4.3. Wild
plaats
datering
totaal aantal
%wild
haas: konijn
bron:
type
1
8
1
8
Het percentage wild onder de gegeten zoogdieren geldt algemeen als graadmeter van elite-
voedsel.
Tabel 4. Percentage wild onder de botten van gegeten zoogdieren in diverse botcomplexen uit de
16e/17e eeuw, bewerkt gewei niet meegeteld.
grootwild
aantal
Antwerpen
Zegwaart
Eindhoven
Rekem
Horst (L.)
Bergen(L.)
Zutphen
kasteel
kasteel
kasteel
kasteel
kasteel
kasteel
kasteel
stad
stad rijk
stad rijk
stad rijk
stad
16B
15 (-18A)
17A
16d
16B
16B-17a
17B
16-17
17
17
16-17
16d-17
159
301
341
486
659
455
296
327
106
809
319
981
21
4
13
28
15
15
14
3
31
17
7
Eindhoven
Delft
Deventer
Kampen
Groningen
7,5
6,4
3,1
0,3
1,3
7,6
21,1
6,8
20,9
1,5
19,8
0 2
1.4 1
1 71
1 5
3 1
1 1,3
3.5 1
4 1
51 0
1 2,3
0 37
De wildpercentages bij de zoogdierresten uit de kastelen uit de late 16e en 17e eeuw vallen
uiteen in een groep met percentages vergelijkbaar met die van de Hof van Heeckeren, en een
groep met beduidend lagere percentages. Deze lagere percentages komen overeen met de
percentages uit het afval van rijkere stedelingen. In afval van "gewone" burgers, komt geen of
hooguit een verdwaald botje wild voor.2 Het wildpercentage van de Hof van Heeckeren
behoort dus tot de hoogste groep.
Het wild van de beide andere kastelen uit deze groep bestaat echter volledig uit hazen en
konijnen, voornamelijk uit resten van enkele complete kadavers. Deze complete
konijnenkadavers zijn mogelijk niet gegeten, maar gevild voor het bont, terwijl het eten van
konijnen in de 17e eeuw geen duidelijke indicator van hogere status meer geweest schijnt te
zijn.3 Ook hazenresten zijn vrij algemeen onder het afval van niet alleen kastelen maar ook
van de stedelijke elite. Daarbij overheerst het konijn over het algemeen in de kustgebieden,
terwijl hazen vooral in het binnenland vaker gegeten lijken te zijn. Hazen en konijnen
verdragen elkaar slecht, en bij territoriumconflicten tussen beide delven de hazen meestal het
onderspit (Bult 1986). Het duidelijk overheersen van hazenfragmenten in zowel Zutphen als
Deventer, kan verband houden met de aanwezigheid van bossen: door konijnen gemeden,
maar door hazen gebruikt als toevluchtsoord.
Konijnen werden bovendien vaak gehouden in omheinde jachtgebieden, waranden. In
Deventer werden zij in opdracht van het stadsbestuur in de 14e eeuw in hokken gehouden en
gevoerd met haver en spelt op een eiland in de stadsgracht.4
2 Twee konijnenbotjes uit de Groninger vestinggracht kunnen, gezien de onzuivere verzamelwijze, uit de korte
kasteelperiode stammen voorafgaand aan de mestlagen, waaruit het meeste materiaal verzameld is; Van Gelder-
Ottway 1976-77.
3 Lauwerier e.a. 1996
4
Buitenrust Hettema Telting 1906, p.36 145.