INHOUD
Opgravingsgegevens en ligging onderzoek
1
1. Vondstomstandigheden
2
2. Conservering
2
3. Doelstelling en methoden van onderzoek
3
4.4.
4.5.
5.7.
4.1.
4.2.
4.3.
5.3.
5.4.
5.5.
5.6.
Het aandeel van het gevogelte t.o.v. de zoogdierresten
Soortenverhoudingen
5.2.1. Kippen, eenden en ganzen
Vertegenwoordiging van de karkasdelen
Slachtsporen
Fragmentatie
Slachtleeftijden, minimum aantal individuen en grootte
5.6.1. Kippen
5.6.2. Kalkoenen
5.6.3. Duiven
5.6.4. Ganzen
5.6.5. Eenden
5.6.6. Wilde hoenders
5.6.7. Overige wilde vogels
Vraat sporen en pathologische vergroeiingen
Taphonomische opmerkingen
De gevonden soorten
6.2.1. Kabeljauw en schelvis
6.2.2. Platvissen
6.2.3. Paling
6.2.4. Zalm
5
5
7
8
9
9
10
10
11
11
11
13
15
20
21
22
22
22
23
24
25
25
26
27
29
30
30
31
33
33
33
34
34
35
36
37
37
38
38
38
38
39
6. Vissen
6.1.
6.2.
5. Vogels
5.1.
5.2.
4. Zoogdieren
Fragmentatiegraad en vraat sporen
Niet op soort gedetermineerde fragmenten
Wild
4.3.1. Wild zwijn
4.3.2. Edelhert
4.3.3. Hazen
4.3.4. Konijnen
4.3.5. Das
Slachtvee
4.4.1. Soortenverhouding
4.4.2. Vertegenwoordiging van de karkasdelen
4.4.3. Minimum aantal individuen en slachtleeftijden
4.4.4. Grootte en schofthoogten
4.4.5. Slachtsporen
4.4.6. Pathologische vergroeiingen
Niet gegeten dieren
4.5.1. Honden
4.5.2. Katten