Eindhoven Zutphen17e eeuw Zutphen 10e eeuw 1 >37 2 1 5 7. SCHELPRESTEN 41 Heeckeren hoeft bij het geringe totaal aantal botten geen betekenis gehecht te worden als men bedenkt dat van deze kostbare luxe-vis in elitecontext nooit meer dan enkele huidplaten teruggevonden worden. De vondst van resten van zalm en snoek kunnen zonder meer gezien worden als een aanwijzing voor luxe maaltijden. Vondsten van een baars en grotere karpers zouden daar goed bij passen, maar kunnen zonder verder onderzoek van beter verzameld botmateriaal geen informatie toevoegen. Aangetroffen zijn de resten van minstens 74 schelphelften en 2 kleinere fragmenten van zoutwatermosselen. Deze vertegenwoordigen minstens 37 of 38 complete mosselen. Lettend op de wijze waarop het materiaal verzameld is "zal het aantal in de beerput aanwezige mosselschelpen zeker veel groter geweest zijn. De mosselen moeten zijn aangevoerd vanuit zee, bijvoorbeeld de toenmalige Zuiderzee. Zoutwatermosselen worden echter vrij vaak aangetroffen in beerputten uit de laat- en postmiddeleeuwse periode, onder meer in het nabijgelegen Deventer, maar ook in diverse andere redelijk landinwaarts gelegen steden. Zij lijken geen duidelijke aanwijzing te vormen voor welstand, vermoedelijk juist omdat zij, eenmaal aangevoerd snel gegeten moesten worden, en dus snel verkocht, eventueel voor een lagere prijs. zeevis haring schelvis kabeljauw wijting schol tarbot stekelroggen totaal zeevis zoet- en zoutwatervis steur paling zalm schol/bot tot. zoet-/zoutw.vis zoetwatervis snoek baars winde karper brasem totaal karperachtigen totaal zoetwatervis totaal aantal 5 1 8 15 >65 16 19 3 3 1 5 3 4 13 5 2 4 5 12 1 1 1 2 1 1 3 5 1 1 4 6 10 16 1 3 1 3 1 1 Tabel 27. De minimum aantallen individuen op basis van visbotten van het Eindhovense kasteel86, de Zutphense Hof van Heeckerèn en het 10e eeuwse Zutphense Gravenhof.' 86 de Jong 1992b 87 Spitzers en Beerenhout 1998

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Archeologische Publicaties | 1998 | | pagina 47