5.6.1. Kippen
31
in het skelet op het zelfde moment plaats te vinden. Aangehouden is dat botten met een
dergelijk poreus uiteinde over het algemeen van vogels zijn die niet ouder kunnen zijn dan 6
maanden. Volgens Habermehl42 is bij kippen de verbening in de schoudergordel en het
handskelet met ca. drie en halve maand voltooid. Het is onduidelijk of dit overeenkomt met
het verdwijnen van het poreuze botoppervlak. Voor de vergelijking met het Groninger
Pepergasthuis en de Haagse Zuilingstraat is daar wel van uitgegaan.
Onder de als kip of huishoen gedetermineerde botfragmenten kunnen ook botten van
korhoenders schuilgaan. Bij sommige skeletelementen, zoals het opperarmbeen is het
onderscheid niet te maken, evenmin bij juveniele botten wanneer deze kleiner zijn dan die van
volwassen korhoenders. Van de 99 fragmenten van kippen, inclusief twijfelgevallen, waren 25
fragmenten van juveniele dieren. Dit komt overeen met de verhoudingen tussen de minimum
aantallen juveniele en volwassen individuen, bepaald aan de hand van individuele
skeletelementen.
Het hoogste minimum aantal individuen bedraagt op basis van juist de opperarmbeenderen 13,
waarvan negen volwassen individuen, drie bijna volwassenen (ca 3-5 maanden) en een
halfwas (twee derde van de volwassen lengte: ca. 2 maanden). De grootste lengte van de drie
bijna volwassen beenderen komt overeen met die van de grootste volwassen beenderen. Ruim
de helft tot twee derde van de volwassen omvang hebben ook een schedelfragment, een
ravenbeksbeen (coracoid), een schouderblad, een scheenbeen (tibiotarsus) en een loopbeen
(tarsometatarsus). Het bekkenfragment is niet van een korhoen, zodat we dit ook voor de
andere halfwassen botten veronderstellen. Op basis van de scheenbenen zijn, behalve het
halfwassen individu minimaal acht volwassen individuen te onderscheiden. Op basis van de
Foto 1. Loopbeenderen (tarsometatarsi) van kippen uit de beerput van de Hof van Heeckeren met
diverse malen, v.l.n.r. volgroeid met hanensporen: volgroeid zonder sporen; onvolgroeid en, geheel
links, halfwas.
loopbenen zijn naast de halfwas en vier bijna volwassenen, allen te groot voor een korhoen,
zeven volwassen kippen te onderscheiden: drie hanen en vier zonder sporen. Aangezien de
sporen later kunnen vergroeien dan het proximale uiteinde, kunnen de spoorloze loopbenen
van zowel hennen als hanen stammen.43
42 Habermehl 1975, p. 181
43 Ervynck e.a. 1994; Zeiler 1996
mini'