4.3.5. Das
4.4. Slachtvee
bron
11
Een bijzondere vondst is het fragment van de achterschedel van een das. De enige bekende,
andere archeologische vondst van een dassenrest van na de Romeinse tijd in onze steken komt
uit de gracht van het kasteel van Eindhoven (1500-1650).8 Uit Oost-Duitsland en Zwitserland
zijn enkele vroegmiddeleeuwse vondsten bekend.9 Dassen leven in bosgebieden die
afgewisseld worden door open plekken, meestal in de buurt van water. Ze zouden
waarschijnlijk goed gepast hebben in het voormalige Achterhoekse landschap rond de
Nettelhorst. De lichaamsdelen van dassen zijn voor uiteenlopende zaken gebruikt, waaronder
diverse die goed in een elitecontext passen. Het vlees werd gegeten o.m. uit geneeskrachtig
oogpunt; de voorpoten werden als magische geluksbrengers om de hals gedragen; het vet werd
gebruikt als geneesmiddel, bij het zeepkoken en in laarzenvet; het leer werd gebruikt voor
paardenharnassen en jacht- en geweertassen; de haren voor penselen en scheerkwasten en het
bont voor kragen en mutsen.10 De achterschedel kan aan de huid van een elders gevild dier
gezeten hebben, om gebruikt te worden voor bont, leer en haren.
Tabel 6. De verhoudingen tussen de aantallen botfragmenten van drie hoofdvleesleveranciers in de
beerput vergeleken met die in andere botcomplexen.
context
stad/rijk
stad/rijk
stad/rijk
stad/rijk
stad
stad/rijk
stad
stad/rijk
kasteel
kasteel
kasteel
kasteel
kasteel
kasteel
172
367
664
973
230
32
9580
447
720
453
157
25
13
15
15
28
21
27
29
3;6
14
31
7
4.4.1. Soortenverhouding
De meerderheid van de zoogdierbotten bestaat, zoals gebruikelijk bij (post-)middeleeuwse
faunaresten, uit resten van varkens, runderen, schapen en geiten. De botten van schapen en
geiten lijken erg op elkaar en kunnen slechts in sommige gevallen uit elkaar gehouden worden.
Bij het botmateriaal van de Hof van Heeckeren bleek het in al deze gevallen om schapenbotten
te gaan: een verschijnsel dat nagenoeg zonder uitzondering in alle middeleeuwse en
postmiddeleeuwse faunacomplexen van burchten en kastelen in onze streken is aangetroffen.
Daarom zijn alle als schaap/geit gedetermineerde fragmenten beschouwd als afkomstig van
schapen. De geit gold als "armeluiskoe" en het eten van geitenvlees paste slechts mensen met
lage status.
complex
HvdK128
HvdK 51
Antwerpen
Delft
Eindhoven
Deventer
Groningen
Zutphen
Dwingelo
Eindhoven
Bergen(L.)
Horst (L.)
Rekem
Antwerpen
datering
17B
10B
16-17A
17
16- 17
17
16B-17
17B
17- 18
16-17A
16B-17A
16d-17
16d
16B
varken
27,4
72,2
10
16,3
11,7
15,2
12,0
27,4
6,2
10,2
10,7
4,5
24
4,5
rund
37,8
13,8
33
27,9
75,2
49,7
69,3
37,8
56,3
54,4
49,5
56,5
38
36,3
schaap
34,8
14,0
57
55,8
13,1
35,1
18,7
34,8
37,5
35,5
39,8
39,0
38
59,2
aantal
230
371
8 De Jong 1991 en 1992, p. 220.
9 De Jong 1991
10 De Jong 1991