4.4.3.I. Rund 2 x volgroeid 42 mnd. (groot) 1 1 16 Resten van minimaal 8 verschillende runderen zijn terug gevonden (tabel 9). Een linker en rechter onderkaakhelft van ca. 5 maanden oude runderen kunnen van hetzelfde dier stammen. Twee bovenkaakfragmenten stammen echter van twee verschillende kalveren met dezelfde slachtleeftijd. Vijf ongeveer even grote, nog onvergroeide, linker bekkendelen geven aan dat minstens vier kalveren van om en nabij 5 maanden in de botresten vertegenwoordigd zijn. De bekkens waren iets kleiner dan die van een 7 tot 9 maanden oud kalf. Twee onvergroeide bekkenfragmenten waren resp. iets groter dan en even groot als die van het genoemde kalf en vertoonden eerste aanzetten van het vergroeien (tussen 7 en 10 maanden volgens Silver 1969). Ook diverse dijbeenfragmenten van minstens 3 juveniele runderen waren een fractie kleiner dan of even groot als die van het 7 tot 9 maanden oude kalf, terwijl twee fragmenten van mogelijk één kalf duidelijk groter waren. Geen juveniele botstructuur maar wel een jonge indruk, heeft een bekkenfragment dat nog kleiner is dan voorbeelden van kleine, volgroeide Romeinse en middeleeuwse runderen. Aangezien runderen na hun 18e maand doorgaans geen zichtbaar juveniel uitziend botoppervlak meer hebben15 en na twee en half jaar nog slechts beperkt groeien, kan de leeftijd van dit rund globaal tussen één en een kwart en twee en half jaar gelegen hebben. Een vergroeid bekken en twee proximaal onvergroeide dijbeenfragmenten van minstens twee verschillende runderen komen qua grootte overeen met die van een moderne, volgroeide koe. De slachtleeftijd kan daarom niet veel jonger zijn dan drie en half jaar. Van in totaal 87 fragmenten zijn 35 fragmenten zichtbaar juveniel (onder 18 maanden) en 24 fragmenten even groot als volgroeide voorbeelden. Dit laatste wil niet zeggen dat alle 24 fragmenten zelf ook al volgroeid zijn. Twaalf fragmenten zijn even groot of zelfs groter dan die van moderne runderen, die zelf weer veel groter zijn dan hun middeleeuwse voorgangers. De groeinaden in de lange botten daaronder, zijn nog niet gesloten, terwijl aan de kleinere fragmenten geen groeinaadgegevens af te leiden zijn. Kennelijk stammen de botten in hoofdzaak van forse runderen, waardoor er rekening mee gehouden moet worden dat leeftijds- schattingen bij de juveniele botten op basis van grootte te hoog uit zouden kunnen vallen. Tabel 9. Slachtleeftijdgegevens rund in minimum aantallen individuen aan de hand van diverse skeletelementen met elkaar vergeleken. (zie tabel 11). Tabel 10. Slachtieeftijdsgegevens van runderen van de Hof van Heeckeren op basis van epifysiële vergroeiingen. maxillaire: 2 x 5 mnd. skeletelementen pelvis humerus d.; radius p. phalanx 1 prox. tibia p.; femur p. radius d.; femur d. pelvis: 4 x (7-)10 mnd. 1 x 7-10 mnd. 1 x 7(-10) mnd. (klein) 1 x volgroeid (groot) femur: 3 x juv. ca. 10 mnd. 1 x juv. ca. 10 mnd. 8 3 onvergroeid 7 3 vergroeid 1 leeftijd (mnd.) 7-10 12-18 18 36-42 42-48 15 mondelinge mededeling R. Maliepaard

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Archeologische Publicaties | 1998 | | pagina 22