samengestelde
balklaag erboven. Deze is vermoe
delijk in de 18de eeuw vervangen
door de huidige enkelvoudige bal
klaag, waarvan een deel zichtbaar
is bij het trapgat naar de eerste
verdieping. De oorspronkelijke
hoogte van de begane grond is bij
die operatie gehandhaaft. Het Lange Hofstraat 31 ofwel
gebruik van muurnissen heeft alles "Den Krauwell",
te maken met geld. Er hoefde min- foto auteur.